Wilhelmus Frijling (1872-1928)

 

Deze kwartierstaat is onderdeel van een reeks kwartierstaten van Bandoengse hoogleraren en enkele andere markante figuren.

 

Ik stel het op prijs als u mij attendeert op geconstateerde fouten. Ik houd mij aanbevolen voor aanvullingen. Dat kan per e-mail aan: hjmwijers AT hotmail.com

 

H.J.Michiel Wijers

Eindhoven, januari 2018 (laatst herzien december 2024)

 

 

[1] Wilhelmus Frijling, geb. Meppel 06.09.1872, Oost-Indisch ambtenaar bij het binnenlandsch bestuur buiten Java en Madoera met verlof (1904), lid (1921-1922), later vice-president van de Raad van Nederlandsch-Indië (1923-1924), voorzitter College van curatoren van de TH Bandoeng (1922,1924)|a|, overl. ’s-Gravenhage 10.12.1928, tr. ’s-Gravenhage 02.07.1904 Maria Sophia van Oostrom Soede, geb. Aalten 10.03.1884, overl. na 1928, d.v. Hendrik Albertus van Oostrom Soede (1846-1902), predikant, en Maria Teves (1852-1913).
– Levensbericht WF: parlement.com
 
Noten: |a| RA 1922 p.339, RA 1923 p.336, RA 1924 p.349.
 
[2] Hendrik Everhard Frijling, geb. Dalfsen 24.01.1841, horlogemaker (1872,1883), koopman in gouden en zilveren werken (1904), koopman in goudwaren (1906), overl. Nijmegen 02.10.1920|a|, tr. Sneek 10.11.1871
[3] Ruurdtje Droge, geb. Sneek 03.10.1846, overl. Leiden 27.02.1923|b|, begr. Leiden (Bpl. Rhijnhof) 03.03.1923.

Uit dit huwelijk:

1.                   Wilhelmus Frijling, geb. Meppel 06.09.1872; volgt [1].

2.                   Jakob Frijling, geb. Meppel 10.07.1874, chef van een autogarage, tr. Amsterdam 02.05.1912 Alberta Schuursma, geb. Meppel 12.06.1881, d.v. Arent Schuursma, boekhouder,en Berendina Brink. [Detroit 1923]

3.                   Geertje Frijling, geb. Meppel 22.05.1876, overl. Hilversum 08.05.1960, tr. Meppel 27.11.1909 Johannes Jacobus Eilders, geb. Pesse (Ruinen) 11.12.1871, onderwijzer, overl. Leiden 25.03.1932, z.v. Jacob Eilders, onderwijzer, en Femmichje Bazuin.

4.                   Johan Arend Frijling, geb. Meppel 09.06.1878, automobielhandelaar, tr. Meppel 03.10.1906 Henderika Alberdina Meillina Huges, ook R. Hughes, geb. Hoogezand 08.01.1878, d.v. Albert Huges en Meiltje Degenhart. [Santa Monica 1923].

5.                   Herman Frijling, geb. Meppel 13.06.1880, mijnningenieur, tr. ’s-Gravenhage 21.12.1906 Jenny Noltée, geb. Sidadjoe (Res. Soerabaja) 29.06.1883|c| of Tandjoeng Kepala ca. 1883|d|, overl. Driebergen-Rijsenburg 01.05.1967, d.v. Arie Noltée en de Javaansche vrouw Sanimah. [Muntok 1923]
     JN tr. 2e Langsa 06.12.1921 Jan Heitlager, geb. Amsterdam 20.07.1883, overl. Warmond 11.12.1949, z.v. Jan Heitlager, smid, en Wilhelmina Elisabeth Rullmann.

6.                   Jan Frijling, geb. Meppel 27.07.1883, civiel ingenieur, tr. Blaricum 21.02.1913 Maria Hendrika Snel, geb. Amsterdam 09.02.1887, verpleegster (1913), overl. Wassenaar 29.07.1943, d.v. Tobias Snel en Antje Duinker. [Soerabaja 1923]

 

Noten: |a| moeder Hendrina (overl.akte Nijmegen 1920 no.682); |b| overledene Ruurtje (overl.akte Leiden 1923 no.153); |c| RA 1885 p.249 (erkenning); |d| huw.akte ’s-Gravenhage 1906 no.2218.

 

[4] Wilhelmus Frijling, geb. Dalfsen ca. 1802/1803, koekbakker (1823,1868), winkelier (1882), overl. Dalfsen 18.12.1882, tr. Dalfsen 09.10.1823|a|

[5] Johanna Arentdina Grobbee, geb. Dalfsen ca. 1804, overl. Dalfsen 08.03.1880.

Uit dit huwelijk (moeder ook Johanna Arendiena/Arendina:

1.                   Gerrit Frijling, geb. Dalfsen 26.12.1823, bakker, overl. Zeist 10.08.1905, tr.  Dalfsen 27.10.1849 Karolina Jacoba van Ankum, ook Carilina Jacoba, geb. Dalfsen 22.05.1823, overl. Kampen 24.12.1890, d.v. Hendrik Jan van Ankum, grutter, en Johanna Elisabetha Rudiger, gruttersche (1849).

2.                   Antonia Willemina Frijling, geb. Dalfsen 22.04.1826, overl. Olst 22.02.1910, tr. Dalfsen 30.12.1848 Hendrik Jan Pruim, geb.  Dalfsen 07.12.1820, ondermeester, overl. Olst 28.12.1893, z.v. Johannes Pruim, (school)onderwijzer, en Hendrikje Dijk.

3.                   Gerrigjen Frijling, geb. Dalfsen 24.02.1828, overl. Stad Almelo 27.03.1856, tr. Dalfsen 19.05.1855 Hendricus Bruijns, geb. Stad 05.11.1828, bakker, overl. Stad Almelo 03.02.1886, z.v. Jan Hendrik Bruijns, logementhouder, en Johanna Weenink.
     HB tr. 2e Blokzijl 14.02.1861 Geertje Noorbeek, geb. Blokzijl 27.09.1830, overl., Haaksbergen 01.05.1906, d.v. Marten Noorbeek, broodbakker, en Hendrikje van Veen.

4.                   Antonetta Fenna Frijling, geb. Dalfsen 02.01.1830, overl. Zwolle 14.01.1904, tr. Dalfsen 10.07.1856 Herm Jan Baarslag, geb. Zwolle 06.08.1825, bakker, overl. Zwolle 27.07.1874, z.v. Herm Jan Baarslag, koopman, en Trijntje Sanders.

5.                   Wilhelmus Frijling, geb. Dalfsen 18.11.1831, koekbakker, tr. Dalfsen 08.11.1862 Eliesabeth Gerardiena Habbema, ook Elisabeth Gerardina, geb. Amsterdam 09.02.1836, d.v. Johannes Habbema en Elisabeth Gerardiena van Kempen.

6.                   Albertus Reinier Frijling, geb. Dalfsen 18.03.1834, koekbakker (1868), banketbakker (1901), overl. Dalfsen 24.09.1901, tr. Dalfsen 18.04.1868 Agnes Habbema, geb. Amsterdam 04.07.1840, overl. Dalfsen 14.08.1925, d.v. Johannes Habbema en Elisabet Gerardiena van Kempen.

7.                   Wilhelmina Johanna Frijling, geb. Dalfsen 01.05.1836, overl. Dalfsen 28.06.1918, tr. Dalfsen 30.09.1865 Samuel Wentzel, geb. Dalfsen 18.06.1839, spekslager (1865), winkelier (1920), overl. Dalfsen 04.11.1920, z.v. Jan Machiel Wentzel, spekslager, en Hendrikjen Snel.

8.                   Frederik Anton Frijling, geb. Dalfsen 09.12.1838, koopman, overl. Groningen 06.04.1917, tr. IJsselmuiden 17.04.1869 Geertruid Arnolda Hoogenkamp, geb. IJsselmuiden 24.04.1840, overl. Groningen 30.08.1910, d.v. Jacob Hoogenkamp, onderwijzer (1840), hoofdonderwijzer (1869), en Barendina Petronella van Gelder.

9.                   Adolphina Diderika Egberdina Frijling, ook Adolphina Diederika Egberdina, geb. Dalfsen 07.09.1843, overl. Zwolle 05.02.1927.

10.               Gerritdina Dorothea Frijling, geb. Dalfsen 23.08.1846, overl. Zwolle 05.02.1927.

11.               Hendrik Everhard Frijling, geb. Dalfsen 24.01.1841; volgt [2].

 

Noten: |a| vader v/d bruidegom Frielink of Frijling (huw.akte Dalfsen 1823 no.32).

 

[6] Jacob Droge, geb. Sneek 12.03.1807, ged. Sneek 19.03.1807, koopman, overl. Sneek 01.05.1876, tr. Sneek 14.07.1830

[7] Geertje Stam, geb. Sneek 21.06.1809, ged. Sneek 20.07.1809, overl. Sneek 13.07.1869.

Uit dit huwelijk:

1.                   Jan Droge, geb. Sneek 29.10.1830, overl. Sneek 01.11.1830.

2.                   Harmke Droge, geb. Sneek 24.04.1832, overl. Sneek 12.07.1910.

3.                   Akke Droge, geb. Sneek 29.08.1835, overl. Sneek 08.11.1900, tr. Sneek 06.08.1857 Nammen Bouma, geb.  Sneek 02.10.1832, overl. Sneek 31.07.1909, z.v. Gerben Bouma, grutter, en Hiltje van der Meulen.

4.                   Jan Droge, geb. Sneek xx.09.1837, overl. Sneek 16.09.1837.

5.                   Aukje Droge, geb. Sneek 11.12.1841, overl. Sneek 31.01.1905, tr. Sneek 19.11.1863 Tjalling Gonggrijp, geb. Sneek 16.08.1838, koopman, overl. Sneek 21.06.1909, z.v. Tjalling Gonggrijp en Helena Feenstra.

6.                   Janna Droge, geb. Sneek 02.02.1844, overl. Sneek 20.09.1885.

7.                   Ruurdtje Droge, geb. Sneek 03.10.1846; volgt [3].

8.                   Tietje Droge, geb. Sneek 18.02.1848, overl. Oudeschoot (Schoterland) 11.01.1921.

9.                   Grietje Droge, geb. Sneek 13.09.1850, overl. Sneek 07.09.1926.

 

[8] Gerrit Frijling, ook Frielink, geb. Dalfsen ca. 1757, koekenbakker (1823,1832), overl. Dalfsen 03.02.1833; tr. 2e voor 1811 Fennigje Olsman; overl. voor 1833; tr. 1e

[9] Gerrigje Snel, overl. Dalfsen 25.06.1806.

Uit het huwelijk Frijling-Snel:

1.                   Albert Frijling, geb. Dalfsen ca. 1795, (koek) bakker (1823,1831), ontvanger (1832,1848), bakker (1856), koekbakker (1860), overl. Dalfsen 27.04.1860, tr. Dalfsen 04.10.1823 Gerharda Geertruijd Bouwmeester, geb. Dalfsen ca. 1800, overl. Zwolle 07.01.1884, d.v. Alexander Carel Bouwmeester, notaris, en Geesje Grondman.

2.                   Reijnt Frijling, geb. Dalfsen ca. 1797, koopman, overl. Dalfsen 05.08.1877, tr. Dalfsen 28.07.1832 Anna Cornelia Volbrink, geb. Dalfsen 06.06.1811, overl. Dalfsen 03.05.1876, d.v. Willem Volbrink (-1826), bakker, en Jennigje Snel (-1830).

3.                   Antonetta Frijling, ook Antoinette, geb. Dalfsen ca. 1800, overl. Zutphen 28.06.1886, tr. Dalfsen 11.12.1824 Willem Punt, geb. Kampeneiland ca. 1798/1799, onderwijzer (1824), hoofdonderwijzer (1873), overl. Zutphen 30.09.1873, z.v. Jan Punt, onderwijzer, en Anna Hendriks.

4.                   Wilhelmus Frijling, geb. Dalfsen ca. 1802/1803; volgt [4].

Uit het huwelijk Frijling-Olsman:

5.                   Femmig Gerrit Frijling, geb. Dalfsen  ca. 1811, koekbakker (1832), winkelier (1890), overl. (‘overleden bevonden’) Dalfsen 01.10.1890, tr. Dalfsen 06.09.1834 Catharina Dorothea Munnich, geb. Amsterdam 05.08.1811, overl. na 1890, d.v. Jan George Munnich, heelmeester, en Maria Catharina Schlichting.

 

[10] Willem Grobbee, ged. Amsterdam (Kerk De Papegaai (rk)) 20.11.1763, adjunct-maire (1812), overl. Dalfsen 22.09.1812, tr.

[11] Antonia van der Veen, geb. Dalfsen ca. 1776, winkelierster (1816), overl. Dalfsen 20.08.1852; tr. 2e Dalfsen 25.05.1816 Frederik Jacobs, geb. Heino ca. 1787/1788, schoenmaker, overl. Dalfsen 22.01.1861, z.v. Joannes Jacobs, schoenmaker, en Derkien Harms ten Brinke.

Uit het huwelijk Grobbee-van der Veen:

1.                   Johanna Arentdina Grobbee, geb. Dalfsen ca. 1804; volgt [5].

Uit het huwelijk Jacobs-van der Veen:

2.                   Johannes Adolph Frans Jacobs, geb. Dalfsen 09.12.1816, schoenmaker (1850), gemeente-ontvanger (1895), overl. Dalfsen 03.01.1895, tr. Dalfsen 08.08.1850 Geesje Aleida Weenink, geb. Lenthe (Dalfsen) 04.09.1825, dienstmeid (1850), overl. Dalfsen 11.02.1858, d.v. Barnardus Weenink, schoolonderwijzer, en Fenna Maria Leppink.

3.                   Derkjen Jacobs, geb. Dalfsen 19.12.1817, overl. Dalfsen 07.04.1885.

4.                   Egbertdina Willemina Jacobs, geb. Dalfsen 19.11.1820, overl. Dalfsen 10.10.1846.

 

[12] Jan Droge, geb. Sneek 06.08.1778, ged. Sneek 13.08.1778, koopman (1814,1830), overl. Sneek 27.09.1858|b|, otr. Sneek (gerecht) 24.05.1806|a|, tr. Sneek 08.06.1806

[13] Harmke Alts, ged. Joure 15.02.1776, overl. Sneek 31.10.1826.

Uit dit huwelijk (moeder ook Alberts/Allerts):

1.                   Jacob Droge, geb. Sneek 12.03.1807, ged. Sneek 19.03.1807|c|; volgt [6].

2.                   Ruurd Droge, geb. Sneek 16.05.1812, overl. Sneek 03.08.1817.

3.                   Gerbrigje Droge, geb. Sneek 12.12.1814, overl. Sneek 01.01.1861, tr. Sneek 02.11.1836 Jan van Dijk, geb. Sneek 22.06.1814, koopman, overl. Sneek 30.11.1859, z.v. Pieter van Dijk, koopman, en Minke Eekma.

4.                   Ruurdtje Droge, geb. Sneek 08.03.1818, overl. Sneek 27.03.1845, tr. Sneek 02.11.1843 Kasper de Jong, geb. Stiens (Leeuwarderadeel) 24.07.1817, kandidaat-notaris (1843), notaris (1853), overl. tussen 1874 en 1891, z.v. Roelof Kaspers de Jong, onderwijzer der jeugd, en Fennigje Jacobs Meijer.
     KdJ tr. 2e Sneek 22.09.1853 Abigael Aletta Sluyterman, geb. Leeuwarden 08.02.1818, overl. Wommels (Hennaarderadeel) 27.12.1874, d.v. Lamoraal Albertus Aemilius Sluyterman (1757-1828) en Janke van Hettinga Tromp (1775-1859).

5.                   Albertus Droge, geb. Sneek 16.11.1821, overl. Sneek 08.09.1827.

 

Noten: |a| bruid Harmke Allerts; |b| wedr Harmke Alts (overl.akte Sneek 1858 fol.47v); |c| moeder Harmke Alts.

 

[14] Wijtze Stam, geb. Sneek ca. 1780/1781, koopman (1813,1823), overl. Sneek 21.06.1823, otr. Sneek (gerecht) 18.12.1801|a|, tr. Sneek 01.01.1802

[15] Akke Everts, geb. Joure ca. 1783/1784, overl. Sneek 20.03.1820.

Uit dit huwelijk (moeder ook Akke Arends):

1.                   Auke Stam, geb. Sneek 07.11.1802, ged. Sneek 18.11.1802, koopman, overl. Sneek 28.07.1834, tr. Sneek 14.07.1830 Jacoba Hofstra, geb. Sneek ca. 1806, overl. Sneek 21.03.1880|c|, d.v. Sake Hofstra en Jacoba ten Cate.

2.                   Arend Stam, geb. Sneek 25.09.1807, ged. Sneek 15.10.1807, koopman, overl. Sneek 06.02.1893, tr. Sneek 01.05.1850 Helena Feenstra, geb. ca. 1808, koopvrouw, overl. Sneek 16.01.1892, d.v. Godert Feenstra en Antonia Bokma.

3.                   Geertje Stam, geb. Sneek 21.06.1809, ged. Sneek 20.07.1809|b|; volgt [7].

4.                   Dirk Stam, geb. Sneek 28.12.1813, overl. Sneek 05.10.1825.

5.                   Tijtje Stam, geb. Sneek 14.04.1816, overl. Sneek 28.10.1884, tr. Sneek 01.03.1838 Roel Gorter, geb. Sneek 18.07.1816, koopman, overl. Sneek 26.10.1869, z.v. Johannes Roels Gorter, koopman, en Pietje Dirks Kingma.

6.                   Grietje Stam, geb. Sneek 05.04.1818, overl. Dalfsen 15.03.1887, tr. Sneek 26.04.1849 Lambert Jan van Ankum, geb. Dalfsen 05.10.1816, grutter, overl. Dalfsen 15.02.1896, z.v. Hendrik Jan van Ankum, grutter, en Johanna Elizabetha Rudiger, gruttersche (1849).

7.                   Dirkje Stam, geb. Sneek 13.12.1819, overl. Sneek 04.01.1820.

 

Noten: |a| bruid Akke Arends; |b| moeder Akke A. Everts.

 

[16] Albert Frijling, tr.

[17] Antonetta Overweg.

Uit dit huwelijk:

1.                   Gerrit Frijling, geb. Dalfsen ca. 1757; volgt [8].

 

[18] Reijnt Snel, tr.

[19] Fennigje Herms.

Uit dit huwelijk:

1.                   Gerrigje Snel; volgt [9].

2.                   Lambert Jan Snel, geb. Emmen (Dalfsen) ca. 1766, bakker (1823), koopman (1841), overl. Dlafsen 13.03.1841, tr. Egberdina Derks, geb. Den Ham ca. 1770, overl. Dalfsen 08.12.1849, d.v. Derk Kunstman en Willemina ten Hove.

3.                   Jannigje Snel, geb. Dalfsen ca. 1775, logementhoudster (1830), overl. Dalfsen 24.05.1830, tr. voor 1811 Willem Volbrink, geb. Dalfsen ca. 1765, bakker, overl. Dalfsen 17.09.1826, z.v. Jan Berends Volbrink en Antonetta Overweg.

 

[20] Jan Arent Grobbe, geb. Zwolle ca. 1738, overl. voor 1812, otr. Amsterdam 15.04.1763

[21] Johanna Schuurmans, geb. Dalfsen ca. 1736, overl. Dalfsen 25.02.1819|e|, d.v. Hendrik Gerrits en Egbertjen Jansen.

Uit dit huwelijk (vader ook Grobbee):

1.                   Willem Grobbe, ged. Amsterdam (Kerk De Papegaai (rk)) 20.11.1763|a|; volgt [10].

2.                   Egbertina Grobbe, ged. Amsterdam (Kerk De Papegaai (rk)) 21.08.1765|b|, overl. Dalfsen 17.02.1817, tr. Gerrit Jan van Berkum.

3.                   Elizabeth Grobbee, ged. Amsterdam (Kerk De Papegaai (rk)) 22.09.1767|c|.

4.                   Joannes Grobbee, ged. Amsterdam (Kerk De Papegaai (rk)) 10.10.1770|d|, overl. Emmen (Dalfsen) 11.12.1852.

 

Noten: |a| vader Jan Grobbe; |b| vader Jan Arent Grobbe, moeder Joanna; |c| vader Arent Grobbee, moeder Schuurman; |d| vader Jan Arend Grobbee, moeder Joanna; |e| overledene Janna.

 

[22] Adolf Frans van der Veen, geb. Dalfsen ca. 1743, schoenmaker, overl. Dalfsen 01.02.1815, z.v. Antonij van der Veen en Geesjen Wesselink; tr. 2e Fennigjen Gerrits, geb. Lenthe ca. 1748, winkelierster (1827), overl. Dalfsen 08.02.1827, d.v. Gerrit Jansen en Teuntjen Berends; tr. 1e

[23] Egberdina Willems, ook Egbertdiena, overl. voor 1815.

Uit dit huwelijk:

1.                   Antonia van der Veen, geb. Dalfsen ca. 1776; volgt [11].

2.                   Willemina van der Veen, geb. Dalfsen ca. 1780, overl. Dalfsen 02.02.1841, tr. Hendrik Baarslag, geb. Dalfsen ca. 1782, overl. Dalfsen 02.01.1877, z.v. Dirk Baarslag en Dirkje Hendriks.

 

[24] Jacob Droge, geb. Sneek ca. 1739, boendermaker (1818,1822), overl. Sneek 20.06.1822, z.v. Pieter Droge en Gatske Jans; tr. 2e Sijtske Jorritsma, geb. Sneek ca. 1753, overl. Sneek 01.09.1831, d.v. Tæke Jorritsma en Antje N; tr. 1e

[25] Ruurdtje Willems, overl. voor 1792.

Uit het huwelijk Droge-Willems:

1.                   Pieter Droge, geb. Sneek ca. 1765, overl. Sneek 03.03.1818, tr. Trijntje Jans, overl. voor 1818.

2.                   Gatske, geb. Sneek 02.11.1774, ged. Sneek 03.11.1774.

3.                   Jan Droge, geb. Sneek 06.08.1778, ged. Sneek 13.08.1778; volgt [12].

Uit het huwelijk Droge-Jorritsma:

4.                   Gatze Droge, geb. Sneek 23.01.1792, wieldraaier (1824), schutter bij de vierde compagnie van het tweede bataillon der tweede afdeling Vriesche Schutterij, overl. ‘s-Hertogenbosch 08.07.1833|a||b|, tr. Sneek 07.11.1824 IJtje Straatsma, geb. Sneek ca. 1797, dienstmaagd (1824), d.v. IJpe Martens Straatsma, timmerknecht, en Lijsbeth van der Veen.

5.                   Tæke Droge, geb. Sneek 03.08.1796, koopman, tr. Sneek 21.12.1823 Femmegien van Veen, geb. Kampen 14.07.1790, d.v. Geertje Gerrits Kamphof, naaister.

 

Noten: |a| moeder Sietske Sakes Joustra (overl.akte ’s-Hertogenbosch 1833 no.496); |b| ook overl.akte Sneek 16.12.1834 fol.30v.

 

[26] Alt Hessels, overl. voor 1826, tr.

[27] Gerbrig IJntzes, overl. voor 1826.

Uit dit huwelijk:

1.                   Heszel, ged. Joure 26.05.1771.

2.                   Aaltje Alts (de Boer), ged. Joure 23.09.1772, overl. Heerenveen (Schoterland) 09.05.1844|a|, tr. voor 1809 Wiebren Baukes Kromhout van der Meer, geb. ca. 1770, tommerman, overl. Heerenveen (Schoterland) 23.02.1813.

3.                   Harmke Alts, ged. Joure 15.02.1776; volgt [13].

 

Noten: |a| overledene de Boer, geb. Terband (overl.akte Schoterland 1844 no.87).

 

[28] Auke Stam, geb. ca. 1749, overl. Sneek 07.10.1826, z.v. Tjomme Stam en Grietje Gerbens; otr. Sneek (gerecht) 29.06.1771, otr. Sneek (ndg) 30.06.1771, tr. Sneek (ndg) 07.07.1771

[29] Tijtje Boersma, begr. Sneek 08.02.1802, d.v. Wijtze.

Uit dit huwelijk:

1.                   Hendrikjen Stam, geb. ca. 1778, overl. Sneek 26.10.1852, tr. Nicolaas Jurjan Lankhorst, geb. Kampen ca. 1774, overl. Sneek 25.04.1863|a|.

2.                   Wijtze Stam, geb. Sneek ca. 1780/1781; volgt [14].

3.                   Ninke Stam, ged. Sneek 06.11.1783, overl. Harlingen 10.04.1849|b|, tr. Sjoerd Simons Wijma, geb. ca. 1782, mr., notaris, overl. Harlingen 06.04.1851, z.v. Simons Sjoerds Wijma en Sibilla Huisman.

4.                   Tjomme Stam, ged. Sneek 22.09.1785, koopman, overl. Sneek 11.08.1826, otr. Sneek (gerecht) 11.05.1804, tr. Sneek (ndg) 20.05.1804 Aukjen Eekma, ook Aurelia, geb. ca. 1780, overl. Sneek 19.12.1829, d.v. Gerben Eekma en Trijntje Stapert.

 

Noten: |a| ‘de namen der ouders  niet bekend doch overleden’ (overl.akte Sneek 1863 fol.18v); |b| moeder Bouma (overl.akte Harlingen 1849 fol.28v).

 

[30] Arent Everts, geb. xx.11.1759, koopman (1820), vrederechter van het kanton Akkrum en lid des Grietenije Raads (1826), overl. Joure (Haskerland) 08.08.1830, z.v. Evert Arends, grutter, en Ytje Hinnes; tr.

[31] Geertje Durks Bakker, overl. Joure voor 1820.

Uit dit huwelijk:

1.                   Wimke Evertsz, geb. ca. 1781, overl. Joure (Haskerland) 31.07.1826, tr. Arjen Brouwer, geb. ca. 1775, koopman (1826), bakker (1835), overl. Joure (Haskerland) 19.09.1835, z.v. Gjalt Hijlkes en Baukjen Arjens.

2.                   Akke Everts, geb. Joure ca. 1783/1784; volgt [15].

3.                   Yttje Evertsz, geb. ca. 1786, overl. Joure (Haskerland) 26.03.1853, tr. Johannes Carel Meijer, geb. Leeuwarden ca. 1787, apotheker, genees-, heel- en vroedmeester, overl. Joure (Haskerland) 04.01.1827, z.v. Carel Meijer en Anna Maria Bouwmeester.

4.                   Durk Evertsz, geb. Joure xx.08.1792, koopman, overl. Joure (Haskerland) 24.03.1831, tr. Geertje Gerbens Smijnga.

5.                   Wijbren Evertsz, geb. ca. 1795, overl. Oldeboorn (Utingeradeel) 19.07.1875.

6.                   Sandrina Evertsz, geb. Joure 16.04.1797, lidmaat Joure (naar Heerenveen 03.07.1831), overl. Nijehaske (Haskerland) 09.02.1879.

7.                   Ulbe Evertsz, geb. Joure 06.08.1799, mr., raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden, RNL 1846, lidmaat Joure (naar Heerenveen 03.07.1831), overl. ’s-Gravenhage 26.03.1860, begr. ’s-Gravenhage (Bpl. Eik en Duinen) 30.03.1860.
– Levensbericht: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1860, pp.410-434

 

terug naar Kwartierstaten Bandoengse hoogleraren (en enkele andere markante figuren)