titelblad * scan
«Bladwijzer» (p.235 van het boek)
1784, in 1799, in 1809 en in 1813 bestond in de maanden van Februarij en Maart een hooge watervloed ten hoogte van vierentwintig voeten.
In jaar 1809 den 12 September bestond een zomerwater de hoogte voor groot gedeelte van 't weiland van den bouwplaats den Grooten Emmer overstroomd was.
Maar in die tijd waaren in geheel geen zomerdijken in stand. In vijftien jaaren van te vooren heeft geen zomerwater geweest. Maar wel beste jaaren voor den landbouw.
In vroeger jaaren hebben onder voorouders wel degelijk met 't zoomerwater geplaag geweest. Van oude menschen wel hooren verhaalen, dat de bouwlanden zoo wel als weilanden in de zoomermaanden overstroomd waaren geweest.
hebben wij een strenge winter bijgewoond. Eers begin van van Januarij door de omwelde[..] van ons Nederland, waaren wij met vreemden troeppen geplaag. Daar wij gereckureere[1] worden met paarden en wagens, om die troeppen te te stransporteeren naar elders. Daarbij vrooren al de rivieren sterk dig. In Februarij een hooge watervloed van 26 voeten. Hoorde men veel van ongelukken van menschen en vee daar bij een duurte van alle levensmiddelen.
Noten:
[1] w.s. rekwireren = vorderen
In de maand van Julij hebben wij een overstrooming van water gehat ten hoogte van vijftien voeten drie duimen. Dat de nood zoo hoog wierd dat wij meer dan vijfentagtig stuks vee naar elders in hoogere weidens hun voedsel moeten verschaffen ten kosten een somma van zevenhondertenvijftig guldens. Van den achten tot op den vijftienden Julij was 't water van veertien tot vijftien voeten hoog. De weilanden van den bouwplaast den Grooten Emmer geheel overstroomt. Door den fellen regen, die aan houdende zesenzeventig dagen zonder dat er een heelen dag droogde. En door [...] ons weilanden in een zee verandert wierd en ons koorn velden was voor 't groots gedeelte in den zelden staat. Hooi worden in dat jaar niet verboud. Van ons zomerkoorn worden niets van gewonnen nog in geoost. Ons winterkoorn ja dat was een verkweenen koorn 't vee heeft van deezen zoomer zooveel geleeden door den overvloed van water dat voor groots gedeelte van 't voorjaar ons vee aan gelligheid of anderen ongemakken is gestorven.
Bestond een duurte van alle levensmiddelen, ja zels een hongersnood. 't Last weite koste 810 guldens. 't Last rogge koste 600 Guldens. 't Last boekweit koste 420 guldens. Een mudde aardappels 5 guldens. Een Nederl. pond boter een gulden. Een Nederland. pond runtvlees 60 cent. Een Nederl. pond verkensvlees 50 cent. 't Hooi 't Nederlans duizend pond 38 a 40 guldens 't Stroot Nedld. 22 a 24 Guldens 't duizend.
In de maand van Junij weer een overstrooming op ons weiland. Bijkans als 't vorige jaar. De weite koste in Junij 450 guldens 't last. De rogge koste 300 guldens 't last. Boekweite koste 275 guldens 't last.
Bestond een groote droogte. Ons zoomerkoorn genoegzaam geheel verdroog en daarbij met veel muizen geplaag geweest. Ons winterkoorn staat goed.
In den maand Maart is de heele Emmer overstroomd geweest. En al ons winterkoorn verdronk.
In de maand Junij hebben wij een weinig zomerwater gehat. De prijs van koorn als 't voorige jaar.
Den heelen zomer een groote droogte. Ons weiland met veel muizen geplaagd geweest. Ons gesaaide koorn meestal vernield.
Ons oost zeer wel geluk. Koorn prijshoudend.
In de maand van Junij zijden op een weide genaamd de Kwinkel onder de bouwplaas 't Huis te Weerde in de Emmer toebehoorde aan Arend Vleemingh twee vette koeijen die door een dolle hond gebeten waren [ge...] en doodgeschoten den negenden overgebleven alle doodgeschoten of afgemaak en in [...] gat in de grond begraven de waarde was 160 guld. stuk.
Was in tegendeel als de vorige jaaren. De prijzen in alles vermindert. 't Last weite koste 320 Guldens per [...] 't Last rogge 80 Guld per mud [...] 't Nederlans (pond) boter 35 cent. 't Nederlans runtvlees 20 cent. 't Nederlans verkesvlees 15 cent. 't Hooi vijf Guldens 't duizend Neder Π. Ik heb een weide met heel gras in perceelen uit gebaak zijde de [...] groot 3½ morgen. Daar 19 voer hooi in was. In 16 paceelen konde ik voor koopen 82 Gulden 25 cent. Alzo per morgen 23 Guldens. Nu in 't zelde voorjaar heb ik drie jaarige osse verkocht voor 79 Guld 25 cents per stuk. Tien ontving ik voor 15 beste driejarige ossen elfhondertachtentagtig guldens vijf centen Zegge ƒ1188 van een slager uit Utrecht. Ik heb dat zelde voorjaar paarden afgeleverd aan 't korps Kurassiers die geschik en bekwaam ware om voor de zware kavalerij te dienen, voor hondert en veertig guldens 't stuk, zegge ƒ140= per stuk. Voor een span zwarte vijfjarige merrien aan een heer die schoone span paarden daar bedong ik voor hondert en zeventig gulden dus voor 't span ƒ340=. Dien herfst te Zutphen op de derde beestenmark worde de beste en fijnste vette koene verkocht voor negentig a vijfennegentig guldens die acht a negenhondert ponden woogen. De koene die niet heel vet waaren geworden, daar was geen prijs meer van, konde men niet meer verkopen. Dien herfst de vette verkens konde men verkopen voor 12 duiten 't halve Ned. ll of 15 cent 't Nederll. Dan 't last weite hondertentwintig guldens, 't last rog tagtig guldens, 't last gerste zeventig guldens. 't Nederlans ll boter dertig cent. Daar nog bij in 't zelde zomer een zomerwater daar heeft ons lege weiland veel geleden.
In November den derden begin 't water opnieuw te wassen den zelden stroomde ons weiland als een zee daaronder ons vee moets naar de stallen. Den dertienden stroomde 't water over den Lurendijk heen. Ons koornvelden waaren geheel en al verwoest. Ik heb in dien herfst dertig mudde weite en tien mudde rogge gezaaid. En maar acht vimme[1] kunnen maaijen. En van de tien mudde gezaaidsel rog nog geen een elkelde koorn daarvan kunnen maaijen zoo na alles verdronken. Den heelen winter geen vorst van den zevenden November tot op den tweeden Februarij 1825. 't Water zeer hoog niet lager als twintig voeten den twintigsten Februarij hebben wij veel van ons boulanden opnieuw kunnen bezaaijen is nog een goed verbouw geworden.
was 't guste[2] vee zeer goed koop men konde een guste koe kopen van achthondert ponden voor vijfendertig a veertig guldens. Ik heb in April te Doesburg op de mark zes guste koene gekocht van vierhonderdt ponden voor zesennegentig guldens, dus 16 guldens stuk. [...] daar ik in 1817 moest voor betaalen zeventig a tachtig gulden, en dan nog boer te blijven heeft veel te zeggen.
Men zag dat 't koorn dat in Februarij weer ingezaaid was redelijk goed verbouw is geworden. In Februarij den 12 is op veel plaassen een [...]elijk overstrooming
van de zeedijken als op Kampereiland in 't Masterbroek en de meeste plaassen aan de zeedijken met een stevige storm en daarbij volle maan. Een meenigte meenigte van menschen en vee
verdronken.
Noten:
[1] vim = hoeveelheid van honderd (en vier bos toe, dus 104) of 120 bos [Van Dale]
[2] gust = 1 (van vee) niet drachtig: een guste koe; 2 (van vee) geen melk meer gevend, syn. droogstaand [Van Dale]
De prijs van alle produkten waaren zeer goedkoop. Bijna als de vorigen jaaren.
In de maand Junij een weinig zomerwater. De prijs van alle produkten als vorige jaar.
In de maand van Julij hebben wij weer een overstrooming van water gehat. Ons meeste weiland daar meede gekweld geweest. 't Laage weiland was geheel onbruikbaar geworden.
Wij harden den heelen zomer een hoog water. Ons weilanden waaren geheel onbruikbaar. De prijs van koorn de weite zeven guldens, de rogge zes guldens, erften zeven guldens per mud.
Den eerste Maart is ons bouwland in een zee verandert. En al ons winterkoorn verdronken. Voor de maand Meij kon de men onze landerijen niet beploegen nog bezaaijen. In de maand ban Junij den eersten stroomde ons weiland opnieuw weer onder 't water en duurde den heelen zomer door.
In voorjaar staat ons koorn schoon. Maar op zaterdag den 14 Julij[1] door een fellen hagelslag geheel en al verwoest. Een menigte van koorn, zoo ongedost aan 't vee gevoerd, ons zomerkoorn was geheel verplettert. Ons boom en hofvrugten waaren geheel en al verwoest. Ons vee in weiland kwam 't bloed uit hun huit. De voogels des hemels hagelende dood. 't Ongedierte op de velden waren verpleddert en vond men dood op de grond liggen. 't Hooi dat er droog stond, waaide in de lugt door een fellen orkaan. De dakken op de huizen hagelende stukkend. Ja 't was een heele verwoesting.
Ik heb in die twee jaaren zesentwintig stuks vee verloren aan gelligheid en andere ongemakken waarvan acht melkoene en achtien stuks jongvee. Zoo als ik op bladzij 57 en 58 heb aangetekend.
Noten:
[1] Addink schrijft hierover (Oudheden, pp.47-48):
1832 14 Julij. Zaterdag namidd. 4 uur hadden wij hier een verschrikkelijk zwaar onweerd verzeld van een zwaren hagelslag, waardoor al het te veld staande kooren en tuinvruchten geheel vernield zijn, een menigte glazen verbrijzeld, verscheidenen vogels zijn dood gehageld, onder andere een ojevaar aan de Vree. Kievieten en andere kleine vogels, de hagelsteenen waren verscheiden ter grootte van een duijven eij. Sommigen waren stukken ter grote van een hoender eij.
Het Dorp, de buurtschappen Emmer, Rha, Luure, Olburgen, Covik en een gedeelte van Toldijk hebben het meeste geleden. De schade hierdoor veroorzaakt is onberekenbaar. Door de landbouwers opgegeven op: zes en tachtig duizend agt honderd en zes en dertig gulden vijftig Cent. Zegge 86835:15.
In Aug. en Sept. opgenomen de schade van die geene die men als noodlijndende beschoude door H. Addink en Jan van Londen van 163 personen, bedrag 26183:36.
In de maand van December is 't water begonnen te groeijen op die hoogte dat den heelen Emmer overstroomd werd. En al ons winterkoorn verdronken. In de nacht van den 31 December op den eersten Januarij 34 heeft een zwaaren storm gewoeid bij menschen heugen plaast heeft gehat. Op den 3 Meij heb ik voor 't eerst de paarde voor de ploeg gespannen om boonen te zaaien. 't Bouwland was zoo nat dat 't water in de vooren [...] Ik heb nooidt meer aan de vin verboud als dit jaar zoo meenig vin zoo meenig vijf schepels. De erften 't zelsde.
In dit jaar is in heele Emmer niet meer dan vijftien a twintig vin winterkoorn verboud geworden van zesentwintig mudde weite en tien mudde gezaaidsel rog. heb ik geen enkele [...] verboud. Die geene die op den tweeentwintig Februarij of Sintepetrij weer weite of rog rogge gezaaid hebben is een sleg verbouw geworden. Vervolgens ons zomer staat goed, wij oosten ons zomerkoorn in begin van Augustus alles binnen. Den heelen zomer groeizaam weer. Veel regen en een aanhouwende warmte, veel hooi gewonnen. Ik heb zels meer dan hondertenveertig vrachten binnen gereden. Zuiver best hooi. En veel gras in ons weiland. De boom en hofvrugten waaren in overvloed, de appelen waren zoo [...] Men konde een mudde kopen voor vijfentwintig centen. In de maand van September een felle droogte. Ons bouwland was zoo droog. Als men het niet konde omploegen voor of op den zestienden oktober, is men eers beginnen te zaaijen. Gras den heelen zomer in overvloed. Maar in de maand October zoo droog en verdort in ons weiland dat men niet meer te eeten hat voor ons vee.
't Water voor vee om te drinken was men niet in staad om uit de kolken te kunnen behouden. Men was genoodzaakt om ons vee aan de lopende rivieren te laten gaan drinken. In begin van October reede men met wagens en karren aan 't Dierensche veer door den IJssel heenen. In 't midden van de maand een overvloedigen reegen vergezeld met een stevigen storm. Op den zeventienden, achttienden en negentienden October hoorde men in de Provincien van Overijssel, Vriesland en Groningen veel van ongelukken van vee door een overstroming van landerijen die verdronken waaren. De landlieden in dien provincien zijn alle hunne aardappels en veele andere levensmiddelen verdronken. Door doorbreeken van zeedijken. Daarmeede met 't zeewater overstroomd geworden. Verders ons gezaaidsel staat schoon. In 't midden van November een felle vorst. Den twintigsten die maand vroor de lopende rivieren dig, maar vervolgens schoon warm weer tot na Kerstijd. Men zag ons jonge vee dag en nag buiten in in weiland. Ja zels den heelen winter door. De prijs van 't koorn de weite 165 a 180 guldens. De rogge 115 a 120 guldens. De gerste 90 gulde. Haver 60 guldens 't last. Boter 55 a 60 cent 't Neder ll. Varkensvlees 22 a 23 cent 't Ned ll. De paarden worde duur verkocht. Voor een goed boeren paard 225 a 250 guldens. Voor een span voor een heer 8 a 900 guldens. De jonge fokveulens worden verkocht voor van 55 tot 75 guldens 't stuk.
Daar beston bij Doesburg bij veele boeren een sterfte onder
hun vee.
Daar geen docktor of veearts kans toe zag om een van te
genezen. 't Vee had een aangroeiing aan de long. Aan de
halvezijde hat een veteroog(?), de andere zijde zoo zwaar gezwollen
dat de halve long dertien a veertien Nederll wooge. De veeaarsten
oordeelen dat deeze ziekte niet anders beston als door gebrek aan
drinkwater van 't voorjarige naaijaar.
Men hoorde dat hier en daar ook paarden aan dat zelde ongemak zijn
gestorven.
In deze winter konde men ons jonge vee alle dagen weiden geen elkelen dag
uitgezondert. Den zestienden April veel sneeuw en haagel
vergezeld met een stevigen storm. In begin van Meij veel gras in
ons weiland. In 't laaste van Junij een zwellende rivier. Ons
lage weiland daarmeede gekweld geweest. Ons winterkoorn staat
schoon.
De klaver bijzonder schoon.
Den 27 Junij een milden regen. En niet eerder weer tot op den zevenden Augustus. In dien tijd veel hooi binnengeoost. Men maaide ons klaver voor de tweede keer zonder eenig reegen.
Men ooste van achtien scheepels
gezaaidsel op drie morgen bouwland. Hondert vijf en veertig vimme
weite, daar men vijfendertig wagen vragten hat. In de nazomer een
milden regen. In een korten tijd veel gras in ons weiland. 't
Vette vee wierd in naajaar veel verkocht, om naar andere gewesten
gestrampoteert te worden maar in tegendeel niet duur. 't
Runtvlees koste 26 a 28 cent 't Nederll. Boter 60 a 65 cent 't
Nederll. De weite 6 a 6½ guld rogge 5 a 5½ guld 't
mudde.
Vervolgens een schoone winter
Den 12 Februarij woeide een fellen storm
met een zwaaren donderbui, waarvan den tooren van Steenderen
getroffen is maar geen brand veroorzaakte. Men hoorde dat op den
zelden dag op veelen plaatsen zwaar onweeder gewoeid heeft. En
veele brand in toorens en andere hoge verbouwen. Maar ook den
tooren van Groenlo getroffen is en totaal
afgebrand.[1] Den 14 Maart den heelen dag een
stot regen de drie volgende daagen een stevigen storm met een
aandrang van water. ten gevolgen dat ons weiland overstroomde.
Verder van deze zomer weinig gras. Den 28 October wel sneeuw ons
vee moets na de stallen. Den 29 November op namiddig een stevigen
storm. Men zag op den zelden avond op vijf plaatsen brand. Door
instorten van huizen. Des morgens zag men bijkans een verwoesting
op de huizen scheuren bergen enz. Men hoorde op veel plaatsen van
ongelukken van vee dien in den zelden avond nog buiten was
omgekoomen zijn.
Men leesde in de Nieuwspapieren dat in andere
landen dien heevigen storm in dien zelden nademidig gewoeid heeft.
In de groote steeden veel menschen hun leven daar bij hebben
verloren door 't afwaaisen van schoorsteenen, vallen van geevels en
waasen van boomen, vallen van pandakken, omslaan van schuiten hun
leven daarbij verloren hebben. Den eersten December een was in 't
water ten gevolgen dat den heelen Emmer overstroomde en al ons
koorn verdronken is. Den 22 een fellen vorst. Men zag vervolgens
niet anders als sneeuw en
Noten:
[1] Oude Calixtuskerk, Groenlo. Reliwiki.
ijs. Men was niet in staat om van de drie Kersdagen een van alle de godsdiens bij te woonen. Men konde geen aak gebruiken. 't IJs was niet zoo sterk dat men 't konde paseeren. Alzo was men van de drie Kersdagen geheel afgesloten en geen godsdienst van alle drie dagen bijwoonen.
In begin van Januarij een fellen vorst. Den 24 Februarij dooiweer. In de nacht van den 28 die maand op den 3 Maart hoorde men de alarmer klokken in onze gemeente en in de naburige dorpen, des smiddags 't geschut te Doesburg, savons te Zutphen des aankondiging van 't losgaan van 't ijs in den IJssel en 't doorbreken van den Rijndijk bij Rees. Men zag de smorgens niets als water en ijs in dien heelen dag. Toen stroomde ons bouwlanden gelijk een zee ten hoogte van 't water was 24 voeten. Veele woningen zijn overstroomd geweest. Ons koorn is van 't water niet verdronken, maar tog veel geleden. Door den fellen vorst wel bevroren. De prijs van 't koorn in Februarij de weite 200 a 210 Gul 't last en in Meij 300 a 325 Guldens. De rog niet veel handel. De guste koene duur. De drachtigen of kalf koene van 700 ponden 320 tot 330 Guldens. De beste waar iets meer. De paarden voor den dienst bekwaam waaren 250 tot 280 Guldens. Een span voor voor een heer 1000 tot 1200 Guldens.
In de maand van April leesde men in de Nieuwspapieren dat in de streek van Dusseldorp, Elbevelt[1] en de omliggende plaatsen de sneuw twaalf voeten dik op de grond lag dagelijks dezelde [...]
Noten:
[1] w.s. Elberfeld. Wikipedia.
nog vermeerderd. Men verwachtte een aandrank van water tot op de
hoogte dat ons weiland overstroomden.
In 't voorjaar koste 't hooi 30 gulden. 't Stroo 20 a 25
guldens 't Neder ll 't duizend. Koorn prijshoudend.
In de maand September zijn de dijken verhoog en versterk van den polders Emmer, Raa, Luure en Olborgen hebben gekost van een somma van zes hondert en vijftig guldens. In de volgende maand een aandrang van water en bleeft aanhoudend tot op den laasten December.
In begin van Januarij een fellen vorst. Den 24 Februarij dooiweer. Met een aandrang van water. In den nacht van den 28 die maand hoorde men de alarmklokken in ons gemeente en in de naburige dorpen. Des namiddags 't geschut te Doesburg en te Zutphen tot losgaan van de rivier den IJssel en 't doorbreken van Rijndijk bij Rees. Men zag niets anders als water en ijs. In dien dag stroomende ons bouwland als als een zee. 't Werd ten hoogte van 24 voeten. Gelijk ik gemeld heb in 't vorige jaar. Liep 't met ons koorn af. Men hat een half gewas koorn en 't vee prijshoudend als 't vorige jaar.
In 't laatste van Januarij veel sneeuw Daar opvolgende een felle vorst De rivieren vroren dig. De projs van 't koorn weite 370 tot 390 Gulde 't last. De rogge 200 a 220 Guld 't last Klaverzaad 75 a 80 cent Nld. De drachte koene zeer duur verkocht om naar Elbeveld getranspoteerd te worden. 't Vette vee koste Nell 40 a 45 cent.
Men hoorde dat in de provincie van Zuidholland en Groningen een sterfte onder 't vee die zelsde ziekte onder 't rundvee op dien zelden aard als in 1835 Zoo als ik gemeld heb in bladzij 30 bij Doesburg heeft plaas heeft gehat. In deze nazoomer heerste hier en elders onder 't rundvee een tong of blaas een ziekte die 't vee aan de tong of aan de poten hat. Men oordeelde niets anders dan een brand die 't vee in 't bloed een oorzaakte van was 't beste middel bijtijds een aderlating.
In dit voorjaar worden 't guste vee duur verkocht. Men bestede voor een koei van 700 ll 95 a 100 Guldens, van 800 ll 130 Guldens. De werk- of trekpaarden goedkoop. De besten waren duur, een span voor een heer waaren duur. In dit voorjaar was 't water zoo laag dat men eerst de kolken moest uitmorderen eer men ons vee in ons weiland drinken konde krijgen. In de maanden van April en Meij konde geene
scheepen nog stoombooten op de rivieren paseeren. In de nazomer veel nat en slordrig weer en weinig gras in ons weilanden. In begin November moest al ons vee naar de stallen, vervolgens felle vorst. De rivieren alle dig.
In 't laaste van Januarij een aandrang van water den 30
stroomde ons boulanden onder en werd ten hoogte van 22 voeten. Men
hoorde op veele plaatsen van overstroming wij harden harden in
deze winter een strenge winter den IJssel vroor drie dig. De
paarden die voor den dienst bekwaam waaren zijn door de Fransche
kooplieden alle duur verkocht.
In deze zoomer worde 't hooigras
duur verkocht. daar worde voor een bunder betaal 120 tot 130
Guldens 't veld staande koorn ook duur. Men had in deze zomer geen
hoogwater in de rivier maar door den aanhoudend regen was ons
weiland met water geplaag.
Men hoorde in hogere streeken, ja zels
aan de kant van de Berkel en verders naar Munsterland door den
menigvuldige regen alles verdronken was. De menschen in die
streeken moesten hun vee naar de kant van den IJssel hun voedsel
verschaffen.
In de maand October een was in 't water men was in
dien 't niet in staad om ons kooren in te oosten ons landerijen
kon de men niet be [...] of beploegen door den aanhoudend regen
Den 20e stroomede ons weilanden onder water ons vee moest alle
naar de stallen en nat bouland dat bezaaid worde worde van de
slekken vernield.
In dit jaar in tegendeel als 't vorige jaar een felle droogte. In de maand Maart is beginnen te droogen. In April bezaaide men ons zomerkoorn en geen vogt genoeg om te kunnen opgaan. In Junij was men genoodzaak ons vee uit 't weiland te halen. Men hat nu en dan wel eens een flaagjen regen, maar aanstons weer een koude Noordenwind. 't Hooigras worde duur verkocht. Daar worde voor 60 guldens op een boerenwagen geladen. 't Was nog geen zwaar vracht. 't Vele staande koorn worde duur verkocht. De rogge tegen tien guldens de vim. In Augustus was ons weiland zoo droog ons vee moest honger lijden. In October moest alles naar de stallen. en weinig of geen voericie. Daar waaren veel boeren die niets in hun bergen harden. 't Was een sleg vooruitzig. 't Koorn prijshoudend. De boter 80 a 90 cent 't Neders pond.
In begin van Junij een zomerwater. Ons lage landen daar meede gekweld geweest. In dit jaar veel hooi verdronken dat tot strooisel gebruik moets worden.
Den derde Maart stroomde ons bouwland onder water. De weite is nog in leven gebleven maar de rogge die onder water heeft gezeeten is verdronken. De weite is veel in steelen of bederf verandert. De prijs van 't koorn de weite van 7 tot 8 guldens. De rogge 5 guldens 't mud. Boter 80 cent Nll. In de maand Augustus een anhouwend regen. Den 20 stroomenden ons weiland voor groots gedeelte weer onder water. In den nacht van den 24 op den 25 Augustus een stortregen met een frezelijken strom.
Men leesde in de Nieuwspapieren dat in Rusland, Polen en andere streeken de rivieren overstroomd waaren en een meenigte van menschen en vee verdronken waren. In die streeken meer dan hondert steeden en dorpen waren verwoest. Ja zels in Groningen, Vriesland en 't Kampereiland overstroomd is geweest. Men berekend dat alleen op Kampereiland voor zestig duizend guldens aan hooigras verdronken was.
In Februarij een felle vorst met veel sneeuw. In 't laaste van de maand Maart dooiweer. Den 30 stroomde ons bouwland onder water. Den eerste April over den Lurendijk, den derden April over den Hogeleurschendijk heenen. In deze winter is den strenschen winter bij menschen heugen. In Maart vrooren de rivieren zoo dig als er ooit plaast heeft gehat. 't IJs dat er paseerde
op den 25 en 26 Maart was 3 a 3½ voet dik.
Men leesde in de Nieuwspapieren dat men in laaste van Maart
met sleede en paard over de Zuiderzee paseerde.
In Januarij zestien hondertzesenzestig [D...] vroor en sniewin 't zeer heftig. Stijf zes weeken stond de vaart geheel stil drie weeken voor men geheel naar zijn wil. Het voornaamste dat hier wort genoteerd is dat er zoo veel ijs kwam in Meert. De 16 Maart begon op nieuws te vriezen. Den 17 moesten de schippers hun wins verliezen. Den 18 liepen veel menschane voor de stad op ijs. Den 19 paseerde naar de andere zij. Den 20 schoot weer naar voorjaar zaizoen. Den 21 leek 't of de wind weer wat anders zou gaan doen. Den 22 was de wind weer [..elder] aan 't vriezen. Den 23 begon 't ijs zijn kracht te verliezen. Den 24 al vroor, en verloor 't ijs zijn kracht. Den 25 zijn er veel gekomen over ijs met hun vragt. Den 26 reede men met Paarde en slee over 't ijs. Den 27 's nademidaags zeilde schuiten de stad voorbij. Den 28 heeft de oostewind op [...] hoogs gezet. Den 29 was de vaart daar over nog belet. Den 30 kwaamen eenigen daarover varen en loopen. Den 31 liepen nog eenigen Pazoonen over en weer [...] Den 1 Apri waaren de scheepen aan wal vasgeleg. Dit is genoteerd door de loos zijn knegt. Om door Godsts groote wonderen en de kracht te doen helpen houden in gedag.
Anno Amsterdam! In de maand van Januarij zestienhondertzesenzestig volgens 't Amsterdamsche Algemeen Handelsblad Nº 1066 in Maart des 16 jaars 1845
Men konde ons bouwlanden in begin van Meij eerst beginnen beploegen en bezaaiien. Ons winterkoorn bleeft nog in leven. In Junij tweemaal zomerwater. In Augustus ondekte men verrotting aan de aardappels. 't Loof worde zwart en droog niet anders of het bevrooren was, voornamelijk aan de beste soorten.
Men leesde in de Nieuwspapieren als in heel koningrijk, ja zels in andere landen 't zelde ongemak aan de aardappels. Zij worden in de maand van October duur. Men verkocht 't mudde voor 3 a 3½ gulden. In November 4 tot 5 guldens. In December 5 tot 6 guldens.
(in ander handschrift later bijgeschreven)
Tot in
1884 nog niet zoon gewas van aardappels weer gehad als in de
voorige jaren want hoorde men niet van rotten en bederf later alle
jaaren.
Den 2 Januarij een aandrang van water. Den 3 stroomde den heelen Emmer als een zee. Den 5 vanlende. Den 12 die maand weer verdweenen. Vervolgens schoon weer. Den 20 die maand een aanhoudenden reegen. Den 24 een was in 't water. Den 28 den zelden maand stroomde ons bouwland opnieuws weer onder water gelijk een zee. Den 30 over den Lurendijk. En bleeft op ten hoogte tot den 6 Februarij dien heelen winter geen vorst. Den 9 April alweer een andrang van water. Den 13 stroomde ons bouwland voor de derde onder water. Ales is in een zee verandert. Den 30 stroomde 't over den Lurendijk.
In deze winter is ons koorn geheel verdronken. Den 3 Meij konde men ons boulanden eerste biginnen te beploegen. Den 16 Meij toen was ons bouwlanden zoo [..at] en stijf, dat men de zelde niet meer konde beplanten, nog bezaaisen worden. Daar is een meenigte bouwland dat van dit voorjaar niet bezaaid konde worden. 't Moets maar onbezaaid blijven liggen. 't Zomerkoorn viel tegen. Wie kan men denken wat men in onze bergen en scheuren konde in oosten weinig of niets. In de nazomer de ardappels waaren weer aan verrotting onderhevig als in 't vorig jaar. Boomvrugten waaren niets. In deze nazomer worde nogal veel hooi gewonnen. 't Vette vee duur. Men berekend voor een beste vette os of koei 45 a 48 cent 't Nedersl ll. De prijs van koorn weite 12 a 13 Guld rog 10 a 11 Guldens geele erften 10 a 11 Guldens gerste 7 Guld Boekw 10 Guld per mudde boter 85 a 90 cent 't Nederl ll verkensvlees 48 a 50 cent Ned ll.
In begin van Januarij vrooren de rievieren dig. Den 29 die maand hoorde men 't geschut te Doesburg tot losgaan van den IJssel. Den 30 Was den IJssel bij ons nog dig. Den 31 een weinig beweeging met een aandrang van water. Smorgens konde men de weg naar Steenderen met kouzen en schoenen paseeren. Smiddags met den aak. Savons was ons weiland in een zee verandert.
Men vreesde voor ons bouwland. Des nagts om twaalf uren vijf
duim gevallen. Des morgens den eersten Februarij zestien duim
gevallen. Dezen aandrang kwam om reden dat den IJssel tot op den
bodem verstop was. Vervolgens bestond een duurte van alle
levensmiddelen. Ja zels een hogersnood. In Februarij koste de
weite elf guldens. Rogge negen guldens. Boekwite acht guldens.
Geele erften en boon acht guldens. Haver vier guldens 't mudde.
En in Junij koste de weite 19 a 20 guldens. Rogge 16 a 17 guld.
Boekweite 11 a 12 guld. Geele erften en boon 16 a 17 guldens.
Haver 17 a 18 guld. 't mud. Aardappels waaren niet meer te koop
voor de geringen man. De rijke heeren betaalde zooveel voor als
als maar voor gevraagt worden. Ja zels negen a tien guld. voor
een mudde.
Men hoorde op veele plaatsen van een oproer en
hongersnood. Niet alleen in dit rijk, maar in heele Europa.
't Koolzaat koste in October in 't vorige jaar 290 a 300 guldens 't
last en in Junij 450 a 500 guldens de duizend [..]koeken [..]
guldens. Lijnkoeken waren niet meer te koopen. In dit naarjaar de
aardappels opnieuws aan 't bederf of verrotting onderheevig
gelijk als 't vorige jaar. 't Mudde koste in October 2¼
Gulden. Weite weer [..] de rogge zeven 't mudde. Boter 90 cent 't
Neders pont.
Wij hebben den heelen winter hoog water. In begin van April een aanhoudendde warmte en veel gras in ons weiland. Maar den 28 die maand een was in 't water. Den 30 stroomde ons weiland daar onder. Ons vee moest alle naar de stallen. 't Water ter hoogte van 15½ voet. Men vreesde voor ons bouwland. Den eersten Meij vallende. Den tienden waarde ons vee weer in 't weiland. 't Winterkoorn staat goed. De prijs van koorn de weite 8½ rog 6 guld 't mudde. Guste vee duur. Die worden verkocht tegen 30 cent ll. De verkens of keujens twee Guld per week. De aardappels 270 cent 't mudde. Men hoorde in deze zomer veel van de lonk ziekte onder 't vee. Voornamelijk in en bij de stad Zutphen.
In Januarij waren de rivieren dig gevrooren. Van los gaan van de rivieren hoorde men op veel plaatsen van ongelukken. Voornamelijk tussen Maas en Waal. Van doorbreeken der dijken op veel plaassen. In de maand Meij hebben wij een weinig zomerwater gehat. De oost van 't hooi vrij goed geluk. In de maand van Junij den twaalfden indien nagt is de boekweite op de hooge gronden totaal bevrooren. De rogge heeft veel geleden. De hof een boom vrugten ingelijks. Men hoorde veel van sterfven onder de verkens.
Veele boeren hier en elders die al hun verkens dood harden. 't
Sterven van menschen aan de kolera is op veele plaatsen in dit
najaar zeer treurig geweest. Voornamelijk in de steeden Arnhem,
Utrecht, Hage. Ja zels in alle de steeden van Holland, Vriesland,
Groningen, Overijssel, zels in Pruissen, Brabant, Frankrijk,
hebben veele menschen hun leven aan de kolera verloren.
Voornamelijk den 17 September smorgens om acht uuren: Mijne
Dierbaarste.[1][2]
Den zesden Februarij stroom onder water daarbij een hevige storm. Men hoorde veele ongelukken in Noordbrabant. Bijna al ons winterkoorn verdronken gelijk als 't vorige jaaren. In de maand April zijn de dijken die van deze winter zeer veel geleden hebben van den bouwplaas den Grooten Emmer aanmerkelijk verhoog en versterk geworden zijn. Aanbesteed voor driehondertenvijftig guldens. De prijs van koorn weite 8 rog 4 boekweit 5 guld mud. In deze zomer weinig gras. Hooi duur. De geele erften zijn van dit jaar zoo sleg dat men allen moeten maaijen zonder dat ze gedost behoeven te worden. Lijn zijn van de muizen opgevreeten geworden. Niet alleen hier, maar ook in andere streeken van ons rijk. Ja zels ook in andere landen. De prijs van de boter koste 44 a 50 cent 't Neder ll. De aardappels een guld 50 cent 't mudde.
Noten:
[1] Berendina Addink, d.v. Evert Addink en Jenneken Breukink, geb. Steenderen 09.11.1797, ged. Steenderen 12.11.1797, overl. Steenderen 17.09.1849.
[2] Zie ook p.209
In deze winter geen vorst ons winterkoorn staat goed. Bijzonder schoon. De rivieren den heelen winter zeer laag. Den eersten April een was in het water 't klein ten hoogte tot boven aan den Emmerdijk. Den tienden vallende. Den twintigsten weer verweenen. In deze tijd hoorde men van schaarsheid aan voeracie. 't Hooi koste 21 a 22 guldens. 't Stroo 11 guldens 't halve Nederll 't duizend. De prijs van koorn als 't vorige jaar. In 't najaar 't vette vee goedkoop. Men betaalde niet meer voor de beste vlees dan 24 cent 't Ned ll De vette verkens de zelde prijs. In de maand Meij een was in t water ons weiland daar meede geplaag geweest. Daar bij veele regen. Men konde voor den zestiende Meij ons landerijen niet beploegen nog bezaaisen ons weiland bleeft overstroomd tot op den eersten Augustus weinig vallende. Den heelen zomer altijd hoog water. Ons weiland heeft veel geleden.
In Februarij een aandrang van water ten hoogte tot boven aan den Emmerdijk. Vervolgens schraal weer. Alle nachten vorst. In dit jaar geen gras in weiland. Ons koorn staat goed en prijshoudend. In September een was in water den 26 stroomde ons weiland daar onder. Men hoorde in die tijd van veel ongelukken boven aan de Rijn van verdrinken van menschen en vee. Den 2 October een hevigen storm met veel regen. Ons vette vee worde duur verkocht om na Pruissen gestrandpoteerd te worden. Appels in overvloed goedkoop een gulden 't mud de besten.
In deze winter geen vorst. Op den 4 Februarij en de volgende
dagen veel sneeuw. In Maart een aandrang van water. 't Water
blijve voort duuren. Den eersten Meij vallende. Men konde ons vee
niet in 't weiland doen voor in midden van de maand Meij om 't
land te nat was en week. Op den achten Maij den ganschen dag een
gedugte sneeuwbui. Men was genoodzaak om ons vee dat buiten was
in ons weiland om savons weer op stal te zetten. Vervolgens den
heelen zomer een hoge rivier. Ons weiland was in een aakeligen
toestand. Men hoorde in deze zomer van veele ongeluk ken in veele
streeken de veld staande vrugten totaal verhaageld was. In de
maanden van Junij en Julij. Op den 26 September op veele plaatsen
een alderaakelings weer van veele stevige storm en
regen.
Men leesde in de Nieuwspapieren van den 26 September. In Zuid
en Noordholland van een hevige storm en onweerder van verdrinken
van menschen en vee, van verongelukken van scheepen op zee en op
de rievieren en doorbreeken van zeedijken voornamelijk in
Rotterdam is de zee zoo hoog opgezwollen dat 't water de heele
stad niet alleen de kelders pakhuizen maar de laag gedeelte der
stad onder water gezet was zels 't zeewter heeft op veele plaasen
zoo diep in de huizen gestaan tot over de toonebanken. Te Gorkeum
ingelijks een meenigte van vee in die omstreeken buiten in 't
weiland verdronken 't Kampereiland is die zelden dag overstroomd
geworden. Een menigte van vee verdronken was 't worde gemeld dat
den zeedijk tussen Rotter-
Rotterdam en Schiedam heeft gestaan om te bezwijken. Daar heeft meet dan duizend menschen aan moeten werken, om dien dijk in stand te houden. Had dien dijk doorgebroken dan was heel Zuid en Noordholland verdronken. Vervolgens den tweeden en derden October in de streeken van Amsterdam een magtig onweer hier en daar brand veroorzaakte. 't Vee in weiland door den bliksem doodgeslagen. Vervolgens van den 18 October tot op den 18 Januarij van 't volgende jaar geen regen. Altijd droog weer. Uit Wenssterwijk: den 2 Julij is daardoor een zwaren hagelslag geteistert geworden. Boom en hofvrugten totaal vernielt.
In Januarij en vervolgens een strenge winter en felle vorst en veel sneeuw met zeer laag water. De rivieren waaren tot op den bodem toe bevroren. De scheepvaart was geheel bestremd. In Februarij den 20 dooiweer met een weinig aan drank van water. Den eerste Maart en vervolgens warme dagen is de zomer begonnen. Den 15 Maart is men beginnen te ploegen. Ons bouwlanden was zoo droog dat men in die maand al ons lege bouwland konde omploegen. Ja zoo bekwaam als hofland. En volstreg den heelen winter geen hoog water. Op den 18 en 19 Junij een was in 't water. In den avond van den 20 zwaar onweer hier en elders brand veroorzaakte. In deze zoomer een vrugbaar zoomer. Mooi koorn worde florizant binnegeoogst. Gras in overvloed. 't Vette vee duur. Voornamelijk de jonge ossen. Een anderjaarijge os worde voorbetaald 75 a 85 guld. Voor een derhalfjaarige os 140 a 150 guld. Laat in de herfst niet meer te koop.
In Januarij den 2 een hevigen storm. Men
hoorde op veele plaatsen van ongeluk-
ken voornamelijk op de
Zuiderzee. In dien tijd een hoogwater ten hoogte van 16½
voet en veel kwel op ons bouwland. Vervolgens den 18 Januarij. Is
de winter begonnen met veel sneeuw en vorst. De rivieren vrooren
alle dig. In begin van Februarij een weinig dooiweer, maar
vervolgens een aanhoudende koude met veel sneeuw. Dan 20 Februarij
dooiweer met een weinig was in 't water. Den 4 Maart hoorde men
het geschut te Doesburg tot losgaan van den IJssel. Daarbij een
fellen aandrang van 't water. Den 5 stroomde ons bouland onder als
een zee. Des avonds hoorde men het geschut te Doesburg en in de
naburige steeden tot aankondiging van een doorbraak van de
Rijndijk te Bisselink[1] bij Dusseldorp. Den
volgenden morgen stroomde het over den Hogen [..] Dijk. 't was ten
hoogte 26 voeten. Vervolgens hoorde men een jammertoneel van
verdrinken van menschen en vee van wegdrijven van huizen boomen
enz Den Rijndijk bij Wageningen is doorgebroken. Door dien
doorbraak is ondergelopen de dorpen Veenedal, Scharpenzeel,
Hoevelaken, Renswoude, Lunteren, Eede. In al die plaatsen op de
Hooge Veluwe zijn overstroomd geworden. Een menigte van menschen
en vee verdronken. 't Water is zels tot Amesvoort gesteegen. Daar
is veelle schaade aangerigt. Honderden van menschen hebben van die
plaatsen de vlugt moeten nemen tot Utrecht. In Utrecht is een kerk
daar 600 menschen in gehuisvestig zijn geworden. De overigen zijn
in anderen schoolen en gestigten ingenomen.
Noten:
[1] w.s. Bislich; zie Wikipedia
De huizen staan in de meeste dorpen tot aan de dakken in 't water en veele die waaren bezweeken. De inwoonders hebben 't met geweld gekeerd. Zels de militairen magt heeft daar ook deel aan genomen of de stad Utrecht hat ondergelopen. 't Zelde geval heeft in jaar 1746 ook plaast gehat. Die zelden tijd in de Betu is het aldertreurist, [...] Heteren en Lienden zijn vijf doorbraken geweest en de heele Betu is overstroomd geworden. Te Kulenburg zijn een menigte van menschen gehuisvestig geworden die al haar haven en vee verloren hebben. In NoordBraband is de overstrooming heevig geweest. Tussen Maas en Waal staan alle huizen tot aan de dakken in het water. Daar hebben veelen doorbraken plaas gehat. De berigten uit 's Hertogenbos is allertreurigs. Duizenden van menschen zij in kommer en noot. Volgens berigten staat die stad voor twee derde onder water. De heele Betu staat onder. Een meenigte van menschen en vee verdronken. De rivieren waaren bedek met vee en huisraad. Daar waaren eenige dorpen die op gehoop waaren met inwoonders die vol van kommer en elende van alles beroof waaren en niet 't eeten harden. Daar die doorbraaken gevallen waaren, zaaten een menigte van bunders bouw en weiland onder 't zand. Hunne huizen en woningen waaren vernield door den fellen stroom weggedreven. Tussen Arnhem en Westervoort is een doorbraak gevallen. Berigten van den 5 Maart uit Keulen staat ten hoogte van 26 voeten en nog sterk wassen. Van Elden tot Harderwijk stroomde 't water een voet over den dijk. Te Zutphen is de paalbrug voort groots gedeelte gaan drijven door 't zwaar ijs. De Deventer is veele schaade veroorzaak. Te Zwolle is bij menschen heugen 't water niet zoo
hoog op vier voeten geweest als op den 6 Maart. Toen 't water weer verdwenen was, waaren die menschen in een diepen armoede. Al haare vooraad was verdweenen gelukkig bij volle maan en volstreg geen wind dan zou die ongelukkige menschen nog veel erger zijn geweest. Toen besloot onzen koning voor die ongelukkige menschen door 't heel rijk een collekte dien op den 20 Maart lans de huizen geschiede.
Noordbrabant ƒ 14.882,41 Gelderland 46.250,29 Zuidholland 147.868,65 Noordholland 121.250,21 Zeeland 13.320,25 Utrecht 25.726,45 Friesland 25.925,21 Overijssel 18.840,30 Groningen 19.885,56 Drente 4.879,19 Limburg 8.817,56 Dus door heel rijk ƒ 451.912,26 Daarbij is nog gekoloteerd en Engeland Frankrijk Duitsland Zwitserland en België ƒ 6.150,74 Dis in geheel ƒ 509.000,00 Toen worde uitgedeeld in de Provincie Noortholland ƒ 78.895,00 Gelderland 338.485,00 Zuidholland 22.905,00 Utrecht 68.175,00 Dus worde uitgedeeld ƒ 509.000,00
In deze zoomer hoorde men van onweer op zondag naderend
dene 29 Julij is in dorp Heussen in de Betu den predikant op
den
op den Predistoel door den bliksem dood geslagen. Zijne
toehoor zijn met schrik vrijgekomen. De kerk is niets [...]
beschaadig.
In Meij konde men onze landerijen bij uitstek best beploegen en bezaaien. In midden van de maand Meij een weinig zomerwater. Den eersten Junij begon op nieuw weer te wassen. De volgende dagen wassend 't zoo heevig alle vier uren zes duim of een half voet tot op de hoogte van 15 voet 4 duim. Zoo dat als ons vee dadelijk 't weilanden moeste verlaten en 't zelde in een zee veranderde in een tijd van drie dagen. Nu moest dat vee in de stallen hoogere weidens waaren op 't oogeblik niet te krijgen die geen klaver hat of de klaver onder water zat die moest Maart koorn van 't land afmaasen om maar aan 't vee te voeren. 't Was alleen niet in deze streeken, maar op veele plaatsen nog erger. Niets als hoog water in Braband Frankrijk waren de rivieren alle buiten haar oevers getreeden en de landerijen wierden onder water gezet. Den 5 Junij is het weer een weinig begonnen te vallen. Het was te Keulen den eersten Junij 17 voet en den tweeden 21 voet hoog dus is 24 uren tijds vier voeten gewassen. Te Nijmeegen was den 2 Junij 3 ellen 87 duim, den 3 Junij 5 ellen 52 duim. Dus in 24 uuren gewassen een el 65 duim. 't Water is volgens mijn aantekening drie duim hooger geweest als in den zomer van 1816 volgens mijn aantekening op bladzij 2. In den omstreeken van Zutphen zijn duizenden van mudden aardappels verdronken. Den 8 Junij was het 13 duim gevallen. Den 9 weer een nieuwen was. Den 12 was t weer de hoogte van 14 voet 8 duim. Den elfden Junij heb ik van 84 stuks vee 23 stuks op stal staan, 18 bij huis in den bogert, 19 in de Hooimate die half onder water staat, 24 stuks naar Steenderen op de Heeckerenskolk, van de 15 stuks paarden 10 op stal,
twee in den bogert en drie op den Heeckerskolk. En 't andere weiland zat al onder het water. En dat in de maand van Junij.
Men leesde in 't Handelsblad van den 10 Junij[1] uit Frankrijk dat de stad Lijon van de 150 huizen maar elf waren blijven staan dien door den fellen stroom waren meede gesleep. De rivieren waren bedek niet alleen met huizen huisraad maar ook met menschen en vee. De schaade van den vloed worde in een arrondissement op 12 milioenen Franken of 6 milioenen Guldens begroot.
Ik heb den 16 Junij de melkoene weer naar de weide kunnen doen. De guste of vette koene ook. 't Water hat dien dag de hoogte van 12 voet 2 duim. 't Hooigras dat bevrijd is gebleven van 't water worde verbazend duur verkocht. Daar worde voor een bunder hooigras betaald tweehondert, ja zels ook tweehondertendertig Guldens. Een meenigte van weiland dat onder 't water heeft geseeten en door den IJsselstroom door slibbe en ongemakken bedek was, worde zels geld toegegeven om 't verrotte gras af te maaijen. 't Zomer koorn is meest al verdonken. De weite die een voet diep heeft gestaan, heeft veel geleden. De prijs van 't koorn: de weite in Julij 17 a 18 Guldens. Rogge 12 Guld 't mudde. De boter 19 Guld 't achte vat.
In den nacht van den 11 op den 12 Augustus worde men ontwaakt door een fellen stormwind vergezeld door een fellen donder en bliksemstraalen en stortregenen. Men hoorde op veele plaatsen van ongelukken van eene verwoesting van instorten van
Noten:
[1] “Niet alleen ziet men op de overstroomde plaatsen doode dieren, stukken huisraad, enz. drijven, maar ook lijken van menschen. In een brief uit Lyon wordt gezegd, dat op zeker punt, van de 150 huizen slechts elf staande bleven. Om een begrip te geven van den omvang van de ramp, kan dienen, dat de schade alleen in het arrondissement van Arles op 12 millioen frs. begroot wordt.” (Algemeen Handelsblad no.7641 van 10.06.1856, Dag)
huizen, omwaaien van boomen. In de streeken van Utrecht heeft het veele schaade aangerigt. De stad Kuilenburg heeft veel geleden door 't instotten van huizen in die streek is door een bliksem straal een boerderij in brand geraak.
De prijs van 't koorn. De weite 13 a 14. Rog 11 Gld 't mudde. Boter duur van 23 tot 24 Gulde [...]. 't Runtvlees 30 a 35 cent. 't Verkensvlees 27 a 30 cent 't Nederll. De drachtige of kalfkoenei zijn verbazend duur. Een koejen van zeshonderd ponden mooi en jong 150 tot 160 Guldens. De guste koene worde verkocht tegen 25 cent 't halve Nederll. De paarden hat duur. Een goed boerenpaard worde verkocht voor 3 a 400 Guldens. De heele besten van 5 tot 600 Guldens. De oude knollen zijn na rato duur.
Nu heb ik de Emmer verlaten op den een en twintigsten November en ben naar Steenderen op den Heeckerenskolk gaan woonen.
Egbert Wijers Heeckerskolk den 21 November Jaare Achtienhondert zes en vijftig.
NB als 't water te Keulen de hoogte heeft [...] 21 voet heeft bij ons de hoogte van 15 voet 4 duim of 4 elle 3 palm. Als 't te Keulen de hoogte heeft van 28 voet Keuls heeft het te Zutphen de hoogte van 18 voet. Als 't water te Keulen de hoogte heeft 27 voet 2 duim dan staat 't op de dijken [...] dijk op de zoomerdijk en den Koematendijk loop bij ons onder.
In deze winter een zagte winter altijd
droog weer voor Meij had men al veel gras in 't beste weiland in
't begin van Meij meer schraal weer. Ons winterkoorn staat
redelijk goed. Den heelen winter laag water niet boven de zeven
voet hoog.
Daaropvolgend een groote droogte. Ons weiland was veel in een erg[...]aat verdroogt. 't Vee moest op veel plaasen hongerlijden.
't Hooi worde niet veel gwonnen en verbazend duur verkocht. Ons
winterkoorn ooste men in midden van Julij binnen. Ons zomerkoorn
staat rijp. Nu en dan wel eens bui regen. Zelden anders als met
onweer maar 't was zoo weer verweenen.
Men hoorde in deze zoomer veel van ongelukken van inslaan van 't weer dat op veel plaatsen brand veroorzaakte. 't Water in de rivieren was zoo laag als bijkans geen schepen of stoombooten meer konden vaaren. 't Was te Keulen den hoogte van 5½ voet in veel weilanden was men niet in staat om drinkwater voor ons vee te behouden.
Door dien felle droogte hoorde men veel van veenbranden. In onderse heiden veen en teurfbranden in de omstreeken van Drente daar duizenden van arbeiders aan 't werk waaren om die branden te blussen.
De Pruissische stad Vreden op den 4 en 5 Augustus een verschrikelijk brand heeft gewoeid. Van de 360 huizen dien in dien stad [...] bevonden 292 woonhuizen en 53 scheuren een fabrik zijn geheel verwoest. Men hoorde in dien tijd niets anders als van brand.
Den 8 September een milden regen. Men zag ons dorsend ardijk was overgegaan in een ande[r..] verscheinsel. Maar vervolgens hield de droogte aan de leege bouw of weilanden konde men niet beploegen nog bezaaisen. 't Water was zoo laag in de rivieren dat bijkans geheel verweenen was.
In begin van October was 't water te Keulen de hoogte van 4
voet. Scheepen op stoombooten konden de rivieren niet meer
paseeren. Een meenigte steeden en dorpen was geen water meer voor
menschen en vee. Men leesde in de maand November dat 't water te
Keulen de hoogte van 2 voet 2 duim. De geheele maand op de zelde
hoogte tot op den 15 December tekend 't water te Keulen 2 voet 10
duim. De armoed onder de geringe schippers is allertreuris. Die op
de rievieren hun brood moeten verdienen, zij hebben zedert
Augustus haar werkzaamheid niet kunnen voortzetten. Veelen die
haar touwen en ankers hebben moeten verpanden voor geld om daar
brood voor te koopen.
Te Zeis is den 10 December een vrouw
overleden in den ouderdom van 110 jaaren en 7 maanden.
Den 3 julij op zondagavond hoorde men in de verte 't zuidwesten
een zwaar onweerder opkomen die een lange tijd aanhield.
Men
leesde in het Nieuws Papieren dat die [...] veel schaade heeft
veroorzaakt heeft in NoordBraband, van hagel en stromwind. En
vervolgens in eenige streeken ja zels bij Arnhem, Rozendal, Velp,
te Apeldoorn, vervolgens te Voorst, aan de kant van Brummen, en te
Zutphen 't koorngewas, de hof- en tuinvrugten totaal vernielt
heeft en vervolgens op veel plaatsen brand veroorzaakte. Die
zelden bui heeft voort gewoeid tot in Friesland.
Vervolgens 't
heele najaar droog weer. Geen regen. 't Water was te Keulen niet
hooger als 2 voet 6 duim. Daar was geen water in slooten of kolken
meer bekend. Om drinkwater te krijgen voor menschen en vee was men
niet in staat om te behouden. Daar was geen enkele de pomp of put
meer of zij moesten uit ruimt worden.
= Zie bladzij 120 =
Ons vaderland wierd voor negentienhondert jaaren door de Vriezen en Batavieren bewoond. Dezen waaren hierheen getrokken. De Batavieren kwaamen uit Duischland en de Vriezen uit Zweeden en Noorweegen. Voor dien tijd woonde hier andere menschen dog die hadden dit land verlaten. Dewijl er een groote overstrooming had plaast gehat. Zij vonden dit land onbewoond. Er waaren toen geen dijken om ons land zoo dat geduurig onder water liep. Dan moesten zij op hoogere bergen hun vlug neemen. Daar hadden zij hutten geboud, want huizen zoo als wij nu hebben konde zij toen niet maken. Zij kleeden zich met dieren velden, dien zij om 't lighaam sloegen, want zij konde niet spennen weven nog naaijen. Des zoomers droegen zij geen kleederen. Hun dagelijks werk was vissen, jaagen en oorlogen. Schoolen waaren er niet. Zij leerden ansders niets als paarderijden, zwemmen, met pijlen schieten. Honger en dos koude konde zij verdragen. Zij konde met hun gewapende over breede rivieren die vel stroomde, zwemmen, schieten en vegten konde zij bij uitstek goed. De boekdrukkerskunst was nog niet bekend. De boeken en bijbels wierden geschreven. Waaren zeer duur. Zij stigten de eerste kerk te Uttrecht, in begin van de zevende eeuw. De landbouw wierd door oude mannen en door de vrouwen uitgeoefvend. Wild vische vlees van tam vee, boter kaas haver garste en wilde aardappels, waare spijze. Andere soorten van koor was niet bekend. Zij dronken water en eenig soort van bier. Zij waaren heiden van haar godsdienst. Zij aanbaaden hunne
afgoden in groote bossen. Ook in de beschaving waren zij veel bij ons ten achteren, want voor drie guldens zestig cent mogt men iemand een arm of been breeken, voor vier guldens den neus afsnijden, voor acht cent een vuisslag geeven, voor twintig guldens een bejaard mensch en voor zestig guldens een leeraar of priester doodslaan. Gemeenschap met andere landen was er niet bekend. Bij misgewassen bestond een groote hongersnood, want zij konden geen vooraad uit andere landen bekomen. In den jaare 1045 onderstond er zulks een hongersnood dat de reijzigers en kinderen waare vermoord en wierden opgegeeten. Kerken en heerenhuizen waaren van steen dog beurgers en boerenhuizen waren van hout zonder schoorsteen en met stroo gedek. De geringe menschen woonden hier en elders in de grond of in bossen. Aanzienden rijken aarten tarwen brood, de geringen paardevlees. Als beurgers of ingezeeten verschil kreegen om dien te beproeven, liet men den beschuldigen in 't water zakken en na mate hij dan terstond zonk of boven dreef, wierd hij onschuldig of schuldig verklaard. Ook gaf men hem te beproeven of hij schuldig was. En wanneer van dien zaak een uitspraak of een beslissing was genomen, dan moesten die twee gevonnisde 't regt om tot een tweegevegt uit te dagen. De boeren waren slaven. De burgers wierden veracht en bespot, wanneer die gevonsens ter dood zouden gebracht worden, wierden zij veroordeeld om levend te begraven te worden. In den jaare 1423 is de boekdrukkers uitgevon-
gevonden door Laurers Koster te Haarlem. In den jaare 1500 verklaarde Spanjen een oorlog aan ons Vaderland, die tachtig jaaren duurden. In dien tijd was niet anders als moord en branden enz. De Spaansen of Spaanjaarden, te Brussel lieten zij zestien van de voornaamsten uit de stad onthoofden. En de hoofden van die doode menschen op een paal te pronk zetten. De gevangenissen waren te klein om alle de gevangenen te bergen. De Spanjaarden lieten door vreedheid achttien duizend menschen uit ons Nederland vermoorden. En veele de tong tussen twee ijszers liet schroeven. En van vooren deed branden met een gloeiend ijzer om zij niet konde klagen tegen 't volk. Boven dien nog veele duizend en op onderscheidene wijzen doo de soldaten lieten vermoorden. De stad Zutphen wierd door de Spaanjaarden veroverd. Zij staken de stad in brand, vermoorden alle de inwoonders die zij in hun handen kreegen en joegen veelen van de zelden in den IJssel en de overigen naak de stad uit. De stad Naarden gaf zig aan hen over onder beding, dat de inwoonders geen kwaad of leed zoude gedaan worden. Toen de burgers in een kerk te zaam gekomen waaren om den eed van trouwheid aan de Spanjaarden af te leggen, wierden de deuren gesloten en toen de kerk in brand gestooken en lieten die menschen jammer in de vlammen omkomen. Vervolgens de stad Haarlem. Daar was een moordtoneel. Driehondert van de
voornaamste burgers wierden met touwen aan elkander gebonden en toen in 't Haarlemmmermeer gejaagd en lieten haar jammerlijk in de golven omkoomen. Daar waaren in dien zelden stad maar zestig inwoonders die hun leven behielden. Vrouwen en kinderen hielpen moordadig vegten. Vervolgens de stad Leiden. In jaar 1574 door de Spaanschen belegerd. En toen beston een groote hongersnood, dat de paarden, honden, katten en ratten moesten gegeeten worden. Uit de mesthoopen wierden opgegraaven om de beenderen [..] voetsel opzogten om dat te eeten. Ook daar bestond een pest door dien hongersnood, dat duizenden van menschen van honger aan die ziekte omkwaamen. Overal lagen lijken. Zij konde niet meer begraven worden, want enkelende die nog een hand konden uitsteeken, moest de stad helpen verdeedigen. Eindelijk staaken zij een dijk door van een bijgelegen rivier om de vijanden door een overstrooming van water te verdrijven. Vervolgens de stad onder water. Daar rigte de Spaanjaarden een ijsselijke moord[..] aan en verbranden bina de heel stad. De stad Antwerpen wierden ook op een allergruwelijkste wijze de inwoonders vermoord en geplundert. Daar wierden de voornaamste burgers in haare eigene huizen opgehangen. De stad Maastricht verdedigde zig nog eenige tijd. Eindelijk aan de vijanden moesten overgeeven wirden de inwoonders bijna geheel vermoord, de overigen sprong uit vrees en wanhoop in de Maas
en verdronken om niet op die vreede wijze vermoord te worden. Sommige ouwders wierpen hun kinderen eerst in de Maas en sprongen zels na en verdronken. Vervolgens te Schravenhage. Wierd op een verschrikelijke wijze overwonnen en onder een moordtoneel trokken de Spaansen binnen de stad om de inwoonders te berooven en te vermoorden. Deze dit bemerkten greepen elk die maar konde de wapens in de hand en vocht moedig die valsche vrienden. Geld, zilver, koper en tin gebruiken zij voor koogels. Steenen pandakken en huisraad wierpen zij van de dakken en uit de huizen op de Spaanschen neder. De pooten waren opgestaabelt van gekwetsen en dooijen. De soldaten sprongen in de grachten om met zwemmen de vlugt te nemen. In de zuidelijke provincie ondervond men een treurige wijze met de inwoonders. Hun welvaard was gesloop. De beste ingezetenen waaren verhuis of naar andere streeken van ons vaderland vertrokken. De achter geblevene zag men niet als ongelukkige inwoonders. Door armoede, ziekte, hongersnood van al haare haven en vee beroof geworden. Sommige steeden en dorpen waaren heel van hun inwoonders beroof geworden. De huizen staan ledig, wierden voor groots gedeelte bewoond door wolven en andere dieren die zich zoo vermenigvuldig, zoo [..] dat zij 't vee en de menschen verscheurden en de onnozelde kinderen uit de wieg weg sleepen. De weidens en akkers laagen woest en verandert in wildenissen dat de eigenaars de zelden niet meer
kennen en sommigen hun wonigen niet meer weer konde vinden. Menschen van den aanzienlijken rank liepen bedelen. Alles was zoo duur dat de rijken lieden bijna niet konde kopen. In jaar 1590 wierd de stad Breda door de zelde vijanden veroverd. Zij wisten met een list 't krijsvolk onder in een schip in de stad te brengen en toen neit anders als roven en moorden. Vervolgens Geertruidenberg. Wierd door een vreedzame wijze verooverde. Toen de steeden Gronigen, Steenwijk en Koeverden. Wierden op de zelfde wijze behandelt. In den jaare 1596 de stad Hulst. Bij den aanval op de stad vogten zij zoo geweldig dat de grond op zommige plaatsen met bloed bedek was. Daar de Spaanjaarden 5060 man wierden doodgeschoten. In jaar 1597 de stad Turnhout. Wierd op dien zelde wijze behandelt. In jaar 1600 de stad Neiuwpoort. Men vogt zoo heldhaftig dat zij de vijanden op de vlugt werden gejaagd. In dat zelde jaar de stad Ostende. Daar de vijanden drie jaaren de zelden stad belegerdden. Toen de stad geheel verwoest was en door de Spanjaarden was ingenomen hadden zij 50.000 man 't leven gekost. In 't jaar 1607 vochten zij op zee vreedzaame wijze tegen elkanderen. Daar waren 70.000 matrozen in dienst. Daar wierden jaarlijks 2000 scheepen geboud en verscheidene scheepen lieten zij in de lugt springen. In den jaare 1609 wierde een twaalf jaarige wapenstilstand getekend. Toen dien tijd van twaalf jaare om was begon den oorlog met de Spaansen op nieuw. In 't jaar 1621 op 't leven van onzen Prins
aangeleg om hem te vermoorden. Maar hij bleeft nog in behouw van zijn Nederlanders. Maar tog twee jaaren later is hij aan dien kwaal overleeden. Hij stierf in den ouderdom van 57 jaaren. In den jaar 1628 veroverde onze zeehelden de Spaansche vloot die 12 milioenen Guldens waardig was, In 't jaar 1629 veroverde den Spaanschen bevelhebber de stad Hertogenbosch. Daar viel een droevige slag voor dien hij reeds twee maalen tevergeefst beproeft had. Vervolgens bemachtig hij de steeden Maastrich en Limburg en meer andere steeden en viel een moordtoneel voor met de inwoonders in ons Nederland. In jaar 1639 viel er een geweldigen zeeslag voor daar de Spaanschen een vlood van zeven en zestig scheepen onze Nederlanders aanvielen. Daar de Nederlanders haar vlood maar twaalf scheepen harden door 't moordadige vegten jaagden ons Nederlanders met haare twaalf de heele vlood van de Spaansen op de vlugt en verbreiselden haar grootedeels. Onze prins of opperbevelheber van de vlood stierf in jaar 1647in den ouderdom van 63 jaaren. Toen wierd in 't jaar van 1648 op den 5 Junij te Munster de vreede geslooten. Vervolgens de wijl nu vreede was, besloote sommige om ons krijsvolk grootedeels af te danken om de belastigen te verminderen, doch eenigen waaren daar tegen. Dit wierd ongelukkig een nieuwe bron van twist. Onze steedehouders lieten zes leden van de voornaamsten uit ons Nederland gevangen neemen en beproefden om Amsterdam de gewapene macht naar zijn zin te dwingen dog dit mislukte hun. Alzo ging 't op nieuw al weer tot een oorlog voort. De Prins of
steedehouder overleed in jaar 1650. Ons land was nu zonder stadhouder. Toen wierd ons Nederland eenige tijd door den adel geregeerd, terwijl elke provincie eene stadhouder had. Vervolgens wierd een Engelsche konig onthoofd in jaar 1652 zonder wettige redenen. Toen verklaarden de Engelschen aan onze Adelle Heeren opnieuws den oorlog. Daar voelen moordadige zeeslagen voor waar onze Nederlanders veel roem ophaalden. Die voornaamste zeeslag viel voor op den 28 Februarij 1653 en twee volgende dagen, op de Middelandze zee. De Engelschen hadden zes scheepen en twee duizend man en onze Nederlanders negen scheepen en zeshonderd man verloren, Naderhand leverde de Nederlanders nog drie maalen slaags tegen de Engelschen en daar wierden moordadig gevogten. Wierden eindelijk van weerzijden den oorlog moede, zoo dat den 15 April 1654 de vreede gesloten werd. Wij hadden bij dien oorlog 1600 koopvaardijscheepen met hun ladigen verloren. De vreede duurde maar een tijd van elf jaaren. In jaar 1665 geraakten wij weeder met Engeland opnieuws in den oorlog. De Engelsen hadden veele onze bezittingen in Afrika reesd in stilte veroverd voor den oorlog verklaaring. Onze scheepen en regeering nam dezelde spoedig weer bezit en veroverde op dien togt 34 Engelsche koopvaardijscheepen met dezelde lading. Bij de terug rijsde ontmoeten zij nog een zeer sterken Engelsche vlood die zij gelukkig ontvlugten. In den jaar 1666 hadde ons Nederlanders nog vier dagen een zeeslag. Daar de Engelschen verloor 6000 man aan dooden, 3000 man aan gevangenen en 23 groote scheepen. Ons verlies bedroeg zig
2000 man en 4 scheepen. In dien slag sneuvelden onzen dapperen
zehelden. Een vader en vier zijner zoonen. In dezen oorlog viel
nog meer zeegevegten voor, waar de Nederlanders groote roem
behaalde en de Engelschen dikwijls de vlucht moeten neemen.
De laasten overvielen de werlooze en vreedzeme bewoonders van het
eiland Terschelling en staken alle huizen in den brand door deze
laagheid wierden zij nadrukkelijk gestraft want eenige tijd daarna
onderstond er te Londen een fellen brand welke 400 straten, 13.000
huizen, 89 kerken in de vlamme verteerden. Ten laasten tasten de
Nederlanders de Engelschen in hun eigen land aan. Zij voerden de
rivier de Teems op. De Engelschen harden die rivier beschooten
door middel van dikke gloeijende ijzeren keetens. Oevers waaren
met kanonnen en de rievier met oorlogscheepen bezet. Dit alles
konde onze dapere niet tegen houden onderscheidenen kasteelen
wierden veroverd en vernield. De Enschen waaren zoo beangts dat
veele in de stad Londen reeds hunne kostbaarheeden en goederen
deeden in pakken om des noods met de zelder te gaan vluchten.
Vervolgens keerde onze vlooten naar 't vaderland weer terug. De
vijanden kreeg nu zooveel onzag voor ons Nederlanders dat zij
gaarne vrede wilde maken. Dit geschiede ook op den 24 Augustus in
't jaar 1667. Onze zeehelden wierden met eer overladen en ruim
bekroond geworden. Kort hierna geraakte wij in oorlog met
Frankrijk. Den Fransen konig Lodewijk den veertienden wilde zich
meester maken van de Spaanschen en de Nederlanders omdat zijn
schoonvader konig van Spanjen
overleden was. Onze Staaten wilde niet liefst eenen zoo
machtigen en heerschenden zuchtenden buurman hebben en besloten
een verbond met Engeland en Zweden. Hij wist het drie voudig
verbond te verbreeken en stookte Engeland, Munster en Keulen tegen
ons op. Alle deze mogendheeden verklaarden nu in jaar 1672 den
oorlog aan ons kleine landjen en tasten ons van alle kanten aan.
Ter zee ging het ons voordeeligs maar te lande niet want de
vijanden bemeersterde bijna de helft van ons vaderland want zij
harden ruim tienmaal sterker macht dan wij. Te Zwamerdam en
Bodegraven gedroegen de Franschen zich als wreede monsters. De
Engelschen beproefden nu om op het eiland Tesseld te landen en dan
een aanval op Amsterdam te doen. Dit wierd hun belet door een
hooger vloed op zee. En daarbij een aanhoudende storm, dat de
vijanden onze kusten moesten verlaten en toen wierd heel
Noordholland onder water gezet om de vijanden te keer te gaan.
De stad Gronigen verdedigde zoo dapper dat de Munsterschen dezelde
te vergeefst belegerden en eindelijk met een groot verliest
aftrokken ook verloor de vijanden de vestig Koeverden. Zij geraken
op den 22 Augustus in 't jaar 1673 voor de vestige Duinkerken op
een bloedige wijze slaags de bewoonders van het bijgelegende
Noordholland waaren door 't hevige bulderde van 't kanonen zoo
verslagen dat zij door angts en schrik niet meer wisten wat zij
deeden. Deze slag had een voordeelig einde voor ons de Engelsschen
en de andere Monarken slooten de vreede met ons in jaar 1674 en de
Franschen slooten de vreede met ons in jaar 1678. Daar waaren de
Nederlanders een vrij volk. In
In den jaaren 1688 geraakten wij op nieuws in oorlog met Lodewik den veertienden, koning van Engeland. Zij ontnamen ons de stad Namen daar moordadig gevogten werd. In 't jaar 1697 wierd de vreede weer geslooten. Nu bleven een tijd van zeven en twintig jaaren buiten den oorlog. Oosterijk was in dien tijd tot hulp van de Nederlanders gekomen. De keizer van Oostenrijk besloot een mag van zijn volk in de steeden van Noordbraband te leggen ter ondersteuning van ons Nederland in jaar 1740 hart men een buitengewoone strenge winter. In jaar 1780 verklaarde ons Engeland op nieuws den oorlog. Zij ontnamen ons 200 koopvaardij scheepen en toen bleeft ons handel en zeevaart stil staan. Ons oorlogvlooten was in een slegten staat. Eindelijk verscheen de zelden in zee en raakte in 1781 met de Engelschen slaags. In 't jaar 1784 maakte de Engelschen vreede met ond. In 1785 was ons land in een akeling toneel van burgertwist en oproer zoo dat de konig van Pruissen een leeger voor de stad Utrecht zond om de order te herstellen vervolgens in jaar 1793 waaren Franssen op gestookt en verklaarde aan ons Nederlanders den oorlog. In volgende jaar 1794 drongen zij verder door tot aan de Waal in Nederland doch wierden zij zoo veel als 't mogelijk was door onze troeppen tegengehouden. Dog in 1795 door een buitengewoone strenge winter. Toen de rivieren dig gevrooren waaren trokken de zelde vijanden daar over en overwon zeer gemakkelijk ons geheele vaderland. Op veel plaatsen wierden zij met vreugde ontvangen. Onze Prins moest met zijn familie gaan
vlugten naar Engeland. Toen waaren wij aan 't lot van de
Franschen onderheevig. Toen moesten wij zwaare belastigen
opbrengen voor onze vijanden. Onze vrijheid moesten wij hondert
milioenen guldens voor betaalen. Nu kan men denken welke vrijheid
men daarvoor hat om ons Nederlanders arm en ongelukkig te maken.
Toen raakten de Engelschen ook met Frankrijk in oorlog en ons als
vijanden aan te merken. En namen al onze scheepnvaart in bezigting
en alle onze kolonien af. Onze admiraals streeden moedig tegen de
Engelschen doch zij moesten eindelijk opgeeven.
In het jaar 1799 deden de Engelschen een landing in Noortholland.
Zij namen de vestigen Vlissing met geweld in. Zij bleeven daar
eenige dagen. Tog liep alles vrugteloos af. In 't zelde jaar wierd
den Franschen konig Napolion Bonapatte als konig van Holland
uitgeroepen en in het jaar 1804 als keizer verklaart. Toen waaren
wij onder 't juk der Franschen. Alle amptenaren of visianten,
tolbedienders, waar maar eenigsins aan de verdienen was, waaren
allen Franschen. De Hollanders worden afgezet en bedank en
verstooten van hunne posten. Daar wierden Fransche schoolen
opgerigt. Daar moest in 't Frans taal geleerd en gesprooken
worden. De jonge kinderen moesten niets anders leeren als Fransche
taal. De Hollansche taal kwam niet meer in aanmerking. Des
zondaags aan de kerken worde de pluplikatie in 't Frans afgelezen
worden. De oude schoolmeester die de Fransche taal niet meer konde
leeren, worde bedank en afgezet en weer nieuwe Fransche meesters
aangesteld. Onze zeevaart, onze koopvaardijscheepen wierden en
vervielen in de
handen der Franschen. Ons geluk wierd verwoest zoo veel maar eenigsins te doen was. Alle vrijheid was verloren. Duizende Nederlanders wierden in armoede en elende gedompeld. Koophandel, frabrikken en nerigen wierden onderdruk. Honderden van frabriken en koophandel stonden stil. Liefdadige gestigten en godshuizen wierden van het hunne berooft. Alle eetwaaren waaren ontzettend duur. Kouffiboonen, thee, zuiker, stroop, tabak en veele produken waaren voor geen geld meer te koopen. Men betaalde voor een half Neder. LL thee 5 to 6 guldens, voor een ll zuiker 2 guldens, voor een ll stroop een guld. 50 cent, voor een ll tabak 2½ guld en nog slegte waar.
Daarbij kwam de loting in werking. Zij konden
geen volk meer in den dienst krijgen voor geld. De eerste loting
viel voor in Maart in 't jaar 1810. Alle de jongelingen zij
getrouwt of ongetrout, die in 't jaar 1788 geboren waaren worde
opgeroepen. Die moesten tot een loting overgaan. Die geene die 't
ongeluk hat om een lager nummer te trekken die moest soldaat
worden. De ramplezanten of plaasvervangers worde voor betaald 2000
guldens. Ja ook wel 3 a 4000 Guldens. Zels nog meer. De tweede
loting geschiede in najaar van jaar 1810 en vervolgens alle
jaaren.
Napolion onzen keiser raakte in twist met heele Europa. Hij zijde
daar is maar eenen God, daar zal ook maar eenen keizer zijn. Die
jongelingen wierden uit hun vaderland uitgezonden. Eerst naar
Frankrijk. 't Geen zij dan nog bij haar haden, om dat daar
te verteeren. Toen zij iets in de wapenhandel geoeffend waaren.
Toen moesten naar Rusland om hun bloed daar op te offeren.
Napolijon hat een leger van elf maal hondert duizend man. Daar
trok hij mee in 1811 naar Rusland. In 1812 was hij tot in
Mouskouw. Daar wilde hij zijn winter verblijft houden. Van die
Groote Armee kwam weinig of niets weer van teregt. Toen hij voor
Mouskouw kwam, waren de poorten open. 't Duurde vier dagen eer
dien groote massa van menschen binnen de stad waaren. Toen waaren
de deuren van alle huizen en kelders van alle gebouwen opent. Zij
vonden niets als drank. De bewoonders waaren gaan vlugten.
Eetbaarwaaren was er volstreg niet te krijgen. De heel stad was
ledig, Napolion die meenden daar een groot magazijn te vinden voor
menschen en paardens, maar dat was mis. Des nags onderstond aan
alle poorten brand. Binnen weinig tijds waaren alle de voorsteeden
alle de huizen in de volle vlamme. Toen moesten die massa van
menschen die stad ontruimen. De brand spuiten die harden de
inwoonders onbruikbaar gemaak. Zij konde aan blussing niets doen.
Toen moesten die groote massa van menschen door die straaten die
vol vuur en vlam waaren heen trekken. De kleederen branden haar
van 't lijf. De paarden de maanen en starten branden haar af. Toen
de inwoonders de stad haden verlaten, hadden zij de gevangenen die
opgeslooten waaren, losgelaten en haar daarmeede belast, zoodraa
de vijanden binnen de poorten waaren, om dan de voorsteeden in
brand te steken. Toen trok die Groote Armee bij Moskouw in een
groot bos. Daar wilde zij haare winterkwartier houden. Eenige
generaals
besloten daar den winter te blijven. Zij zijde zij harden hout,
zout en dan wilden zij de paarden slagten, dan harden zij ook
vlees. En dan tegen 't voorjaar weer nieuwe paarden aankopen.
Toen wierden zij uitgelok door de Russen om tot Petersburg aan te
trekken welke afstand hondert uuren van elkander was. De Russen
harden dien weg onder water wilde zetten wanneer als die Groote
Armee daar op aan hat getrokken, dan waaren alle die menschen
jammerlijk verdronken.
Toen maakte de Russen zich gereed en zoo sterk en vatten die
verhungerende menschen aan en bragten meest of al om 't leven. De
ouders zaagen haare zoonen in de wapens, de vrouwen haare mannen
de wapens in de hand vatten om bijstand te bieden. Daarbij kwam
een bittere koude en een massa van sneeuw dat bijna geen enkele de
mensch overschot. De keizer Napolion keerde zels met grooten haast
weer naar Parijs. Hij zond nog zoo veel volk af als er maar
eenigszins te krijgen was. Maar 't baat hem tog niet. De Russen
trokken hun met alle kracht na. De Pruissen hielpen haar getrouw.
De anderen monarken bieden alle bijstand die zij maar eenigszins
konden doen. In 1813 werden wij van dat Fransche juk verlost. In
1812 in November trokken de Pruissen door Zutphen. Toen kwaamen
die vrienden bij ons. Daar wij 't inneemen der stad en 't
gebildert van 't kanon bij ons zeer goed konde hooren. Den 24 te
Doesburg is tweemaal genomen en hernomen. Een volgenden dag is
Arnhem door de Pruissen ingenomen. Deventer is belegerd gebleven
door de Fransen
hebben zij in bezit gehouden tot in de maand Maart. Vervolgens
ging ons heele land aan de bondgenoten over.
Den 30 November kwam onze vorst Willem weder in ons Nederland.
Dien de regeerig op zich nam. Vervolgens wierden de Fransen
verjaagd naar Parijs. Daar de Russen, Pruissen, Oostenrijkers,
Zweeden, ja zels alle monarken deel aan namen. Daar Napolion daar
gevangen te neemen en hem naar een eiland Elba gezonden.
In Frankrijk wierd een koning aangesteld. In 1815 wist Napolion
dat eiland weer te ontvluchten en zich opnieuw als konig van
Frankrijk aan te stellen.
Onze steeden en poorten waaren allen door 't Fransse volk volk
verlaten en weer in vrijheid gesteld. Veele steeden in ons
Nederland in bezit geweest als Deventer, Zwolle, Gronigen, [..]
Woerden, Breeda, Geertruidenberg en meer andere. In Pruissen
Emmerik, Dusseldorp, Keulen, en in Braband Brussel, Antwerpen.
Enz. Toen Napolion in 1815 weer als konig van Frankrijk was
aangesteld, was den konig die daar eerst was uitgeroepen daadelijk
gaan vlugten. Heel Frankrijk was op zijn zijde. Hij harde binnen
weinig dagen weer een armee van zeven a acht maal hondert duizend
man bijeengeroepen daar hij meede te velde konde trekken. Hij deed
zijn best om al de monarken weer op nieuws te overweldigen.
Hij trok tot Waterlo en Quaterbas. Daar hem de anderen mogendheden
ontmoeten op den 16, 17, 18 Julij. Daar was Napolion met zijn
armee tegen alle andere mogendheden in een gevegt geraakt. 't Zij
tegen Rusland, Pruissen,
Hanoverschen, Deenschen, Saksen, Hollanders, ja zels tegen alle
monarken uit heele Europa. Dien slag duurde drie daagen achter
een. Die worde was zoo groot en zoo aanhoudend, zij worde achttien
uuren gaans achteruitgeslagen en ten laasten dag overwonnen door
een aanhoudend gevegt. Onze mogenheeden en versloegen de heele
armee van de Franssen en namen Napolion op nieuws weer gevangen en
zonden hem naar een eiland St Helena waar hij daar zoo streng
bewaard werd, dat hij volstreks niet weer kon gaan vlugten.
Eindelijk is daar overleden.
In dien tijd wierden alle weerbaarmannen opgeroepen. Een ieder wie
't ook maar was, vatten de wapens in de hand. Van de achtien tot
zeventig jaaren moesten zich in den wapenhandel oevenen.
Vervolgens trokken de vreemde mogendheeden weer naar hunne
haarsteeden terug.
Daar woerd weer een neiuwen konig in Frankrijk aangesteld. Onzen
konig Willem den Eersten regeerde Holland en Braband. Alles was
tot hier toe in rust en vreeden. In jaar van 1830 begonnen de
Brabanders tegen onzen koning Willem in opstand te komen. Den 26
Augustus moest onzen Willem Brussel verlaten, want Braband was in
rep en roer. De militeeren dien hier in onze Hollandse steeden in
't garnizoen waaren, moesten allen naar Braband om daar de rust te
bewaaren. Diegeene die met verlof waaren, moesten allen opgeroepen
worden. Een ieder bij zijn korps worden ingediend en dadelijk naar
Braband vertrekken. Nu was de heel armee in Braband. Die
Brabanders van geboorte
waaren vielen dadelijk om en hielpen haar land verdedigen. En die Hollanders van geboorten waaren wierden gevangen genomen en moesten hunne wapens afgeven. Onze schoone paarden waaren prijs, waaren allen naar Braband en moesten daar in den dienst weezen. Nu moest onzen Koning weer een nieuwe armee in de wapens stellen. De burgers uit alle steeden daarbij de schutterij wierde opgeroepen van 25 tot de 40 jaaren dien zich een getalle van hondertduizend man bedroeg. Daar nog bij onze heeren studenten van alle hoogere schoolen. Daar nog bij alle oppasters van jacht en visserijen, alle amptenaren, alle tolbedienden, alle veldwagten, alle de Aadelen heeren zetten zich aan 't hooft van die armee en vatten de wapens in de hand. De paarden dien iets tot den dienst bekwaaam waaren worde opgekocht en onder de korpsen ingedeeld. In een korten tijd waare een armee van tweemaal hondertentagtig duizend man die voor 't vaderland te velde trokken en naar Braband gezonden worden voor Meij 1831. Nu zijn allen daar te zaam getrokken waaren wilde zij eens een kans wagen en vatten de Brabanders eens aan. De Hollanders eisten hunne steeden op. Veele steeden die de Hollanders opgeeist harden, vielen in hunne handen en de Brabanders moesten de vlugt neemen. Die waaren zoo verschrik verjaagd en beanst voor de Hallanders dat zij zich zelven niet konden kennen. Toen lieten de Brabanders een armee van vijftigduizend Fransen troeppen ter hulpe komen om de Hollanders tegen stand te bieden. Maar toen beslooten de Hollanders om tot een beschikking over te gaan.
In den jaare 1820 den 28 December overstroomd jaare 1824 den 5 November ............ jaare 1831 den 1 Maart ............... jaare 1833 den 29 December ........... jaare 1836 den 1 December ............ jaare 1837 de dijken verhoog jaare 1838 den 30 Januarij overstroomd jaare 1841 den 1 Maart ............... jaare 1844 den 3 Maart ............... jaare 1845 den 30 Maart .............. jaare 1846 den 3 Januarij den 29 Januarij en op den 13 April alzo in dezen winter ons bouwland driemaal overstroomd geweest jaare 1850 den 6 Februarij overstroomd jaare 1855 den 5 Maart overstroomd jaare 1861 den 31 Januarij overstroomd Men leesde in 't Handelsblad van voorige jaren als in jaar 1658 den 3 Maart, in 1740 den 28 December, in 1736 den 14 Februarij, in 1784 den 3 Maart, in 1799 den 18 Februarij, in 1807 den 5 Maart, in 1809 den 1 Januarij, in 1812 den 5 April, en in 1817 den 15 Maart, dat in die jaaren een groote overstrooming heeft plaast gehad. Waarscheilijk zullen die bouw- landen van den Grooten Emmer ook overstroomd ge- weest zijn. jaare 1862 den 6 Februarij overstroomd jaare 1867 den 12 Februarij overstroomd
Jaarens 1809 in September de hoogte van 12 voet 1816 in Julij de hoogte van 15 voet 3 duim 1817 in Junij de hoogte van 14 voet 1818 in Meij de hoogte van 14 voet 1821 in Meij de hoogte van 13 voet 1824 in Junij de hoogte van 13 voet 1828 in Junij de hoogte van 13 voet 6 duim 1829 in Julij de hoogte van 13 voet 1830 in Junij de hoogte van 13 voet 5 duim 1831 in Junij de hoogte van 13 voet 6 duim 1835 in Meij de hoogte van 13 voet 1836 in Meij de hoogte van 13 voet 1837 in Meij de hoogte van 13 voet 3 duim 1838 in Meij de hoogte van 13 voet 5 duim 1841 in October de hoogte van 14 voet 1843 in Junij de hoogte van 13 voet 4 duim 1844 in Augustus de hoogte van 13 voet 1845 in Junij de hoogte van 13 voet 1848 in Meij de hoogte van 13 voet 1849 in Meij de hoogte van 13 voet 4 duim 1851 in Meij de hoogte van 13 voet 1852 in September de hoogte van 13 voet 1853 in Julij de hoogte van 13 voet 1854 in Junij de hoogte van 13 voet 5 duim 1855 in Julij de hoogte van 13 voet 1856 in Julij de hoogte van 15 voet 4 duim
Aanvank genoomen den eersten Meij 1824
14 stuks melkoene a stuks | in 't jaar van 1824 van den een gulden . . . . . . ƒ14.00 | eerste Meij tot den eersten 13 jonge ossens a stuks | Meij 18 75 cent. . . . . . . . ƒ 9.75 | hout over . . . . . . . ƒ35 15 eenwinters a stuks | 50 cent. . . . . . . . ƒ 7.50 | 15 jonge kalver a stuks | 25 cent. . . . . . . . ƒ 3.75 | 57 stuks verwaarborg voor ƒ35.00 |
Waarborg voor Meij 1825 tot eersten Meij 1826
14 stuks melkoene a stuks | van den 1 Meij 1825 een gulden . . . . . . ƒ14.00 | tot den 1 Meij 1826 13 jonge ossen a stuks | in kasse . . . . . . . . ƒ72.85 75 cent. . . . . . . . ƒ 9.75 | in Junij twee jonge 15 eenwinters a stuks | kalver verloren de 50 cent. . . . . . . . ƒ 7.50 | waarde 10 Guld stuk. . . ƒ20.00 18 jonge kalver a stuks | hout over tot volge jaar ƒ 1.60 25 cent. . . . . . . . ƒ 4.50 | dus in kasse . . . . . . ƒ54.45 60 stuks verwaarborg voor ƒ35.75 | daarbij in kasse. . . . . ƒ35.00 | ƒ70.75 | nog daarbij gerekend aan rente a 3 ten hondert ƒ 2.10 | dus in kasse. . . . . . . ƒ72.85 |
14 stuks melkoene a stuks | van den eersten Meij 26 een gulden . . . . . . ƒ14.00 | tot den eersten Meij 1827 14 jonge ossen a stuks | in kasse. . . . . . . . . ƒ95.20 75 cent. . . . . . . . ƒ10.50 | in Meij een kalf verloren ƒ 6.00 18 eenwinters a stuks | blijft nog. . . . . . . . ƒ89.20 50 cent. . . . . . . . ƒ 9.00 | voor 't volgende jaar 18 jonge kalver a stuks | 25 cent. . . . . . . . ƒ 4.50 | 64 stuks verwaarborg voor ƒ38.00 | daarbij in kasse. . . . . ƒ54.45 | ƒ92.45 | daarbij aan rente . . . . ƒ 2.75 | dus in kasse. . . . . . . ƒ95.20 |
15 melkoene a een Guld. . ƒ 15.00 | van den 1 Meij 27 tot 1 Meij 1828 15 jonge ossen a 75 cent. ƒ 11.25 | geen runderen verloren 21 eenwinters a 50 cent . ƒ 10.50 | in kasse voor 't volgende 20 kalver 25 cent . . . . ƒ 5.00 | jaar een somma van ƒ135.05 71 stuks verwaarborg voor ƒ 41.75 | daarbij in kasse. . . . . ƒ 89.20 | ƒ130.95 | daarbij aan rente . . . . ƒ 4.10 | dus in kasse. . . . . . . ƒ135.05 |
14 melkoene a een Guld. . ƒ 14.00 | in kasse van 't voorige jaar. . ƒ182.30 20 jonge ossen 75 cent. . ƒ 15.00 | in dit jaar 18 eenwinters 50 cent . . ƒ 9.00 | een bol verloren de waarde. . . ƒ 35.00 18 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.50 | een jong kalf verloren. . . . . ƒ 4.00 70 stuks verwaarborg voor ƒ 42.50 | een kalf verloren . . . . . . . ƒ 10.00 daarbij in kasse. . . . . ƒ135.05 | schaade . . . . . . . . . . . . ƒ 49.00 ƒ177.55 | daarbij aan rente . . . . ƒ 4.75 | in kasse van 't vorige jaar . . ƒ182.30 dus in kasse. . . . . . . ƒ182.30 | schaade . . . . . . . . . . . . ƒ 49.00 | blijft nog in kas voor volde jr ƒ133.30
17 melkoene a een Guld . . . . ƒ 17.00 | in dit jaar geen runderen 14 jonge ossen a 75 cent . . . ƒ 10.50 | verlooren hout over ƒ179.30 18 eenwinters a 50 cent. . . . ƒ 9.00 | voor 't volgende jaar 18 kalver a 25 cent. . . . . . ƒ 4.50 | 67 stuks verwaarborg voor. . . ƒ 41.00 | daarbij in kasse . . . . . . . ƒ133.30 | zaam ƒ174.30 | daarbij aan rente a 3 ten hond ƒ 5.00 | dus in kasse . . . . . . . . . ƒ179.30 |
15 melkoene a 1 Guld . . . ƒ 15.00 | in Meij 2 kalver verloren waarde ƒ 16.00 14 jonge ossen a 75 cent . ƒ 10.50 | nog 2 dito . . . . . . . . . . . ƒ 10.00 12 eenwinters a 50 cent. . ƒ 6.00 | in Junij een melkoe verloren . . ƒ 90.00 15 kalver a 25 cent. . . . ƒ 3.75 | Augustus een melkoe verloren . . ƒ 80.00 56 stuks verwaarborg voor ƒ 35.25 | dito een melkoe. . . . . . . . . ƒ 80.00 in kasse van voorige jaar ƒ179.30 | in October een dito verloren . . ƒ 80.00 zaam ƒ214.55 | in Maart een eenwinter . . . . . ƒ 20.00 een jaar rente a 3 percent ƒ 6.10 | dit jaar schaade voor. . . . . . ƒ376.00 dus in kasse . . . . . . . ƒ220.65 | maar in kasse. . . . . . . . . . ƒ220.65 | alzo koom ik tekort. . . . . . . ƒ155.35 | voor 't volgende jaar
16 melkoene a een Gulden. ƒ 16.00 | in Meij een eenwinter . . . ƒ 14.00 17 jonge ossen a 75 cent. ƒ 12.75 | in Junij een kalf verloren. ƒ 5.00 18 eenwinters 50 cent . . ƒ 9.00 | in Februarij een eenwinter. ƒ 14.00 16 jonge kalver a 25 cent ƒ 4.00 | dito een melkoe verloren. . ƒ 85.00 67 stuks verwaarborg voor ƒ 41.75 | Maart een melkoe verloren . ƒ 90.00 | dito 2 eenwinters . . . . . ƒ 40.00 | April een melkoe verloren . ƒ 80.00 | dito een eenwinter. . . . . ƒ 20.00 | dito nog 4 jonge kalver die | nog niet inkaasse werd. . . ƒ348.00 | daarbij achterstand . . . . ƒ155.35 | dus schaade . . . . . . . . ƒ503.35 | daarbij aan rente 3 percent ƒ 15.00 | alzo koom ik tekort . . . . ƒ518.35
15 melkoene a een Gulden. ƒ 15.00 | een melkoe die waarde van 15 jonge ossen a 75 cent. ƒ 11.75 | 80 Guld heeft moeten verkopen voor ƒ 40.00 12 eenwinters a 50 cent . ƒ 6.00 | daarbij schuld van de 17 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.25 | vorige jaaren. . . . . . . . . . . ƒ518.35 59 stuks verwaarborg voor ƒ 37.00 | zaam ƒ558.35 | alzo koomt ik tekort . . . . . . . ƒ574.85 | voor 't volgende jaar | maar in kasse. . . . . . . . . . . ƒ 37.00 | dus schuld . . . . . . . . . . . . ƒ537.85
14 melkoene a een Gulden. ƒ 14.00 | achterstand van 't 15 ossens a 75 cent . . . ƒ 11.75 | vorige jaar . . . . . . . ƒ537.85 17 eenwinters a 50 cent . ƒ 8.50 | den 10 Meij 18 jonge kalver 25 cent . ƒ 4.50 | een melkoe verloren waard ƒ 90.00 64 stuks verwaarborg voor ƒ 38.75 | dus schuld. . . . . . . . ƒ627.85 | daarbij aan rente . . . . ƒ 20.00 | ƒ647.85 | maar in kasse . . . . . . ƒ 38.75 | schuld voor 't vol jaar . ƒ609.10
15 melkoene a een Gulden. ƒ 15.00 | achterstand van 't 12 jonge ossen 75 cent. . ƒ 9.00 | vorige jaar. . . . . . . . ƒ609.10 20 eenwinters a 50 cent . ƒ 10.00 | in Junij een kalf verloren ƒ 7.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | dus schuld . . . . . . . . ƒ616.00 67 stuks verwaarborg voor ƒ 39.00 | daarbij aan rente. . . . . ƒ 19.00 | ƒ635.10 | maar in kasse. . . . . . . ƒ 39.00 | schuld voor vol jaar . . . ƒ596.10
17 melkoene a een Gulden. ƒ 17.00 | achterstand . . . . . . ƒ596.10 15 ossen 75 cent. . . . . ƒ 11.25 | Augustus een een winter ƒ 6.00 21 eenwinters a 50 cent . ƒ 10.50 | een os verloren . . . . ƒ 30.00 21 kalver 25 cent . . . . ƒ 5.25 | ƒ532.10 71 stuks verwaarborg voor ƒ 44.00 | aan rente betaald . . . ƒ 16.00 | ƒ548.10 | maar in kasse . . . . . ƒ 44.00 | koomt tekort. . . . . . ƒ504.10 | voor 't volgende jaar
17 melkoene a een Guld. . ƒ 17.00 | achterstand. . . . . . . . ƒ504.10 15 jonge ossens a 75 cent ƒ 11.75 | een melkoe verloren. . . . ƒ 50.00 17 eenwinters a 50 cent . ƒ 8.50 | November een dito verloren ƒ 90.00 15 kalver a 25 cent . . . ƒ 3.75 | ƒ644.10 64 stuks verwaarborg voor ƒ 40.55 | een jaar rente . . . . . . ƒ 19.00 | ƒ663.10 | maar in kasse. . . . . . . ƒ 40.55 | koomt tekort . . . . . . . ƒ622.55 | voor 't volgende jaar
18 melkoene a een Guld. . ƒ 18.00 | achterstand . . . . . . . . ƒ622.55 19 jonge ossens a 75 cent ƒ 14.25 | Septemb een kalf. . . . . . ƒ 7.00 20 eenwinters 50 cent . . ƒ 10.00 | Novemb een kalf . . . . . . ƒ 7.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | Februarij een dito verloren ƒ 12.00 77 stuks verwaarborg voor ƒ 47.25 | ƒ648.55 | aan rente betaald . . . . . ƒ 19.45 | ƒ668.00 | maar in kasse . . . . . . . ƒ 47.25 | koomt tekort. . . . . . . . ƒ620.75
16 melkoene a een Guld. . ƒ 16.00 | achterstand. . . . . . ƒ620.75 15 ossens a 75 cent . . . ƒ 11.25 | in dit jaar geen 15 eenwinters 50 cent . . ƒ 7.50 | runderen verloren 16 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.00 | een jaar rente betaald ƒ 18.00 62 stuks verwaarborg voor ƒ 38.75 | ƒ638.75 | maar in kasse. . . . . ƒ 38.75 | koom tekort. . . . . . ƒ600.00 | op 't volgende jaar
15 melkoe a een Guld. . . ƒ 15.00 | achterstand ƒ600.00 18 jonge ossen a 75 cent. ƒ 13.50 | in Junij 16 eenwinters 50 cent . . ƒ 8.00 | een kalf verloren. . . . . ƒ 6.00 17 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.25 | een jaar rente a 3 percent ƒ 18.00 66 stuks verwaarborg voor ƒ 40.75 | ƒ634.00 | maar in kasse. . . . . . . ƒ 40.75 | koomt tekort . . . . . . . ƒ593.25 | voor 't volgende jaar
17 melkoene a 1 Guld. . . ƒ 17.00 | achterstand. . . . . . ƒ593.35 11 ossens a 75 cent . . . ƒ 8.25 | Meij een kalf verloren ƒ 5.00 19 eenwinters a 50 cent . ƒ 9.50 | Junij een os van . . . ƒ 35.00 17 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.25 | schuld . . . . . . . . ƒ633.25 64 stuks verwaarborg voor ƒ 39.00 | een jaar rente . . . . ƒ 18.00 | ƒ651.25 | maar in kasse. . . . . ƒ 39.00 | koomt tekort . . . . . ƒ612.25 | voor 't volgende jaar
16 melkoene a een Guld. . ƒ 16.00 | schuldachterstand. . . ƒ612.25 16 ossen a 75 cent. . . . ƒ 12.00 | Meij een os verloren . ƒ 60.00 3 vierzen[1] dito . . . . ƒ 2.25 | dito een kalf verloren ƒ 25.00 een bol . . . . . . . . . ƒ 75 | ƒ697.25 19 eenwinters . . . . . . ƒ 9.25 | een jaar rente . . . . ƒ 18.00 18 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.50 | ƒ715.25 73 stuks verwaarborg voor ƒ 45.00 | maar in kasse. . . . . ƒ 45.00 | koomt tekort . . . . . ƒ670.25
Noten:
[1] w.s. vaars = jonge koe van ongeveer twee jaar die nog niet of voor de eerste maal gekalfd heeft (Van Dale)
19 melkoene a een Guld. . ƒ 19.00 | achterstand schuld ƒ670.25 9 ossen a 75 cent. . . . ƒ 6.25 | Meij 2 kalver. . . ƒ 8.00 21 eenwinters 50 cent . . ƒ 10.50 | Augustus een os. . ƒ 60.00 1 bol. . . . . . . . . . ƒ 75 | ƒ738.25 16 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.00 | aan rente betaald. ƒ 22.00 66 stuks verwaarborg voor ƒ 41.00 | ƒ760.25 | maar in kas. . . . ƒ 41.00 | koomt tekort . . . ƒ719.25 | voor 't volgende jaar
19 melkoene a een Guld. . ƒ 19.00 | schuld. . . . . . . . . . ƒ719.25 20 ossen a 75 cent. . . . ƒ 15.00 | een eenwinter os verloren ƒ 30.00 14 eenwinters 50 cent . . ƒ 7.00 | ƒ749.25 14 kalver a 25 cent . . . ƒ 3.50 | aan rente betaald . . . . ƒ 22.00 67 stuks verwaarborg voor ƒ 44.50 | ƒ771.25 | maar in kasse. . . . . . ƒ 44.50 | koomt tekort . . . . . . ƒ726.75 | voor 't volgende jaar
18 melkoene a een Guld. . ƒ 16.00 | schuld van voorige jaar ƒ726.75 4 vierzen a een Guld . . ƒ 4.00 | September een kalf. . . ƒ 8.00 8 ossen a 75 cent. . . . ƒ 6.00 | April een eenwinter . . ƒ 25.00 12 eenwinters . . . . . . ƒ 6.00 | ƒ759.75 16 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.00 | aan rente betaald . . . ƒ 23.00 57 stuks verwaarborg voor ƒ 38.00 | ƒ782.75 | maar in kasse . . . . . ƒ 38.00 | koomt tekort. . . . . . ƒ744.75 | voor volgende jaar
16 melkoene a een Guld. . ƒ 16.00 | achterstand schuld. . . . . ƒ744.75 8 ossens a 75 cent . . . ƒ 6.00 | Meij een os schaade . . . . ƒ 25.00 15 eenwinters a 50 cent . ƒ 8.00 | dito een melkoe . . . . . . ƒ 70.00 16 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.00 | dito den 10 een melkoe. . . ƒ 70.00 56 stuks verwaarborg voor ƒ 34.00 | dito den 25 een eenwinter . ƒ 30.00 | dito een kalf . . . . . . . ƒ 5.00 | ƒ944.75 | daarbij aan rente bet . . . ƒ 28.00 | ƒ972.75 | maar in kasse . . . . . . . ƒ 34.00 | koomt tekort voor 't volgen ƒ938.75 | jaar
17 melkoene a een Guld. . ƒ 17.00 | achterstand schuld. . . . ƒ938.75 11 ossens a 75 cent . . . ƒ 8.25 | in dit jaar geen runderen een bol . . . . . . . . . ƒ 75 | verloren 15 eenwinters a 50 cent . ƒ 7.50 | een jaar rente betaald. . ƒ 28.00 14 jonge kalver a 25 cent ƒ 3.50 | ƒ966.75 58 stuks verwaarborg voor ƒ 37.00 | maar in kasse . . . . . . ƒ 37.00 | koomt tekort. . . . . . . ƒ929.75 | voor 't volgende jaar
19 melkoene a een Guld. . ƒ 19.00 | achterstand. . . . . . ƒ929.75 11 ossens a 75 cent . . . ƒ 8.25 | in dit jaar geen 13 eenwinters a 50 cent . ƒ 6.50 | runderen verloren 17 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.25 | een jaar rente betaald ƒ 28.00 60 stuks verwaarborg voor ƒ 38.00 | ƒ957.75 | maar in kasse. . . . . ƒ 38.00 | koomt tekort voor. . . ƒ919.75 | 't volgende jaar
19 melkoene a een Guld. . ƒ 19.00 | achterstand. . . . . . ƒ919.75 9 ossens a 75 cent . . . ƒ 6.75 | Meij een kalf verloren ƒ 6.00 16 eenwinters 50 cent . . ƒ 8.00 | ƒ925.75 16 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.00 | een jaar rente betaald ƒ 28.00 60 stuks verwaarborg voor ƒ 37.75 | ƒ953.75 | maar in kasse. . . . . ƒ 37.75 | koomt tekort . . . . . ƒ916.00 | voor 't volgende jaar
20 melkoene a een Gulden. ƒ 20.00 | schuld van 't vorige jaar ƒ916.00 16 ossens a 75 cent . . . ƒ 12.00 | Decemb een eenwinter. . . ƒ 45.00 17 eenwinters . . . . . . ƒ 8.50 | ƒ961.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | een jaar rente betaald. . ƒ 28.00 73 stuks verwaarborg voor ƒ 45.50 | ƒ989.00 | maar in kasse . . . . . . ƒ 45.50 | koomt tekort. . . . . . . ƒ943.50 | voor 't volgende jaar
15 melkoene a een Gulden. ƒ 15.00 | schuld van vorige jaar ƒ943.50 16 ossen a 75 cent. . . . ƒ 12.00 | in dit jaar geen 21 eenwinters a 50 cent . ƒ 10.50 | runderen verloren 18 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.50 | een jaar rente betaald ƒ 28.00 70 stuks verwaarborg voor ƒ 42.00 | ƒ971.50 | maar in kasse. . . . . ƒ 42.00 | koomt tekort . . . . . ƒ929.50 | voor 't volgende jaar
NB. Ik heb op den 12 Meij een guste koe moeten slagten om redenen als zij 't been gebroken hart. Zij had de waarde van 75 Guld, maar voor ontvangen 20 Guld, alzo daarbij schaade 55 Guld. De koe kon niet berekend worden omdat zij voor vet geweid worde.
16 melkoene a een Guld. . ƒ 16.00 | schuld van vorige jaar ƒ929.50 16 ossens a 75 cent . . . ƒ 12.00 | in dit jaar geen 2 dito viezen 75 cent. . ƒ 1.50 | runderen verloren 16 eenwinters a 50 cent . ƒ 8.00 | een jaar rente betaald ƒ 28.00 19 kalver a 25 cent . . . ƒ 4.75 | ƒ957.50 69 stuks verwaarborg voor ƒ 42.25 | maar in kasse. . . . . ƒ 42.25 | koomt tekort . . . . . ƒ915.25
14 melkoene a een Guld. . ƒ 14.00 | schuld van vorige jaar . . . ƒ 915.25 16 jonge ossen 75 cent. . ƒ 12.00 | een kalf verloren. . . . . . ƒ 4.00 17 eenwinters a 50 cent . ƒ 8.50 | nog een dito verloren. . . . ƒ 4.00 18 jon kalver a 25 cent . ƒ 4.50 | in maart een melkoe verloren ƒ 90.00 65 stuks verwaarborg voor ƒ 39.00 | ƒ1013.25 | een jaar rente betaald . . . ƒ 30.20 | ƒ1043.25 | maar in kasse. . . . . . . . ƒ 39.00 | koomt tekort . . . . . . . . ƒ1004.25 | voor 't volgende jaar
15 melkoene a een Guld. . ƒ 15.00 | achterstand schuld . . . . . . ƒ1004.25 15 jonge ossen a 75 cent. ƒ 11.25 | Septemb een eenwinter aan vuur ƒ 30.00 20 eenwinters 50 cent . . ƒ 10.00 | dito een kalf aan vuur . . . . ƒ 9.00 een bolle . . . . . . . . ƒ 75 | dito een eenwinter aan vuur. . ƒ 35.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | een kalf aan vuur. . . . . . . ƒ 15.00 71 stuks verwaarborg voor ƒ 42.00 | een kalf aan vuur. . . . . . . ƒ 15.00 | een winteros aan vuur. . . . . ƒ 30.00 | een eenwinter aan vuur . . . . ƒ 20.00 | ƒ1158.25 | een jaar rente betaald . . . . ƒ 33.00 | ƒ1191.25 | maar in kasse. . . . . . . . . ƒ 42.00 | koomt tekort . . . . . . . . . ƒ1149.25 | voor 't volgende jaar
14 melkoene a een Gulden. ƒ 14.00 | achterstand . . . . . . ƒ1149.25 18 ossens a 75 cent . . . ƒ 13.50 | Junij een kalf verloren ƒ 6.00 18 eenwinters 50 cent. . ƒ 9.00 | dito een kalf verloren. ƒ 5.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | dito een kalf verloren. ƒ 10.00 70 stuks verwaarborg voor ƒ 41.50 | Augustus een kalf . . . ƒ 20.00 | ƒ1190.25 | een jaar rente betaald. ƒ 33.00 | ƒ1223.25 | maar in kasse . . . . . ƒ 41.50 | koomt tekort. . . . . . ƒ1181.75
13 melkoene a een Guld. . ƒ 13.00 | achterstand schuld . . . ƒ1181.75 25 jonge ossen a 75 cent. ƒ 18.75 | in dit jaar geen verloren 20 eenwinters a 50 cent . ƒ 10.00 | een jaar rente betaald . ƒ 35.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | ƒ1216.75 78 stuks verwaarborg voor ƒ 46.75 | maar in kasse. . . . . . ƒ 46.75 | koomt tekort op vol jaar ƒ1170.00
14 melkkoene a een Guld . ƒ 14.00 | achterstand schuld . . ƒ1170.00 15 jon ossen a 75 cent. . ƒ 11.75 | in April een eenwinter ƒ 30.00 23 eenwinters a 50 cent . ƒ 17.25 | ƒ1200.00 20 kalver a 25 cent . . . ƒ 5.00 | een jaar rente betaald ƒ 40.00 72 stuks verwaarborg voor ƒ 47.00 | ƒ1240.00 | maar in kasse. . . . . ƒ 47.00 | koomt tekort . . . . . ƒ1193.00
NB. Ik heb in Junij een gusten koei moeten verkopen om redenen zij aangestoken was. Die koei koste den 1 April 110 Guldens. Den 20 Junij voor ontvangen 52 Guld 50 cent. Alzo minder voor ontvangen als zij heeft gekost 57½ Gulden. Deze koe kan niet berekend worden.
NB. Ik heb op 22 Januarij 1858 op den Heeckerskolk een melkkoe verloren. De waarde van 325 Guldens. Nog op den Heeckerskolk een koei verloren op den 25 Maart 1859. Hat de waarde van 90 Guldens.
Jaare 1823 Een bruine meeri out zes jaar ƒ 200=00 1824 Een roodbonte meeri out zes jaar 180=00 1825 Een zwarte hens out een jaar 100=00 In 't zelde jaar een bruine meeri out twee jaar 150=00 1830 Een roodbonte meeri out tien jaar 125=00 1832 Een bruine meeri out vijftien jaar 20=00 1835 Een bruine meeri out vijf jaar 190=00 In 't zelde jaar een bruine ruin out een jaar 100=00 1836 Een jong veulen 50=00 In 't zelde jaar een meeri out twee jaar 125=00 Nog in zelde jaar een veulen 60=00 Nog in zelde jaar een meerij out een jaar 40=00 1839 Een meeri out een jaar 60=00 In zelde jaar een jonge ruin van twee jaar 80=00 184[..] Een jaari meeri de waarde van 100=00 1844 Een tweejaarige ruin waarde van 175=00 1845 Een jonk veulen de waarde van 40=00 1846 Een twee jaarige ruin 160=00 1847 Een vijfjaarige ruinde waarde van 300=00 In 't zelde jaar een jaarige ruin 60=00 1848 Twee veulens van een meeri 60=00 1851 Een een jaari meeri de waarde van 70=00 1852 geen, 1853 geen, 1854 geen, 1855 geen, 1856 geen, 1857 geen schade Van 't jaar 1823 tot jaar 1857 schaade ƒ 2.445=00
Alzo in vijfendertig jaaren schaade aan paarde dus die jaaren door elkander bereken voor ƒ69:75 en in vijfendertig jaaren 2118 stuks vee die ik in mijne [..] heb gehat. Van betaald 11332 Guldens. Er zijn in die jaaren gestorven 78 stuks die harden de waarde van een zomma van ƒ2118 Guldens. Dus ieder stuk vee hat de waarde van 27 Guld 23 cent.
Ik heb op den 2 Maart op den Hekerskolk een eenwinteros moeten verkopen voor twee Gulden die de waarde hat van 60 Gulden om reden als gellig was.
Heekerskolk, 2 Maart 1862 - E. Wijers
Jaare 1824 Niets ƒ 00=00 1826 Twee jonge kalver de waarde zaam 20=00 1827 Een jong kalf 6=00 1828 Eenjaarige bol[1] en twee kalver zaam 49=00 1830 Drie koene, vijf eenwinters, vijf kalver zaam 348=00 1831 Vier koene, een eenwinter, drie kalver zaam 376=00 1832 Een koe van 80 Guld moeten verkopen voor 40=00[2] 1833 Een koe van de waarde van 90=00 1834 Een jong kalf 7=00 1835 Een eenwinter, twee klaver 35=00 1836 Drie kalver zaam 26=00 1837 Twee koene zaam 140=00 1830 Een kalf 6=00 1840 Een kalf, een os zaam 40=00 1841 Een tweejarige os, een eenwinter 85=00 1842 Twee kalver, een os zaam 68=00 1843 Een eenwinteros 30=00 1844 Een kalf, een eenwinter zaam 33=00 1845 Een os, twee koene, een maal(?), een kalf 200=00 1848 Een kalf 6=00 1849 Een eenwinteros 45=00 1852 Twee kalver, een koe 98=00 1853 Vier eenwinters, drie kalver 145=00 1854 Vier kalver de waarde van 41=00 1855 Vier eenwinters, twee kalver zaam 154=00 1857 Een eenwinter 30=00 Tezaamen ƒ 2118=00
In die jaaren heb ik achtenzeventig stuks vee schaade gehat, die de waarde harde van ƒ2118.00 en in de zelde jaaren aan paarde drieentwintig stuks waarde van ƒ2445.00, dus in die jaaren 101 stuks vee waarde van ƒ4563.00.
Noten:
[1] bol = (veroud.) bul; bul = stier [Van Dale]
[2] Wat als de koe ƒ90 waard was geweest?
Jaaren 1823 Aan paarde verkocht voor ƒ 734=00 1824 Aan paarde verkocht voor 599=00 1825 Aan paarde verkocht voor 841=00 1826 Aan paarde verkocht voor 548=00 1827 Aan paarde verkocht voor 674=00 1828 Aan paarde verkocht voor 543=00 1829 Aan paarde verkocht voor 163=00 1830 Aan paarde verkocht voor 303=00 1831 Aan paarde verkocht voor 841=00 1832 Aan paarde verkocht voor 000=00 1833 Aan paarde verkocht voor 432=00 1834 Aan paarde verkocht voor 115=00 1835 Aan paarde verkocht voor 263=00 1836 Aan paarde verkocht voor 345=00 1837 Aan paarde verkocht voor 269=00 1838 Aan paarde verkocht voor 865=00 1839 Aan paarde verkocht voor 719=00 1840 Aan paarde verkocht voor 314=00 1841 Aan paarde verkocht voor 555=00 1842 Aan paarde verkocht voor 124=00 1843 Aan paarde verkocht voor 826=00 1844 Aan paarde verkocht voor 81=00 1845 Aan paarde verkocht voor 500=00 1846 Aan paarde verkocht voor 219=00 1847 Aan paarde verkocht voor 220=00 1848 Aan paarde verkocht voor 218=00 1849 Aan paarde verkocht voor 318=00 1850 Aan paarde verkocht voor 118=00 1851 Aan paarde verkocht voor 416=00 1852 Aan paarde verkocht voor 250=00 1853 Aan paarde verkocht voor 190=00 1854 Aan paarde verkocht voor 561=00 1855 Aan paarde verkocht voor 893=00 1856 Aan paarde verkocht voor 400=00 In vier en dertig jaaren aan paarde verkocht ƒ14.464=00 Dus ieder jaar voor ƒ 425=25 Den aankoop daaraf gerekend
Noten:
[1] De bedragen per jaar sommeren tot ƒ14.477,=.
Grafiek van de verkopen van paarden in de periode 1823-1856.
Jaaren 1820 140 Mudde voor ƒ 1986=80 1821 139 Mudde voor 1275=40 1822 80 Mudde voor 579=80 1823 139 Mudde voor 418=00 1824 107 Mudde voor 1400=75 1825 100 Mudde voor 624=75 1826 133 Mudde voor 477=00 1827 191 Mudde voor 1332=00 1828 133 Mudde voor 640=35 1829 169 Mudde voor 1250=00 1830 221 Mudde voor 1539=00 1831 57 Mudde voor 418=50 1832 82 Mudde voor 470=50 1833 117 Mudde voor 1494=00 1834 173 Mudde voor 594=00 1835 225 Mudde voor 1235=00 1836 218 Mudde voor 1420=50 1837 195 Mudde voor 876=50 1838 50 Mudde voor 296=00 1839 136 Mudde voor 1242=00 1840 134 Mudde voor 1222=00 1841 130 Mudde voor 1165=50 1842 156 Mudde voor 1263=00 1843 92 Mudde voor 1300=00 1844 78 Mudde voor 1386=00 1845 86 Mudde voor 800=00 1846 78 Mudde voor 812=00 1847 86 Mudde voor 808=00 1848 183 Mudde voor 1503=50 1849 197 Mudde voor 1038=00 1850 135 Mudde voor 897=00 1851 116 Mudde voor 859=00 1852 105 Mudde voor 1092=00 1853 105 Mudde voor 1097=00 1854 80 Mudde voor 1083=00 1855 144 Mudde voor 1844=00 1856 87 Mudde voor 1267=60 In 37 jaaren 4799 Mudde verkocht voor ƒ39.106=10 Dus ieder jaar 129½ mudde voor 1057 Guldens den inkoop daaraf gerekend
Noten:
[1] De bedragen per jaar sommeren tot ƒ39.008,45.
Grafiek van de verkopen van koren in de periode 1820-1856.
Jaaren 1823 Aan koene verkocht voor ƒ707=00 1824 Aan koene verkocht voor 541=00 1825 Aan koene verkocht voor 504=00 1826 Aan koene verkocht voor 470=00 1827 Aan koene verkocht voor 440=00 1828 Aan koene verkocht voor 463=00 1829 Aan koene verkocht voor 3..=00 1830 Aan koene verkocht voor 895=00 1831 Aan koene verkocht voor 369=00 1832 Aan koene verkocht voor 326=00 1833 Aan koene verkocht voor 192=00 1834 Aan koene verkocht voor 516=00 1835 Aan koene verkocht voor 626=00 1836 Aan koene verkocht voor 580=00 1837 Aan koene verkocht voor 460=00 1838 Aan koene verkocht voor 700=00 1839 Aan koene verkocht voor 1361=00 1840 Aan koene verkocht voor 580=00 1841 Aan koene verkocht voor 426=00 1842 Aan koene verkocht voor 500=00 1843 Aan koene verkocht voor 716=00 1844 Aan koene verkocht voor 575=00 1845 Aan koene verkocht voor 500=00 1846 Aan koene verkocht voor 975=00 1847 Aan koene verkocht voor 674=00 1848 Aan koene verkocht voor 400=00 1849 Aan koene verkocht voor 530=00 1850 Aan koene verkocht voor 521=00 1851 Aan koene verkocht voor 398=00 1852 Aan koene verkocht voor 700=00 1853 Aan koene verkocht voor 702=00 1854 Aan koene verkocht voor 680=00 1855 Aan koene verkocht voor 327=00 1856 Aan koene verkocht voor 580=00 In vier en dertig jaaren aan koene verkocht voor ƒ19303=00 Dus ieder jaar voor ƒ570 guldens Den aankoop daar afgerekend
Noten:
[1] De bedragen per jaar sommeren tot ƒ19.304,=.
Grafiek van de verkopen van koeien in de periode 1823-1856.
Jaaren 1823 Aan ossens verkocht voor ƒ958=00 1824 Aan ossens verkocht voor 772=00 1825 Aan ossens verkocht voor 1175=00 1826 Aan ossens verkocht voor 1181=00 1827 Aan ossens verkocht voor 1314=00 1828 Aan ossens verkocht voor 1048=00 1829 Aan ossens verkocht voor 962=00 1830 Aan ossens verkocht voor 2529=00 1831 Aan ossens verkocht voor 909=00 1832 Aan ossens verkocht voor 1408=00 1833 Aan ossens verkocht voor 1645=00 1834 Aan ossens verkocht voor 1864=00 1835 Aan ossens verkocht voor 1567=00 1836 Aan ossens verkocht voor 1420=00 1837 Aan ossens verkocht voor 1894=00 1838 Aan ossens verkocht voor 2012=00 1839 Aan ossens verkocht voor 1123=00 1840 Aan ossens verkocht voor 1235=00 1841 Aan ossens verkocht voor 2250=00 1842 Aan ossens verkocht voor 503=00 1843 Aan ossens verkocht voor 1522=00 1844 Aan ossens verkocht voor 830=00 1845 Aan ossens verkocht voor 1173=00 1846 Aan ossens verkocht voor 1100=00 1847 Aan ossens verkocht voor 1010=00 1848 Aan ossens verkocht voor 1300=00 1849 Aan ossens verkocht voor 1200=00 1850 Aan ossens verkocht voor 1200=00 1851 Aan ossens verkocht voor 1300=00 1852 Aan ossens verkocht voor 1358=00 1853 Aan ossens verkocht voor 1500=00 1854 Aan ossens verkocht voor 1577=00 1855 Aan ossens verkocht voor 2766=00 1856 Aan ossens verkocht voor 1700=00 In vier dertig jaaren aan ossen verkocht voor ƒ47305=00 Dus ieder jaar voor ƒ1391 Guldens Den aankoop daar afgerekend
Grafiek van de verkopen van ossen in de periode 1823-1856.
Jaaren 1823 Aan verkens verkocht voor ƒ187=00 1824 Aan verkens verkocht voor 229=00 1825 Aan verkens verkocht voor 231=00 1826 Aan verkens verkocht voor 217=00 1827 Aan verkens verkocht voor 200=00 1828 Aan verkens verkocht voor 200=00 1829 Aan verkens verkocht voor 263=00 1830 Aan verkens verkocht voor 260=00 1831 Aan verkens verkocht voor 220=00 1832 Aan verkens verkocht voor 217=00 1833 Aan verkens verkocht voor 230=00 1834 Aan verkens verkocht voor 112=00 1835 Aan verkens verkocht voor 190=00 1836 Aan verkens verkocht voor 188=00 1837 Aan verkens verkocht voor 188=00 1838 Aan verkens verkocht voor 216=00 1839 Aan verkens verkocht voor 351=00 1840 Aan verkens verkocht voor 168=00 1841 Aan verkens verkocht voor 287=00 1842 Aan verkens verkocht voor 175=00 1843 Aan verkens verkocht voor 302=00 1844 Aan verkens verkocht voor 212=00 1845 Aan verkens verkocht voor 200=00 1846 Aan verkens verkocht voor 272=00 1847 Aan verkens verkocht voor 218=00 1848 Aan verkens verkocht voor 254=00 1849 Aan verkens verkocht voor 378=00 1850 Aan verkens verkocht voor 280=00 1851 Aan verkens verkocht voor 323=00 1852 Aan verkens verkocht voor 460=00 1853 Aan verkens verkocht voor 358=00 1854 Aan verkens verkocht voor 282=00 1855 Aan verkens verkocht voor 529=00 1856 Aan verkens verkocht voor 300=00 In vier dertig jaaren aan verkens verkocht voor ƒ8697=00 Dus ieder jaar voor ƒ255 Guldens 80 Cent Den aankoop daar afgerekend
Grafiek van de verkopen van varkens in de periode 1823-1856.
Jaaren 1823 Aan boter verkocht voor ƒ358=00 1824 Aan boter verkocht voor 487=00 1825 Aan boter verkocht voor 429=00 1826 Aan boter verkocht voor 500=00 1827 Aan boter verkocht voor 417=00 1828 Aan boter verkocht voor 390=00 1829 Aan boter verkocht voor 320=00 1830 Aan boter verkocht voor 512=00 1831 Aan boter verkocht voor 550=00 1832 Aan boter verkocht voor 387=00 1833 Aan boter verkocht voor 350=00 1834 Aan boter verkocht voor 265=00 1835 Aan boter verkocht voor 308=00 1836 Aan boter verkocht voor 335=00 1837 Aan boter verkocht voor 300=00 1838 Aan boter verkocht voor 315=00 1839 Aan boter verkocht voor 290=00 1840 Aan boter verkocht voor 300=00 1841 Aan boter verkocht voor 376=00 1842 Aan boter verkocht voor 570=00 1843 Aan boter verkocht voor 630=00 1844 Aan boter verkocht voor 414=00 1845 Aan boter verkocht voor 400=00 1846 Aan boter verkocht voor 428=00 1847 Aan boter verkocht voor 414=00 1848 Aan boter verkocht voor 665=00 1849 Aan boter verkocht voor 462=00 1850 Aan boter verkocht voor 444=00 1851 Aan boter verkocht voor 460=00 1852 Aan boter verkocht voor 400=00 1853 Aan boter verkocht voor 462=00 1854 Aan boter verkocht voor 591=00 1855 Aan boter verkocht voor 315=00 1856 Aan boter verkocht voor 400=00 In vier dertig jaaren aan boter verkocht voor ƒ14244=00 Dus ieder jaar voor ƒ419 Guldens Den aankoop daar afgerekend
Grafiek van de verkopen van boter in de periode 1823-1856.
Jaaren 1845 Aan hooigras verkocht voor ƒ488=00 1846 Aan hooigras verkocht voor 550=00 1847 Aan hooigras verkocht voor 638=00 1848 Aan hooigras verkocht voor 315=00 1849 Aan hooigras verkocht voor 894=00 1850 Aan hooigras verkocht voor 646=00 1851 Aan hooigras verkocht voor 1225=00 1852 Aan hooigras verkocht voor 1185=00 1853 Aan hooigras verkocht voor 1000=00 1854 Aan hooigras verkocht voor 1325=00 1855 Aan hooigras verkocht voor 1060=00 1856 Aan hooigras verkocht voor 756=00 In twaalf jaaren aan hooigras verkocht voor ƒ10082=00 Dus ieder jaar voor ƒ840 Guldens
Ik heb in November 1812, toen ik veertien jaaren out was, naar Hoorn om guste koeijens te koopen die ik de 13 volgende alle jaaren heb bijgewoond. 't Laaste Jaar was in 1825. Toen in 1840 die zelde markt nog eens. In 1824 voor de eerste maal die paardemarkt te [Keuschen(?)] bijgewoond. In 1828 in 't voorjaar naar Hilversum en de 35 volgende jaaren om daar koene te koopen. In April 1837 en de drie volgende Jaaren naar Alkmaar. In 1840 voor de laaste reis weer naar Hoorn. In oktober 1827 naar Ameide om jonge veulens te koopen. En de volgende acht jaaren achter een. In 1813 naar Leeuwarden om koeijens. In 1840 naar Oostvrisland om paarden te kopen.
E. Wijers
Grafiek van de verkopen van hooigras in de periode 1845-1856.
Jaaren 1829 Aan koorn voor ƒ 809=00 1830 Aan koorn voor 1432=00 1831 Aan koorn voor 1000=00 1832 Aan koorn voor 300=00 1833 Aan koorn voor 645=00 1834 Aan koorn voor 977=00 1835 Aan koorn voor 1320=00 1836 Aan koorn voor 1251=00 1837 Aan koorn voor 1072=00 1838 Aan koorn voor 1036=00 1839 Aan koorn voor 1443=00 1840 Aan koorn voor 1558=00 1841 Aan koorn voor 1479=00 1842 Aan koorn voor 1245=00 1843 Aan koorn voor 968=00 1844 Aan koorn voor 1125=00 1845 Aan koorn voor 1313=00 1846 Aan koorn voor 1044=00 1847 Aan koorn voor 1319=00 1848 Aan koorn voor 956=00 1849 Aan koorn voor 1275=00 1850 Aan koorn voor 1070=00 1851 Aan koorn voor 1382=00 1852 Aan koorn voor 1504=00 1853 Aan koorn voor 1588=00 1854 Aan koorn voor 2476=00 1855 Aan koorn voor 1774=00 1856 Aan koorn voor 2441=00 In acht twintig jaaren aan koorn voor ƒ35802=00 Dus ieder jaar voor ƒ1278 Guldens
Grafiek van de verkopen van koren (op den Heeckerskolk) in de periode 1829-1856.
Jaaren 1823 voor ƒ 3382=00 1824 voor 4038=00 1825 voor 3824=00 1826 voor 3526=00 1827 voor 4427=00 1828 voor 3261=00 1829 voor 3421=00 1830 voor 5525=00 1831 voor 3833=00 1832 voor 3380=00 1833 voor 4077=00 1834 voor 3143=00 1835 voor 4079=00 1836 voor 4334=00 1837 voor 3943=00 1838 voor 4337=00 1839 voor 5085=00 1840 voor 3819=00 1841 voor 4069=00 1842 voor 3135=00 1843 voor 5296=00 1844 voor 3498=00 1845 voor 3573=00 1846 voor 3606=00 1847 voor 3344=00 1848 voor 4100=00 1849 voor 4452=00 1850 voor 3603=00 1851 voor 3751=00 1852 voor 3890=00 1853 voor 4406=00 1854 voor 4864=00 1855 voor 6674=00 1856 voor 4647=00 In vier dertig jaaren verkocht voor ƒ 138.330=00 Dus ieder jaar ƒ 4.068 Guldens Den aankoop afgerekend
Noten:
[1] De bedragen per jaar sommeren tot ƒ138.332,=.
Grafiek van de totale verkopen in de periode 1823-1856.
In Noordholland zijn 4.889 in Gelderland 3.608 Zuidholland 5.620 Noordholland 4.625 Utrecht 1.525 Friesland 3.192 Overijssel 1.911 Groningen 3.071 Drente 1.272 Limburg 2.902 Totaal 34.375 herbergen in ons rijk[1]
Daar wort bereken in ons heele rijk 34.375 kroegen of herbergen en 38.000 dronkaars die dagelijks haare geld daar in die huizen verteeren.
In 't Handelsblad word gemeld van een boom die op een eiland in Amerika gegroeid was 300 voeten lang en op de vijftig voeten boven de grond de middellein van 29 voeten 2 duim of [...] Ned. ellen op de 100 voet 15 voet 5 duim en op de 200 voet 5 voet 5 duim. Hij zoude den ouderdom hebben van 3000 jaaren.
Nog word gemeld in 't Handelsblad van een boom. Staat bij Berlijn in een bosch van vijf. Heeft de stam een dikte van 36 voeten. Zijne hoogte bedraagt 115 voeten. Den ouderdom dien boom is ten minste 800 jaaren.
Nog word in 't Handelsblad gemeld van een veldwachter in Nantens(?). Drie vrouwen heeft gehad met 32 kinderen alle in 't leven waaren zij de 25 zoonen en 7 dochters. Bij de eerste vrouw 6 zonen 3 dochters, bij tweede 14 zonen een dochter en bij de derde 5 zoonen 3 dochters.
Noten:
[1] De detailscijfers sommeren tot 32.615.
Jaaren Weite Rogge Erften Gerste Boekw Verkens Boter 1800 ƒ12 a 13= ƒ10= ƒ 6 a 6½ ƒ 5 a 5½ ƒ 8= 1801 ƒ16 a 17= ƒ14= ƒ12= ƒ 8 a 8½ ƒ12= 1802 ƒ14 a 15= ƒ10= ƒ10 ƒ 7= ƒ 9= 1803 ƒ14 a 15= ƒ 8= ƒ10= ƒ 6= ƒ 8= 1804 ƒ10= ƒ 7= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 1805 ƒ15 a 16= ƒ10= ƒ 9= ƒ 6= ƒ 9= 1806 ƒ14 a 15= ƒ11= ƒ 8= ƒ 6= ƒ 8= 1807 ƒ11 a 12= ƒ10= ƒ 7= ƒ 6= ƒ 7= 1808 ƒ 9 a 10= ƒ 9= ƒ 8= ƒ 6= ƒ 8= 1809 ƒ 8= ƒ 8= ƒ 7= ƒ 6= ƒ 7= 1810 ƒ11 ƒ 7= ƒ 7= ƒ 5= ƒ 7= 1811 ƒ10 a 11= ƒ 7= ƒ 7= ƒ 5= ƒ 7= 1812 ƒ17 a 18= ƒ12= ƒ10= ƒ 7= ƒ10= 1813 ƒ15 a 15½ ƒ 9= ƒ 8= ƒ 5= ƒ 8= 1814 ƒ11 a 12= ƒ 8= ƒ 8= ƒ 5= ƒ 8= 1815 ƒ10 a 11= ƒ 7= ƒ 7= ƒ 5= ƒ 7= 1816 ƒ19 a 20= ƒ11 a 12= ƒ12= ƒ 9= ƒ12= 40 cent Nll 1817 ƒ28 a 30= ƒ19 a 20= ƒ20= ƒ16= ƒ20= 44 cent Nll 1818 ƒ16 a 17= ƒ11= ƒ10= ƒ 8= ƒ10= 50 cent 1819 ƒ11 a 12= ƒ 9= ƒ10= ƒ 7= ƒ10= 34 cent 1820 ƒ 8 a 9= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= ƒ12= 34 cent 1821 ƒ 9= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 20 cent 1822 ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 6= ƒ 4 a 4½ ƒ 6= 19 cent 1823 ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 4= ƒ 5= 20 cent 1824 ƒ 4 a 4½ ƒ 3 a 3½ ƒ 3= ƒ 2 a 2½ ƒ 3 a 3½ 18 cent 1825 ƒ 4 a 4½ ƒ 3 a 3½ ƒ 3= ƒ 2 a 2¼ ƒ 3 a 3¼ 24 cent 1826 ƒ 5= ƒ 3 a 4= ƒ 3 a 3½ ƒ 3= ƒ 4= 26 cent 1827 ƒ 6 a 7= ƒ 6= ƒ 6 a 6½ ƒ 3 a 4= ƒ 6= 28 cent 1828 ƒ 7 a 8= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 4 a 3½ ƒ 6= 28 cent 1829 ƒ10 a 10½ ƒ 6 ƒ 6= ƒ 4= ƒ 6= 34 cent 60 cent Nll 1830 ƒ 7= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 34 cent 70 cent Nll 1831 ƒ10 a 11= ƒ 6 a 7= ƒ 6 a 7= ƒ 5 a 5½ ƒ 7= 42 cent 70 cent 1832 ƒ 9= ƒ 6= ƒ 7= ƒ 4 a 4½ ƒ 7= 42 cent 70 cent 1833 ƒ 5 a 6= ƒ 5= ƒ 5= ƒ 4= ƒ 5= 26 cent 55 cent 1834 ƒ 5 a 5½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 3= ƒ 5= 24 cent 60 cent 1835 ƒ 5 a 6= ƒ 5= ƒ 5= ƒ 3= ƒ 5= 24 cent 56 cent 1836 ƒ 5= ƒ 5= ƒ 5= ƒ 3= ƒ 4 a 4½ 25 cent 65 cent
Jaaren Weite Rogge Erften Gerste Boekw Verkens Boter 1837 ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 3½ a 4 ƒ 5= 30 cent 64 cent 1838 ƒ10= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 3 a 3½ ƒ 6= 30 cent 60 cent 1839 ƒ10 a 10½ ƒ 7= ƒ 7= ƒ 4= ƒ 7= 32 cent 70 cent 1840 ƒ 9= ƒ 6= ƒ 7= ƒ 4= ƒ 7= 32 cent 70 cent 1841 ƒ 8 a 9= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 4= ƒ 6= 30 cent 38 cent 1842 ƒ10 a 10½ ƒ 6= ƒ 8= ƒ 5= ƒ 8= 30 cent 44 cent 1843 ƒ 8 a 9= ƒ 5 a 5½ ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 30 cent 35 cent 1844 ƒ 7 a 7½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 4= ƒ 5= 34 cent 38 cent 1845 ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 4= ƒ 5= 28 cent 35 cent 1846 ƒ10 a 11= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 44 cent 40 cent 1847 ƒ14 a 15= ƒ12 a 13= ƒ12= ƒ 9= ƒ12= 48 cent 65 cent 1848 ƒ10 a 11= ƒ 7= ƒ 7= ƒ 5= ƒ 7= 48 cent 80 cent 1849 ƒ 8 a 8½ ƒ 7= ƒ 6= ƒ 4= ƒ 6 a 6½ 36 cent 64 cent 1850 ƒ 7= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 4= ƒ 6= 26 cent 66 cent 1851 ƒ 7 a 7½ ƒ 6= ƒ 5= ƒ 4= ƒ 6= 30 cent 72 cent 1852 ƒ 9= ƒ 6= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 42 cent 60 cent 1853 ƒ 9= ƒ 6 a 6½ ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6= 44 cent 90 cent 1854 ƒ15 a 16= ƒ11 a 11½ ƒ10 a 11 ƒ 7= ƒ10= 52 cent 96 cent 1855 ƒ13 a 14= ƒ 8 a 9= ƒ 7= ƒ 7= ƒ 9½ a 10 50 cent 90 cent 1856 ƒ14 a 15= ƒ 9 a 10= ƒ10= ƒ 8= ƒ10= 50 cent 90 cent 1857 ƒ12 a 13= ƒ 7 a 7½ ƒ 8= ƒ 6= ƒ 9= 56 cent 100 cent 1858 ƒ 9 a 10= ƒ 6 a 6½ (*) ƒ 5 a 5½ ƒ 5 a 5½ 44 cent 120 cent 1859 ƒ 9 a 10= ƒ 7 a 7½ (*) ƒ 5 a 5½ ƒ 6= 45 cent 100 cent 1860 ƒ10 a 11= ƒ 6½ a 7= ƒ10= ƒ 6= ƒ 7 a 7½ 45 a 50 100 cent 1861 ƒ12= ƒ 7½ a 8= ƒ11 a 12 ƒ 7= ƒ 7½ a 8 48 a 52 110 cent 1862 ƒ11= ƒ 7 a 7½ ƒ10= ƒ 6 a 6½ ƒ 7= 44 100 cent 1863 ƒ10= ƒ 7= ƒ 6= ƒ 5= ƒ 6 a 6½ 40 105 cent 1864 ƒ 8 a 9= ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 4 a 4½ ƒ 6= 38 a 39 110 cent 1865 ƒ 8 a 9= ƒ 6 a 6½ ƒ 5= ƒ 5= ƒ 6= 20 100 cent 1866 ƒ10 a 10½ ƒ 6= ƒ 6= ƒ 5 a 5½ ƒ6 a 6½ 21 a 22½ 110 cent 1867 ƒ12 a 13= ƒ 8= ƒ 7= ƒ 6= ƒ 7= 22 a 23 130 cent 1868 ƒ15 a 16= ƒ10 a 11= ƒ 8 a 8½ ƒ 7= ƒ 8= 28 140 cent (*) Niet te koop
van jaar 1800 tot jaar 1824
Weite: ƒ12½; rog: ƒ8½; erften: ƒ 8½; gerst: ƒ6½; boekw: ƒ8 1/3
van jaar 1824 tot jaar 1848
Weite: ƒ7¾; rog: ƒ5; erften: ƒ6; gerst: ƒ4½; boekw: ƒ5¾
van jaar 1848 tot jaar 1854
Weite: ƒ9; rog: ƒ7; erften: ƒ6½; gerst: ƒ5; boekw: ƒ7
van jaar 1816 tot jaar 1854
Verkens: 33 cent 't Nederlans pont
van jaar 1829 tot jaar 1854
Boter: 62 cent 't Nederlans pont
paarde runderen schapen verkens geiten ezels Noord-Braband 29.211 146.835 52.014 34.302 34.670 74 Gelderland 32.588 156.149 84.470 42.284 28.477 873 Z.Holland 35.482 178.260 49.215 27.906 7.768 532 N.Holland 17.965 132.246 190.966 21.796 4.025 787 Zeeland 21.070 45.850 20.033 12.920 2.690 201 Utrecht 11.391 71.518 30.127 14.967 3.483 342 Friesland 23.169 191.331 85.875 10.521 740 71 Overijseld 15.548 104.958 45.174 19.309 6.252 75 Groningen 27.475 101.009 78.485 16.389 980 28 Drente 8.717 50.940 123.576 14.475 2.428 6 Limburg 13.916 57.255 64.328 19.031 7.620 57 Totaal 236.572 1236.153 824.308 233.900 99.115 3.037[1]
Volgens opgave in 't Algemeene Handelsblad van den vierden
Januarij in jaar 1855[2].
Aangetekend door mij Egbert Wijers
Emmer, Januarij 1855.
In 't Konigrijk Pruissen telt men op den 16 Meij 1856 aan vee 26.125.925 stuks.[3] In 1863 den 1 Meij als aan paarden 1.570.560 | telde men paarden 1.680.663 aan runderen 5.374.407 | telde men runderen 5.634.510 aan schaapen 16.539.210 | telde men schaapen 17.428.013 aan bokkengeiten 591.288 | telde men bokken en geiten 600.330 aan varkens 2.042.854 | telde men varkens 2.709.709 aan eezels 7.305 | telde men eezels 8.312 aan muldieren 828 | telde men muldieren 860
Volgens 't Algemeene Handelsblad op den 16 Meij 1855.[4]
Noten:
[1] De som van de cijfers per provincie wijkt af van de totalen. Sommeren
levert 236.532 paarden (i.p.v. 236.572), 1.236.351 runderen
(i.p.v. 1.236.153), 824.263 schapen (i.p.v. 824.308), 99.133 geiten (i.p.v. 99.115) en
3.046 ezels (i.p.v. 3.037). Het totaal aantal varkens klopt.
[2] In Algemeen Handelsblad no.7197 van 04.01.1855, Dag, staat: paarden in Drenthe = 8.757 (i.p.v. 8.717); runderen Zuid-Holland = 178.261 (i.p.v. 178.260), in Noord-Holland = 132.247 (i.p.v. 132.246), en in Friesland = 191.131 (i.p.v. 191.331); schapen in Utrecht = 30.172 (i.p.v. 30.127); geiten in Limburg = 7.602 (i.p.v. 7.620); ezels in Noord-Holland = 778 (i.p.v. 787). De optellingen kloppen dan wel.
[3] De som van de cijfers per soort bedraagt 26.126.452 stuks.
[4] “De Pruisische veestapel bedraagt 26.125.952 stuks vee, als 1.570.560 paarden, 828 muildieren, 7305 ezels, 5.374.407 runderen, 16.539.210 schapen, 591.288 bokken en geiten, 2.042.854 varkens.” (Algemeen Handelsblad no.7651 van 21.06.1856, Dag). De subtotalen in de krant sommeren tot 26.126.452, een verschil van 500.
Een os Een koei levendig | geslagt | levendig | schoon aan den haak wegende | schoon aan den haak | wegende | geslagt 400 ll | 180 tot 200 ll | 400 ll | 155 tot 180 ll 450 ll | 210 tot 250 ll | 450 ll | 190 tot 230 ll 500 ll | 245 tot 270 ll | 500 ll | 240 tot 270 ll 550 ll | 280 tot 310 ll | 550 ll | 270 tot 310 ll 600 ll | 320 tot 335 ll | 600 ll | 285 tot 315 ll 650 ll | 340 tot 375 ll | 650 ll | 315 tot 360 ll 700 ll | 390 tot 420 ll | 700 ll | 330 tot 400 ll 750 ll | 410 tot 450 ll | 750 ll | 350 tot 425 ll 800 ll | 460 tot 480 ll | 800 ll | 400 tot 460 ll 850 ll | 500 tot 550 ll | 850 ll | 470 tot 510 ll 900 ll | 550 tot 590 ll | 900 ll | 500 tot 575 ll 950 ll | 570 tot 610 ll | 950 ll | 575 tot 600 ll 1000 ll | 625 tot 660 ll | 1000 ll | 600 tot 630 ll 1050 ll | 700 tot 750 ll | 1050 ll | 650 tot 675 ll 1100 ll | 770 tot 825 ll | 1100 ll | 700 tot 750 ll 1150 ll | 850 tot 900 ll | 1150 ll | 775 tot 800 ll 1200 ll | 925 tot 975 ll | 1200 ll | 825 tot 870 ll 1250 ll | 1000 tot 1050 ll | 1250 ll | 900 tot 950 ll 1300 ll | 1100 tot 1170 ll | 1300 ll | 975 tot 1000 Kalver Schapen levendig | schoon | levendig | schoon 100 ll | 42 tot 55 ll | 30 ll | 13 tot 15 ll 150 ll | 56 tot 80 ll | 40 ll | 18 tot 20 ll 200 ll | 100 tot 140 ll | 50 ll | 23 tot 26 ll 250 ll | 140 tot 153 ll | 60 ll | 27 tot 30 ll 300 ll | 150 tot 175 ll | 70 ll | 32 tot 36 350 ll | 160 tot 200 ll | 80 ll | 35 tot 42 400 ll | 170 tot 250 ll | 90 ll | 44 tot 47 450 ll | 205 tot 290 ll | 100 ll | 48 tot 60 Verkens Verkens levendig | schoon | levendig | schoon 70 ll | 58 tot 60 ll | 300 ll | 230 tot 250 ll 100 ll | 77 tot 80 ll | 350 ll | 265 tot 290 ll 150 ll | 114 tot 120 ll | 400 ll | 310 tot 330 ll 200 ll | 150 tot 160 ll | 450 ll | 370 tot 385 ll 250 ll | 190 tot 220 ll | 500 ll | 430 tot 460 ll
uuren | uuren Amsterdam 20 | Duinkerken 64 Amesvoort 10 | Doeticum 7 Alkmaar 29 | Dieren 6 Almelo 8 | Edam 24 Aalten 10 | Eibergen 8 Antwerpen 37 | Elburg 7 Arnhem 8 | Elspeet 6 Apeldoorn 3 | Emmerik 10 Bathem 2 | Enskedee 11 Beekbergen 3 | Enkhuizen 30 Benthem 15 | Enter 7 Bergen op Zoom 35 | Epe 4 Bolswaart 26 | Franeker 29 Bommel 18 | Geertruidenberg 27 Borkulo 6 | Geesteren 6 Borne 9 | Geelemuiden 9 Breda 28 | Gilhuizen 14 Bredevoort 10 | Goor 6 Briele 31 | Gorkum 21 Brummen 5 | Gorssel 1 Brussel 45 | Groesbeek 10 Calken 13 | Grave 14 Coewerden 14 | Grolle 8 Cordijk 55 | Gronigen 28 Culemborg 16 | Gronau 15 Dalzen 6 | 's Gravenhag 28 Delft 27 | Haarlem 23 Dellen 8 | Harderwijk 9 Dendermonde 43 | Harlingen 29 Diepenheim 6 | 's Hertogenbosch 20 Dinperlo 11 | Harselt 8 Doesborg 6 | Heerde 4 Dockum 30 | Heino 4 Doornink 60 | Hengelo in Geld 6 Dordrecht 24 | Hengelo in Overijsseld 9
uuren | uuren Huissen 2 | Putten 9 Holten 4 | Raalte 3 Hoorn 27 | Rhienen 19 Hulst 42 | Rheenen 11 Hummelo 5 | Roermonde 25 Kampen 8 | Rotterdam 28 Leeuwaarden 26 | Rijsseld 66 Leuven 43 | Rijssen 6 Leijden 25 | Ravenswaai 16 Ligtevoorde 9 | Randewijk 13 Loenen 4 | Roeroord 25 Laaren 4 | Rozendal 7 Lathem 6 | Remkem 10 Leerdam 24 | Schidam 27 Lochem 5 | Schoonhoven 20 Maastright 36 | Schuttrop 16 Meedeblik 40 | Sluis in Vladeren 35 Meppeld 14 | Sneek 25 Mildelburg 40 | Staveren 23 Munnekendam 23 | Steenderen 5 Munster 26 | Steenwijk 13 Monvoort 26 | Spankeren 5 Naarden 16 | Steeg 6 Nieuwpoort 62 | Tergouw 22 Nijbroek 2 | Tertolen 36 Nijkerk 10 | Terneer 40 Nijmegen 11 | Terwolte 1 Naamen 50 | Tiel 14 Nede 7 | Twello 1 Northorn 15 | Terborg 8 Nunspeet 6 | Vaassen 3 Oldenzaal 12 | Venlo 21 Olst 2 | Vianen 17 Oostende 60 | Vlessingen 40 Oortmarssen 12 | Ooldenhoven 11 Osnabrug 29 | Voorst 2 Ommen 8 | Voorthuizen 8 Oudenaren 52 | Vorden 4
uuren | uuren Vurne 63 | IJperenburen 23 Vasseveld 10 | IJperen 60 Vreeden 13 | Zalk 8 Utrecht 20 | Zutphen 3 Wageningen 10 | Zwolle 6 Welle 69 | Zwartesluis 10 Wilsen 2 | Zaandam 25 Wensterswijk 11 | Zelhem 6 Wezel 16 | Zoelen 20 Wezep in Overijsseld 2 | Zuilen 12 Wierden 7 | Zoelmont 20 Wildsem 4 | Zirikzee 42 Wilp 1 | Zetdam 9 Woerden 19 | Zeverswolde 25 Workum in Holland 22 | Zantdaarbuiten 30 Wijhe 3 | Zevenbergen 24 Wijk bij Duursteede 14 | Zeist 16 Wheel 6 | Zevenaar 9 Wello 2 | Zwilbrock 8 Westervoort 9 | Zeuwent 7 Weezep in Holland 19 | Wintschoten 38 | Workum in Vriesland 20 | Westerschelde 22 |
Sedert eenige jaren neemt het slagten van paarden te Hoorn in Noortholland aanmerkelijk toe. De paarden worden daar met scheepen aangevoerd. En hun vlees worde eerst gezouten en dan gerookt en naar elders verzonden om te verkoopen. Volgens 't Algemeen Handelsblad van den 25 December 1858.
Provincien Zielen | Aangegroeid op Gelderland zijn 370.560 | 396.421 Noortholland 396.845 | 542.234 Zuitholland 562.354 | 612.031 Zeeland 160.073 | 165.791 Utrecht 149.247 | 159.382 Vriesland 246.967 | 268.119 Overijsseld 216.274 | 253.723 Groningen 188.806 | 204.484 Drente 83.269 | 92.785 Limburg 203.826 | 213.489 Te zaamen 2.579.830 | 2.908.459 [1] NoordBraband teld 380.190 | 409.678 Totaal 2.960.020 | 3.318.137 zielen
Alzo is in die Elf Provincien in zeven jaaren tijds 't menschdom vermeerdert met 358.117 zielen.
Het grooste paardespel in heele Europa is van den Heer
Wollschager dien zich tans in Berlijn bevind. Bestaat tans uit
veertig voorname rijders en rijderessen, veertig werklieden,
twintig stalknechten, vierentwintig muzikanten en ruim zeventig
paarden. Ten kosten en de uitgave is alle jaar een som van 360.000
Guldens. Den eersten en de voornaamsten rijder is den Heer Robison
dien jaarlijks verdient 27.000 Guldens.
Volgens 't Handelsblad
van den 26 Februarij 1859.
Noten:
[1] De zielen in de tien provincies (in 1849) sommeren tot 2.578.221.
De overige berekeningen kloppen.
Zielen [1] [2] Amsterdam 217.000 224.255 243.755 Amersvoort 8.544 Alkmaar 8.337 10.192 10.479 Arnhem 9.500 17.346 Assen 6.000 4.395 Apeldoorn 4.918 Apingedam 1.595 Almelo 2.161 Apiemuiden 826 Asperen 737 s Bosch 12.627 21.782 Breda 8.250 14.743 Bergen op Zoom 4.722 8.518 Bolmel 4.600 Buuren 3.488 Briel 3.170 Bolsward 2.783 Blockziel 1.325 Brouwershave 690 Culenborg 3.766 Doesborg 2.278 Dockum 2.682 Dortrecht 18.014 20.858 Deverter 8.287 14.387 Delft 13.737 18.464 Deutigum 1.400 Domburg 651 Enkhuizen 6.800 5.387 5.233 Etten 4.000 Edam 2.747 4.483 4.842 Enthoven 1.959 Elburg 1.900 Enschede 1.835 Franeker 3.891 5.288 s Gravehage 38.433 72.660 Gronigen 23.700 33.643 Gorkum 4.969 8.780
Noten:
[1] Opschrift "bevolking in 1849 zijn aangegroeit". De kolom is voor minder dan de helft gevuld.
[2] Opschrift "en in jaar 18 12/31 59". De kolom is nagenoeg leeg.
Zielen [1] [2] Gouda 11.969 13.179 Groes 3.711 5.296 Geertruidenberg 477 Gelemuiden 852 Grave 1.573 Harlingen 7.456 Haarlem 21.227 25.778 27.523 Hoorn 9.551 8.701 9.252 Harderwijk 3.944 5.346 Heussen de stad 10.300 Hinlopen 15.500 Harlum 23.000 Hasselt 1.124 Harlergerland 1.600 Hadenberg 651 Heukelom 477 Isselstijn 2.551 2.830 Kampen 6.214 10.600 Koevorden 1.533 Leeuwarden 15.525 24.505 Leerdam 2.015 Mildelburg 17.687 15.939 Medeblik 2.009 2.738 2.255 Monvoort 1.316 Meppeld 3.636 6.686 Munnekendam 2.058 2.809 2.663 Maartendijk 1.219 Milligen 130 Muiden 994 1.000 1.643 Nijmeegen 13.454 21.272 Naarden 1.809 1.560 2.230 Norderij 700 Oosterhout 6.000 Oostzaan 4.938 Oldenzaal 2.087 Oldewater 1.605 Oortmassen 142
Noten:
[1] Opschrift "bevolking in 1849 zijn aangegroeit". De kolom is voor minder dan de helft gevuld.
[2] Opschrift "en in jaar 18 12/31 59". De kolom is nagenoeg leeg.
Zielen [1] [2] Peurmerent 2.403 4.170 4.329 Rotterdam 53.242 88.820 Rozendaal 3.300 Rheenen 16.300 Schohoven 2.489 Sneek 4.839 7.750 Steenberg 3.705 Stavoren 1.236 Steenwijk 1.791 Steenderen 2.500 3.842 Tholen 1.695 Tiel 3.400 5.930 Tilburg 9.000 14.692 Utrecht 32.300 47.000 Vlessigen 5.691 9.770 Veere 3.000 Volhove 972 Wesep 263 2.779 2.856 Workum 625 Wangerojen 200 Wijk bij Duursteede 1.480 Woerden 2.600 Winschoten 1.905 Westzaan 5.179 Westkapelle 1.143 Wageningen 3.006 Willemstad 1.295 Zevenaar 994 1.679 Zwolle 12.220 17.680 Zierikzee 6.086 7.991 Zevenbergen 2.760 Zutphen 8.878 12.550 Zelhem 2.800 Zwilbroek 1.600 Zeist 1.300 Zetdam 913 Zoeterwoude 557
Noten:
[1] Opschrift "bevolking in 1849 zijn aangegroeit". De kolom is voor minder dan de helft gevuld.
[2] Opschrift "en in jaar 18 12/31 59". De kolom is nagenoeg leeg.
Landen Inwoonders In den dienst Keiser Rusland 59.673.629 2.260.680 Keiser Oostenrijk 35.140.260 312.714 Keizer Frankrijk 33.540.908 376.120 Konegin Engeland 24.683.653 109.075 Sultan 16.710.000 150.000 Konig Pruisen 14.414.385 551.916 Konegin Spanjen 12.286.941 100.000 Konig Selizie 7.975.850 44.948 Konig Sadinie 4.650.850 52.000 Konig Beijeren 4.115.469 55.000 Konig Braband 3.972.943 75.000 Konegin Portugal 3.549.420 27.472 Konig Holland 2.579.829 72.000 Konig Zweeden 2.965.900 39.845 De Paus 2.586.491 14.680 Konig Denemarken 2.096.237 32.708 Konig Hanover 1.722.107 19.371 Konig Zaksen 1.652.114 13.016 Konig Wittenburg 1.649.838 2.829 Konig Zweeden 1.288.009 64.000 Konig Grikkenland 637.600 10.000 209.055.114 3.145.795
In die een en twintig vorstendommen zijn te zaamen twee maal
hondertnegentig milioenen vijfenvijftig duizend een hondert
veertien inwoonders. Men berekend dat in heel Europa zes en
vijftig groote en kleine vorsten zijn. 't Heele Europa berekend
men dat er tweemaal hondert zeven en veertig milioenen vijfmaal
hondertnegentagtig een hondert en achttien zielen zijn zegge
247.589.118 zielen.
Volgens de opgave op den 19 November
1849.
In dat zelde jaar heeft 't Konigrijk der Nederland geteld
viermaal hondertvierenveertig duizend zevenhondertagtzeventig
huizen zegge 444.778 huizen zijn.
Die dit niet geloven wil teld
dan maar na.
Parijs heeft 1.053.063 inwoonders Heeft arme huisgezinden 29.063 Mannen 14.599 Vrouwen 25.483 Jongens 18.210 Meisjes 13.062 Saam 71.354 zielen die van den armen staat bedeeld moeten worden In Frankrijk teld men 36.819 gemeentens teld men 2.847 katons teld men 368 arondissementen teld men 85 departementen teld men 6.642.416 huizen teld men 82.375 moolens teld men 14.412 smederijen teld men 38.030 fabrikken teld men 12.000.000 grondeigenaren teld men 51.568.855 stuks paarden Jaar 1700 zijn 19.669.000 inwoonders bij Lodewijk den XIIII In 1784 zijn 24.800.000 inwoonders bij Lodewijk XVI In 1851 zijn 35.783.000 inwoonders bij Napolion Alzo is Frankrijk in 151 jaaren aangegroeid 16.114.000 zielen
In 't Konigrijk Pruissen teld men den 1 Januarij in jaar 1856 in heele rijk 17.201.995 zielen, in de hoofstad 426.602 inwoonders, 10.534.730 evangelisten, 6.418.312 Roomschen, 1880 Grieksche kartolijken, 14.139 mennoniten, 235.241 Israliten of Jooden.[1]
In Konigrijk Belgische teld men den 1 Januarij in jaar 1856 in 86 steeden 1.205.516 en in 2454 gemeentens van platteland 3.381.401, geheele rijk 4.584.917 inwoonders.[2]
In 't Hertogdom Baden teld men 1.357.218 zielen teld men 1583 gemeentens.
Noten:
[1] De aantallen per geloof sommeren tot 17.204.302.
[2] De tweedeling sommeert tot 4.586.917. Merk op dat hetzelfde ook op p.111 staat. Daar gaat het om 2245 gemeentens en om 1.203.516 inwoners van steden, waardoor de optelling wel klopt.
= vervolg bladzij zie 164=
In Siberien 4.133.322 zielen In Transkaukasie 2.173.582 In Nieuwe Rusland 3.270.140 In Klein Rusland 3.043.440 Overzeese Provincien 1.650.527 In Poolen 4.852.055 In Frieland 1.631.915 Ongeregelde leger 2.279.299 Geregelde leger 52.388.717 75.402.993 zielen
De paardestabel in Rusland bedraag zig 18 milioenen paarden
waarvan 12 milioenen trek- of werkpaarden dien voor den dienst
bekwaam zijn in Rusland teld men 2160 stoeterijen met 200.000
paarden. Daar word ook den 100.000 paarden aan geteelt.
Voornaamste stoeterijen zijn
van Masselof
van Woseijkof
van Petrowskij
van Rostopschin
van Zawadewskij
van Rasemowskij
van Guldowitsch
van Paskesorlof leverde prachtige paarden welken tevens 't groots van
stuks zijn de bekroon stoeterijen zijn Khranowoin en Tschesmeuka daar wordt jaarlijks
een aanzienlijk getal frisse paarden voor de kavelerij levert.
In 't jaar van 1854 zijn in het Russche Rijk verbrand 36 kerken, 133 groote verbouwen, 10.510 wooningen of woonhuizen en de schaade is 36.440.279 zilveren roebels.
September den 7 jaar 1856 ontving den keizer van Rusland den
kroon te Moskou. Toen de keizer binnen de kerkmuren trad, waaren
zes milioenen menschen die voor hem geknielen waaren, om hem de
eere als keizer te bewijzen. Des savons was de heel stad verligt
geworden. De stad Moskou bevat 800 torens en torenjes. Zommige
torens waaren van boven tot beneden met lampions verligt geworden.
In de stad waaren boomen geplant wier takken vlammen waaren
beladen met vluchten van allerlei kleuren.
Men zegt dat niet minder dan 200.000 werklieden voor deeze arbeid
werkzaam waaren geweest. In Rusland is in jaar 1856 een man
overleden van 137 jaaren 10 maanden 11 dagen. Hij was in zijn 19
jaar gehuwd hij had vijf vrouwens gehad. Bij die vijf vrouwen 32
kinderen. Doe hij overleed had hij een dochter die 100 jaaren out
was. Nog in dat rijk zijn 838 menschen die boven de 100 jaaren out
zijn, 40 boven de 120 jaaren, 15 boven de 130 jaaren, 9 boven de
135 jaaren, 3 boven de 138 jaaren out zijn. In 1840 is in Moskouw
een soldaat overleden die 153 jaaren had geleeft. In Petersburg
teld men 532.241 zielen. In Konstantinopel teld men 786.990
zielen. In Weenen teld men 579.447 zielen. In Parijs teld men
1.174.364 zielen. In Londen teld men 2.646.600 zielen. In Weenen
zijn in garnizoen 24.000 man Kartolijken 442.207 zielen.
Prodestanten 12.749 zielen. Jooden 15.376 zielen. Huizen 89.449.
Van de 7878 kinderen die in een jaar geboren zijn 3228
onechten.
Londen heeft 2.400.000 inwoonders, 12.000 straten, meer dan 80 plijnen, 250.000 huizen. In jaar 1665 sleepte aan een ziekte 100.000 persoonen naar 't graf. In 't jaar 1666 baste een verschrikkelijke brand uit, welke 400 straaten, 13.000 huizen, 69 kerken door de vlamme verteerde. In Januarij den eersten 1857 Stad Londen 2.616.248 zielen, 1.225.546 van 't mannelijk, 1.390.702 van 't vroulijke geslacht. In een week van den 12 tot den 19 geboren 1771 kinderen en overleden 1174 personen. In een week des Maandags koomen vee aan de mark 5.500 tot 6.000 stuks runtvee, 25.000 stuks schaapen, 300 tot 400 kalver. De vrijdaags is den aanvoer niet zoo groot. Die stad is in drie jaaren met hondertduizend zielen vermeerdert. De sterkte der policie is 5.817 man sterk. Bij dagdienst doen 2.272 en bij nacht 3.545 dienst doen. In Ierland zijn in 1842 hondertzeventwintig persoonen van honger gestorven. In 1845 niet minder als 516 menschen. In 1846 niet minder als 2.041. In 1847 niet minder als 6.058 in de twee volgende jaaren 9.395 menschen. In tien jaaren niet minder als 21.770 menschen van honger en kommer in dat land gestorven. In 't jaar 1857 zijn te Londen uit Nederland aangevoerd 11.046.850 Ned ll of 396.953 vaten boter, 2.063.400 Ned ll of 5.643.646 stuks kaas in 18.627 kisten, 22.284 runderen, 20.566 vette kalveren, 6.628 varkens en 77.793 schapen. In 't jaar 1858 zijn uit Frankrijk 162 milioenen en uit Braband 164 milioenen eijeren naar Londen gevoerd. In een week zijn in Londen geboren 1830 en overleden 1429 zielen.
= Zie bladzij 149 =
In jaar 1842 van den 4 tot den 8 Meij woeide in de Stad Hamburg
een fellen brand een en zestig straten hondert twintig steegen
bevattende 1992 huizen 1716 werkplaatsen 498 winkels 368
woonkelders vernielden 22526 menschen van haare huisvesting door
de felle vlammen beroof worde.
In den jaare 1838 op den
twaalfden Januarij in den vroegen morgen bestond in 't Dorp
Steenderen een fellen brand daar twee huizen, een koornberg met
koorn in de vlammen verteerde. 't Huis van de Gebroeders Franken
zijn vier stuks beesten en al haare meubels en een huis van Willem
Weuning met al haare meubels in as werd geleg.[1] In 't jaar 1762
in de maand April in 't genoemde dorp vijftien huizen waar
achttien wooningen in waaren in de plooi der vlamme verteerd. In
jaar 1782 op den 12 Maart door 't onweerder kerk en toorn en drie
huizen.[2] In den jaare 1783 nog drie huizen. Toen in jaar 1782 op
den 12 Maart [...] om vier uuren door een bliksemstraal de kerk en
toorn van Steenderen was aan gestooken en geheel in as was
verteerd. In het volgende jaar 1783 weer herboud geheel op kosten
der geerfden van Steenderen en Baak.[3] En die van Bronkhorst
verkozen hier niet toe te geeven zels geen elk ende waag en vragt
daaraan bij te vaaren dezelde is herboud ten opzigte van den
kerkmeester Jan Breukink.
De inwijding van 't Nieuwe Kerkgebouw is geschied door den Weleerwaarden Heer Geleerden Heer den Heer M. Hartog[4] toenmaals predikant op den 1 Februari 1784.
Juicht, o Steenders, zijt verblijd nu uw kerk is ingeweid en aan God is opgedragen. Wil hem dienen alle dagen die gij leeft op deze aard. Zo zijt ge een beter leven waard. Sprokkelmaand 1784
Noten:
[1] Addink schrijft hierover: “1838 den 12 Jan. morgens 1/2 5 uur is het huis van de kinderen Jan Franken en dat van Willem Wunnink afgebrand.” (Oudheden, p.48)
[2] Addink schrijft hierover: “1782 den 12 Maart des namiddags om 4 uuren sloeg een blixemstraal eeven onder den pijnappel in den tooren waardoor dezelve in brand geraakte en met de kerk, het schoolhuis en nog drie andere woonhuizen in de assche wierden gelegd.” (Oudheden, p.32)
[3] Addink schrijft hierover: “In 1783 is dezelve herbouwd, alleen op kosten der geërfden van Steender en Baak alwaar 6 jaar lang 5 stuiv. per guld. opgeld van de verp: is betaald, hebbende den thoenmalige Heere van Bronkhorst, Zeno Diderik Walraad, Baron van Tengnagel, verweigerd er iets toe te geven.” (Oudheden, p.32)
[4] Matheus Hartog (1727-1786), predikant van 1753 (beroepen
van Angerlo) tot 1786 (overlijden).
van de WelEw. heeren predikanten van zederd de reformatie in de Hervormde Gemeente van Steenderen en Bronkhorst
AangekomenJaare van 1595 De eerste predikant Johannis Weete; overleden in jaar 1596 den 20 November In 1598 Johannes Tremontecenzis beroepen van Zelhem; in 1602 vertrokken naar Warnsveld In 1602 Vibentius Schutgen, overleeden den 20 Maart in jaar 1629 In 1629 Albertus Brelius, beroepen van Gelselaar overleeden den 17 September 1643 In 1644 Rogerus Bronkhorst, beroepen van Gelselaar, overleeden den 20 Meij 1692[1] In 1693 Johannis Hendrikus Lulofs, overleden den 30 Julij 1728 In 1728 Gerhardus Ardoph Olivier, overleden den 30 Meij 1739 In 1739 Ierlot van der Spijk, beroepen van Gorssel; in 1753 vertrokken naar Doesbeurgh In 1753 Martinus Hartig, beroepen van Angerlo overleden den 30 Julij 1786, geboren te Dinsperlo den 31 Augustus 1737 In 1787 Cornelis Plante, beroepen van Laaren Gelderland, emeritus den 1 Julij 1837, geboren den 17 Septb 17.. In 1837 Willem Gabriel Simon Liks Raven, beroepen van Loenen, Veelu, bevestig den 5 November 1837, overleden de 20 Maart 1847 In 1848 Willem Linse, beroepen van Elst, emeritus geworden den 2 Meij 1857 In 1857 G.J. Blaauw, beroepen van Elst op Veelu, zijn intree was den 9 Augustus 1857 op zondag den 6 December 1858. Maakte den Eerw... leeraar aan de Gemeente bekend als hij een be(roep) uit de gemeente Veendal had ontvangen Na een erstige overweging te neemen over vee... dagen aan de gemeente bekend te maaken. Op zondag den 20 maakte hij aan de gemeente bekend van 't bedanken naar Veendal en op Nieuw... weer aan de gemeente verbinnen.
Noten:
[1] Bij het overschrijven (waaruit?) is Gosuinis Martini a Kerkelijk, predikant 1656-1692 vergeten. De overlijdensdatum in 1692 hoort bij hem. Zijn voorganger Rogerus Bronkhorst ging in 1656 met emeritaat. Bron: H. ten Doeschate, Iets uit de geschiedenis van Steenderen en Bronkhorst (1919), p.66.
= vervolg van bladzij 97 =
In Maart in jaar 1863 maakte onze predikant Blaauw aan zijn
gemeente bekend als hij een beroep hat ontvangen uit de gemeente
van Axel, Zeeland. Veertien dagen later als dat hij 't beroep hat
aangenomen.
Op zondag den 21 Junij 1863 heeft den predikant 't
nieuwe orgel ingeweid en aan God opgedragen bij 't inweiden hat
den predikant zijn teks gekozen uit den zendebrief van Paulus aan
die van Kolosse het derde kapittel 16 vers.[1]
't Voorgezang was Psalm 84 vers een. Dat wierd door de gemeente
gezongen zonder 't orgel. 't Tweede gezang was Psalm 89 vers 7 met
't orgel. 't Derde gezang was Gezang 43 vers een en des 't Vierde
Gezang was Gezang 2 vers een. 't Vijfde gezang was Gezang 296
wierd door Gemeente staande gezongen.
Op zondag nademiddag den
28 Junij 1863 nam onze predikant Blaauw afscheid van zijn gemeente
en vertrok naar de gemeente Axel, Noordb.
In Julij maakte onze
kerkeraat een twaalftal van predikanten en daaruit beroepen den
WEWaarde heer Barsvoet, predikant te Ridderkerk die bedante. Den
tweeden beroepen Toornborg, predikant te Liende bedante. Den
derden beroepen Wentink, predikant te Kootwijk bedankte. Den
vierden beroepen Rutgers predikant te Zwoude bedankte. Den vijfden
beroepen ... predikant te Doesburg bedante. Den zesden beroepen
Cornelis Clant predikant te Nichtevecht, Zuitholland, die het
beroep heeft aangenomen. Zijn intree gedaan den 3 Januarij 1864.
In Maart 1872 een beroep heeft gehad naar het eiland Urk. Den 26
Maart 1876 een beroep ontvangen van Idsegahuizen en Piaam en heeft
den 7 April daarvoor bedank. Den 18 Augustus 1879 heeft dominee
Klant zijn 40 jaarige ambt bediening gehouden te Steenderen in de
kerk waar het savonds groot veest bij hem aan huis was. Er is een
kolekte geschiet door de kerkbroeders door de heele gemeente aan
elk protestant huisgezin waar er heel weinig waren die niet gaven
en hebben hem een nieuwen staatenbijbel met plaaten en zilveren
klampen en hoeken cadoo gegeven met een tafeljen er bij om op te
leggen en een mo...klok alles de waarde van ƒ350.
Den 30
Mei 1884 is dominee Clant in den ouderdom van 74 jaren
overleden.
= vervolg op blz. 103 =
Noten:
[1] Colossenzen 3:16: "Het woord van Christus
wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en
terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen
zingende, Gode dank brengt in uw harten."
In 't jaar 1807 hebben onze voorouders ons kerkgebouw
versiert met een klein out orgel dat op den 18 September is
ingeweid door den predikant Planten toenmaals predikant van
Steenderen en Bronkhors.
Bij de inwijding van 't orgel word dit gezong:[1]
(Egbert Wijers in Memorieboek) (Harmen Addink in Oudheden) Het dank en bidding hart verzellen Het dank en biddend hart verzell nu vrolijk klinkend orgelspel het vrolijk klinkend orgelspel wat zang nog spel kan God behagen want zang nog spel kan God behagen zoo 't hart hem niet wordt opgedragen. zoo 't hart hem niet word opgedragen. Nu vrolijk uit de borst gezongen Nu vrolijk uit de borst gezongen heft kerkgenoten juighend aan heft Kerkgenoten juichend aan paart dankbre harten niet uw tongen paart dank haten met uw bretongen en wilt verheug naar gotthuis gaan en wild verheugd naa 't Godshuis gaan erkent het voorregt u geschonken erkent het voorrecht u geschonken dat g' in uw kerkgebouw ziet pronken dat g'in uw kerkgebouw ziet pronken een speeltuig dat op maat en toon een speelting dat op maat en toon uw treffende evangelie zangen uw treffende evangelie zangen en bijbel spajalem zal verlangen en bijbel psalmen zal vervangen looft God nu voor dit gunstbetoon. looft God nu om dit gunst betoon. Triomf nu is de dag verschenen Triumphi nu is de dag verschenen, waar op het blijde orgelspel waarop het blijde orgelspel met psalmlied zig gaat vereeren met psalm en lied zig gaat vereenen en 's Hoogsten macht en lof vertell en 's Hoogsten macht en lof vertell wilt Hem dan in Zijn tempel loven wilt Hem dan in Zijn tempel loven komt heffen wij ons hart na boven komt heffen wij ons hart naar boven Juicht, zingt Zijn liefde de lof en eer|juicht zingt Zijn liefde lof en eer heft aan dat nu de schoonte klanken heft aan dat nu de schoonste klanken des orgels daar wij God voor danken des orgels daar wij God voor danken uw zang verzellen keer op keer. uw zang verzelle keer op keer. Door edele mildheid aangedreven Door prijsbre mildheid aangedreven is tans dit werk door ons volbragt is thans dit werk door ons volbragt met een welmeenend hart gegeven met een welmenend hart gegeven tot roem van 's Heeren liefd en magt. tot roem van 's Heeren liefde en magt. 't Is waar dat men in vrorige dagen 't Zij zoo dat men voorge dagen hier dikwijls stof hat om te klagen hier dikmaals stof had om te klagen om 't missen van dit blij genot om 't missen van dit blij genot dan tans genieten wij 't genoegen dan thans genieten wij 't genoegen
Noten:
[1] Het betreft de &lquo;Lierzang op het Inwijdingsfeest van het Orgel den 13 Sept. 1807, door Harm. Addink”, ook integraal opgenomen in zijn Oudheden, pp.62a-62f. De tekst daarvan, in de transcriptie van het OTGB (1989), is, zonder verder commentaar bij de verschillen, weergegeven naast de versie van Egbert Wijers.
(Egbert Wijers in Memorieboek) (Harmen Addink in Oudheden) dat God na slagen en na zwoegen dat God na slagen en na zwoegen aan ons beschikt een beter lot. aan ons beschikt een beter lot. Komt laat ons dan naar Godshuis treden Komt laat ons dan naar 't Godshuis treden en vieren plegtiglijk dit feest en vieren plechtig dit feest 't Inwijdingsfeest dan ons op heden 't inwijdingsfeest dat ons op heden zoo streelend opwekt naar den geest zoo strelend opwekt naar den geest komt loven wij met stem en snaren komt loven wij met stem en snaaren den Heer den God der legerscharen den Heer den God der legerschaaren daar ons dit heuglijk feest verlijdt daar ons dit heuchglijk feest verblijd welaan alle godsdienst vrienden welaan nu alle godsdienstvrinden welaan dat wij ons tans verbinden welaan laat ons ons thans verbinden tot lof aan Doppermajesteit. te roemen d'opper majesteit. Vergeet nu alle zorg en rampen Vergeet nu alle zorg en rampen waarmee men in vroeger tijd waarmede men in vroegertijd zoo menigmaal moest [...] kampen zoo menigmaal moest worstlend kampen en weest op dezen dag verblijd en weest op dezen dag verblijd welaan dan 't loflied aangeheeven welaan dan 't loflied aangeheven daar wij deez blijden dag beleven daar wij deez' blijden dag beleven Hozanna nu, o Christenschaar Hosanna nu o Christen schaar laat ons Gods goedheid prijzen laat ons Gods goedheid danken prijzen voor zijne gunst Hem eer bewijzen voor zijne gunst hem eer bewijzen komt doen we dit in 't openbaar. komt doen we dit in 't openbaar. Nu grijsaards uit de borst gezongen Nu grijsaards uit de borst gezongen nu vaders moeders viert dit feest nu vaders moeders viert dit feest nu zoons en dochters onbewongen nu zoons en dochteren onbedwongen komt zing nu met verblijden geest komt zingt nu met verblijden geest Zoo moeten wij den Heiland prijzen zoo moeten wij den Heijland prijzen op nieuwe en aangename wijze op nieuwe en aangename wijzen Hem altijd loven vroeg en spae Hem altijd loven vroeg en spae elken feestdag vrolijk wezen en elken feestdag vrolijk wezen Ja - eer zij 't eeuwig Opperweezen Ja, eer zij 't eeuwig Opperwezen Ja - eer zij Hem, halleluja. Ja, eer zij hem - Hallelujah.
Gezongen bij het inwijden van 't orgel door de [ge...] van Steenderen en Bronkhorst op den 13 September 1807.
(In ander handschrift later
bijgeschreven)
In 1863 een geheel nieuw orgel
gekregen.
In jaar 1810 is de eerste straadweg geleg tussen Apeldoorn en Utrecht. In jaar 1813 tussen Utrecht en Amsterdam. In 1823 tussen Zutphen en Arnhem. In 1843 de eerste werking van telegraaf. In 1820 de eerste stoomboot in Nederland. In 1844 de eerste spoorweg tussen Amsterdam en Rotterdam. In 1846 de spoorweg tussen Amsterdam en Arnhem. In 1852 tussen Arnhem en Emmerik vervolgens door heele Pruisen. In 1844 de grindweg tussen Zutphen en Emmerik. 1863 is de eerste steen geleg te Zutphen aan de spoorwegbrug. In 1847 is de grindweg geleg van Brummen over 't Bronkhorsterveer door Steenderen tot aan den Breemer in den Toldijk. In 1864 op den 30 Junij is de eerste spoorwegen van Arnhem naar Zutphen. Den zelden dag zich door Brummen. Den 8 Februari 1865 is de spoorweg van Arnhem naar Zutphen plegtig ingeweid en de brug over den IJssel en op den 2 Februarij is die spoorweg voor 't plublik geopend gew. Den 19 Februarij is de van de stad Zutphen over den IJssel voor 't publik geopend en den [...]
(In ander handschrift later bijgeschreven)
In October 1873 is de
grindweg van Steenderen naar Dieren voor publik geopend. In 1873
is ook een grindweg geleg van Brummen naar Zutphen door den
Cortenoever. In 1888 is de weg door de Eekstraat van Steenderen
tot Doesburg tot stande gekoome. In 1891 is de straatweg
aanbesteed van Steenderen Bronkhorst naar Vorden en Zutphen voor
de somma van ruim 107,000 Guldens en is in den nazoomer van 1891
geopend.
is geboud in 't jaar 1860, is geweid in November 1861.
De nieuwe cartolijke kerk en toren te Steenderen is aan
besteed voor een somma van elf duizend zeven hondert guldens.
Behalven 500.000 steen, 500 mudde kalk 't noodige zand enz. Op
den 19 September 1862 en geboud in jaar 1863. Ingeweid op den 16
Augustus 1864. Op vrijdag den 19 Augustus voormiddags ten
9½ uure is de eerste dienst daarin gedaan door den
eerwaarden heer pastoor te Brummen. Den dag was voor de
Roomsgezinnen uit 't dorp Steenderen een waren feestdag. Zij
harden sedert den jaaren 1595 geen godsdienst in 't dorp kunnen
bijwoonen. Dus in dien tijd van 269 jaren in 't dorp van
Steenderen geene openbarigen godsdienst kunnen bijwoonen. Zij
moesten naar Baak of Olburgen of elders hunnen godsdiens
verrigten. In de maand Julij is in den toren een klok
gehangen.
= vervolg van de predikanten blz. 98 =
1885 Mei Beroepen ds. G.E. Meloen predikant te Kortenhoef Juli Beroepen ds. D. W..stenhoff, predikant te Wilnis September beroepen ds. Canden, predikand te Angeloo November beroepen ds. Henkelmans, predikand Lathem 1886 Februari beroepen ds. van Koetsveld, predikant Zwartsluis April heeft ds. J.R. van Kooi, predikant te Pesse het beroep aangenoomen en is 16 Mei hier in de kerk bevestig 1889 2 Juni maakte ds. Kooi bekend een beroep ontvang- gen te hebben te Loon op Zand. Bedank heeft 23 Juni bekent gemaakt tot spijt van de gemeente 1889 28 November maate ds. J.R. van Kooi bekend dat hij een beroep had ontvangen naar de hervormde gemeente te Gameren weer tot spijt van de gemeente. Bedank 1891 16 November heeft ds. J.R. van Kooi een beroep ontvangen nar Bruinnissen ... Zeeland al weer Bedank 1892 18 Januari van Kooi een beroep ontvangen naar de hervormde gemeente te Benschop ook bedank 1892 26 Juli heeft ds. J.R. van Kooi een beroep aangenoomen te St. Annaland en heeft den 25 September zijn afscheid genoomen Zedert 1602 is hier een predikand vertrokken naar Warnsveld[1] In 1753 een vertrokken Doesborgh[2] In 1858 een vertrokken naar Veenendaal[3] Dus de vierde predikand die vertrokken is zeederd het jaar 1602 die anderen allen overleden en eneritus geworden. 1893 den 28 Augustus is hier beroepen ds. Rutgers, prediekant te Koudum in Vriesland in September bedank In November is hier beroepen ds. J. van den Bijter, predekant te Eibergen heef bedank 4 December beroepen ds. H.W.M. Hupkes, pred- kant te Menaldum (Vriesland) 25 dito bedank 1894 12 Februari hier bedank ds. Timermans Hoogsmi... 13 April bedank ... Rozeboom te Varick 3 Mei beroepen ds. J.G. Klomp te Lunteren bedank 18 Juni beroepen ds. J.M.E. Steenbeek, prediekant te Wijnjeterp en Duurswolde en heeft het beroep aangenomen en is den 10 September bevestig door zijn broer prediekant te Lochem.
Noten:
[1] Dit is Joh. Tremontiensis, predikant van 1598 tot 1602.
[2] Dit is Jacobus van der Spijck, predikant van 1739 tot 1753.
[3] Niet duidelijk is wie hiermee bedoeld wordt. Rond die tijd, in 1863, vertrok
J.G. Blaauw, predikant 1867-1863, naar Axel.
zielen | zielen Alkmaar 10479 | Hasselt 2208 Almelo 3692 | Hattum 2690 Alphen 3167 | Heerenveen 4160 Amersfoort 12680 | Helder 15365 Amsterdam 243755 | Hellevoetsluis 4233 St.Anna Parochie ?200 | Helmond 5788 Arnhem 24885 | Hertogenbos 23055 Assen 5364 | Hussen 2200 Axel 2630 | Hilversum 5825 Barneveld 3100 | Hoogeveen 9028 Bergen op Zoom 3890 | Hoogezand 2400 Bergum 2630 | Hoorn 9252 Beverwijk 2692 | Hulst 2255 Bolswart 4479 | Joure 2800 Breda 4909 | Kampen 13865 Briele 4295 | Kotrum 2400 Coevorden 2656 | Kooi aan Zaan 2300 Cuilenburg 5404 | Krommenie 2900 Demesvaart 4200 | Leerdam 2797 Delshagen 4289 | Leeuwarden 22400 Delft 19770 | Leiden 36750 Deventer 16300 | Lemmert 2780 Derksland 2150 | Lochem 2274 Dockum 4415 | Maassluis 3606 Doesburg 4010 | Maastrich 27290 Doeticum 3169 | Markum 2244 Dortrecht 23179 | Medemblik 2255 Drachten 5350 | Meppel 6685 Edam 4840 | Middelburg 16076 Enthoven 4189 | Mildelhanis 3150 Elburg 2488 | Munnikendam 2676 Enkhuizen 5133 | Nijkerk 7417 Enschede 4336 | Noordbroek 2249 Flanker 5729 | Oldenzaal 3035 Gons[1] 6714 | Oosterhoud 5393 Goor 2080 | Oldenbosch 3339 Gorichum 9115 | Oudewater 2297 Gouda 4880 | Oud en Nieu Pek.. 3390 Grave 2982 | Peumerent 4390 Schavenhage 78650 | Rheenen 3946 Groenlo 2535 | Roermond 3400 Gronigen 35511 | Rotterdam 106900 Haarlem 27543 | Sapermeer 3397 Harderwijk 6546 | Schidam 15234 Harlingen 9770 | Schoonhoven 2812
Noten:
[1] w.s. Goes.
Sittard 4773 zielen Sneek 3486 Sommeldijk 2384 Stadskanaal 3700 Steenwijk 4061 Tholen 2476 Tiel 7037 Tilburg 15860 Uithuizen 1078 Utrecht 53083 Venlo 7304 Vianen 2900 Vlaanderen 8202 Vlissigen 10800 Voorburg 2446 Waalwijk 3099 Wageningen 5285 Weert 6806 Weesp 2856 Westzaan 2450 Wildervank 6532 Winschooten 4970 Wensterwijk 7783 Woerden 4287 Workum 3333 Wormerveer 3250 Wijk bij Duurstede 2770 Isselstein 3598 Isseldijke 2533 Zaandam 11787 Zaandijk 2300 Zaltbommel 3737 Zeid 4636 Zirikzee 7284 Zutphen 13728 Zwattesluis 3757 Zwolle 19280 Zwijndrek 2622
Den 27 Mei 1876 is Egbert Wijers de ouste kleinzoon van vader
Wijers in egtverbintenis getreden met Henrietta van der Mei, geb.
te Gorssel, gaan woonen te Doetigem.
Kinderken:
21 Augustus 1877 is geboren Johana Hendrika
31 December 1878 is geboren Jenneken
6 Juli 1882 is geboren Jacoba Wilhelmina
19 Juli 1884 is gebooren Hendrik
28 Februari 1892 is Hendrik te Arnhem in het Diaconessenhuis
overleden
Den 25 April 1884 is Egbert Wijers de tweede kleinzoon van mijn vader Wijers in egverbintenis getreeden met Cornelia Berensen geb. te Dremp en daar ook gaan woon.
Den 20 November 1884 is Hendrik Wijers de derde kleinzoon
van vader Wijers in egverbintenis getreeden met Hendrika
Wilhelmina Viets geb. te Wageningen en ook gaan wonen -
winkelier
Augustus 1885 verlos van een doode dochter
Den 23 September 1886 is geboren Johanna Hendrieka overleden
in den ouderdom ongeveer 21 dagen
Den 28 September 1886 is gebooren Jan Gerits en Johanna
Hendrieka
Den 17 November 1886 is Jan Gerits overleden en Johanna Hend.
5 Januari 1888
Den 20 December 1889 is gebooren Cornelis
Den 26 Februari 1892 is Jan Gerits gebooren zie de
voorzijde (p.107a).
Den 4 December 1884 is Harmen Otto Wijers de vierde
kleinzoon van vader Wijers in egverbintenis getreden met Johana
Kets uit Dremp gaan woonen op Spaansweerd. Den 19 Februari 1886
is hun gebooren genaamd Herman Otto. Den 2 Mei 1887 is hun
gebooren een zoon genaamt Jan Gerits. Den 17 October 1887 is hij
overleden. Den 20 Juli 1888 is hun gebooren een zoon Jan Gerrits.
Den (opengelaten) 1891 is gebooren Johan.
Den 31 Augustus 1887 is Bernat Albert Wijers de vijfde kleinzoon van vader Wijers in echtverbintenis getreeden met Jannigje van Laar uit Oosterbeek en gaan wonen te Nijmegen winkelier. Den 26 Juli 1888 is hun geboren een zoon Jan Gerrits.
Den 19 July 1889 is Egberta Joana Addink de eerste kleindochter van vader Wijers in echtverbintenis getreeden met Geurt Vlemingh en gaan wonen op de bouwplaats het Huis te Weerde in de Emmer, Steenderen. 27 Mei 1890 verlost van een welgeschapen zoon Jan Gerits 28 Augustus 1891 os gebooren Evert. Den 21 Mei 1892 is Geurt Vlemingh overleden in den ouderdom van 33 jaren en in November 1894 naar Steenderen gaan wonen.
Den 30 September 1892 is Herman Judius Wijers de zesde kleinzoon van Vader Wijers in echtverbintenis getreden met Everdien Kleuvers gaan woonen in het Lociement de Zwaan Steenderen. Den 24 Juli 1893 hun gebooren Berta Hermiena om sm ½ 13 uur Den 16 Januari 1895 is hun geb: Gerharda Johana Jenneken Den 23 Februari 1896 is hun geb: Everdina.
1893 drie December is hun geboren een dochter gen. Willemijntjen.
Den 8 October 1897 is H.J. Boogman in het huwelijk getreden met J. Wijers.
Den 19 November 1908 is Gerrit Albert Wijers in het huwelijk getreden met Johanna E. Rutgers.
Den 20 December 1912 is Gerrit Jan Wijers in het huwelijk getreden met Aleida Johanna Jansen.
Gemeentens Zielen in 1846 Zielen in 1856 Oppervlakte bunders Epe 6245 6760 15648 Ede 8010 9360 32929 Elburg 2397 2740 864 Echteld 1801 1901 2818 Ermelo 4382 4959 20917 Groesbeek 3093 3382 4548 Geldermalsen 1764 1852 1866 Gent 1890 2004 1567 Gendrigen 5344 5433 6029 Garmelen 1377 1399 1211 Groenlo 2408 2486 934 Gorssel 3375 3762 9984 Hedel 1426 1406 1174 Heerwaarden 640 694 903 Hurwenen 525 602 642 Haaften 1985 1938 2121 Hengelo 3027 3238 4940 Herwijnen 1915 1810 2396 Hemmen 216 242 263 Heteren 2667 2871 3389 Huissen 3067 3232 2101 Hoevelaken 747 799 725 Herwen en Aart 2572 2646 2355 Hummelo 3259 3109 4720 Harten 380 401 608 Hattum 2457 2672 1303 Heerde 4347 4874 8024 Harderwijk 5537 5767 3349 Horssen 825 896 1189 Izendoorn 414 420 657 Kerkwijk 907 924 1349 Kesteren 2080 2068 1727 Lienden 3108 3535 3964 Lichtevoorde 3712 3598 7346 Laaren 3657 3633 8931 Lochem 2111 2204 2105 Milligen 1408 1635 4311 Mastrik? 3005 3264 3977
Gemeentens Zielen in 1846 Zielen in 1856 Oppervlakte bunders Nederhemert 700 777 652 Neede 2703 2743 4592 Nijmeegen 20725 22117 4311 Nijkerk 7235 7298 6378 Overasselt 1475 1430 2247 Ophemert 1011 1108 1786 Oldenbroek 4118 4472 9187 Poederoijen 1056 975 1625 Panderen 773 801 1124 Putten 3457 3907 8133 Reenen 506 630 650 Renkum 2509 3413 3071 Rossum 934 1050 834 Rozendal 396 448 2827 Ruurlo 2630 2607 6501 Rheden 6837 7754 9738 Scherpenzeel 1140 1363 1252 Steenderen 3186 3280 4995 Tiel 5505 6364 1187 Ubbergen 2329 2507 3475 Varik 1017 1003 1082 Vuren 1424 1340 2917 Valburg 3812 4114 4582 Vorden 2859 2949 5729 Voorst 7931 8418 12565 Wichen 3040 3829 3544 Wamel 3677 4188 3025 Waardenburg 1085 1050 1859 Wadenoyen 1294 1227 1420 Wehl 2021 2111 2343 Westervoort 975 1107 764 Wensterwijk 8300 7517 13813 Wisch 5873 5867 7227 Warnveld 2032 2252 3833 Wageningen 4593 5028 3171 Zaltbommel 3588 3526 1285 Zuilichem 690 760 747 Zoelen 1841 2218 2760
Gemeentens Zielen in 1846 Zielen in 1856 Oppervlakte bunders Zevenaar 3449 3622 2765 Zelhem 3352 3548 8099 Zutphen 11682 13135 1228 Totaal 368862 392371 506655 Zielen in de heele Zielen in de hee- Oppervlakte bunders provincie in 1846 le provincie in 1856 in de heele provincie
De volkstelling in de voornaamste steeden in Frankrijk zijn Parijs 1.174.340 zielen Lion 292.721 Marseillie 233.817 Bordeax 149.288 Nastes 108.530 Romaan 103.223 Toulouse 103.114 St. Etienne 94.432 Toulon 82.705 Rijssen 78.587 Straasburg 77.656
In Parijs zijn in een jaar gebooren 37.670 kinderen waaronder 11.789 onegten zijn.
In Berlijn zijn 122 logimenten, 40 van de eerste klasse, 251 koffihuizen, 247 wijnhuizen, 995 bierhuizen, 398 kroegen of speelhuizen.
In Spanjen zijn 21.144.871 zielen
't Eiland Cuba 1.023.713
't Eiland Puerto Rico 312.000
't Eiland Philippensche 3.507.270 zielen
In de hoofstad van Oosterijk Weenen telde men 473.000 zielen op den 1 Januarij 1857 telde men 440.000 zielen op den 1 Januarij 1850 telde men 408.000 zielen op den 1 Januarij 1846 telde men 545 docters in de medicijnen, 76 van gezondheid, 29 chururgie, 115 heelmeesters, 28 tandemeesters, 45 apotekers, 1270 vroedvrouwen.
In 't konigrijk Belgische teld men den 1 Januarij 1856 in 86 steeden 1.203.516 en in 2245 gemeentens van 't platteland 3.381.401, dus in geheel dus in geheel 4.584.917 inwoonders.[1]
In 't Hertogdom Baden teld men 1583 gemeentens in die gemeentens zijn 1.357.208 zielen den 1 Januarij 1857.
De bevolking te Romen eersten Januarij 1857 zijn 179.952 zielen en den eersten Januarij 1856 zijn 't getalle van 178.998 zielen.
In Januarij den 2 Jaar 1858 in Ietalien te Napels heeft een verschrikkelijke aardbeving plaastgehat. Veel steeden vergaan. 50 Duizend menschen hebben daarbij leven verloren. Waar vroeger bergen waren, een groot afstand van elkander, tans bijeen. Waar woud was, zijn nu bergen. Waar vroeger akerbouw was, zij nu woud. Die plaasen waar vroeger menschen woonen, is nu in een zee verandert.
Volgens 't Handelsblad van den 12 Februarij 1858[2]
Noten:
[1] Hetzelfde staat ook op p.92.
[2] “Naar luid van officiele berigten uit het Koningrijk Napels ontvangen, zijn de verwoestingen, door de jongste aardbevingen aangerigt, boven alle beschrijving groot. In vele streken heeft de bodem een geheel ander karakter aangenomen. Waar vroeger bergen op een grooten afstand van elkander verwijderd, werden aangetroffen, staan er thans digt bijeen; elders zijn dalen gevormd, waar voor korten tijd bergen zich verhieven. Mijlen ver in het rond is elk spoor van akkerbouw en wouden, die den bodem bedekten, verdwenen.” (Algemeen Handelsblad no.8161 van 12.02.1858)
In 't jaar 1660 konde men kopen een tarwe een last rogge, een
last garst, een last haver, 300 oude ponden spek, een vet schaap,
hondert kazen, een warm buis, een paar schoenen, een muts, twee
ton bier, daar betaalde men voor 95 guldens 20 cent. In jaar 1664
betaalde men een rekening in de stad Hoorn aan den beurgermeester
bij het onthalen van een hertog op het stads drie stuivers en bij
het verkiezen van stads officieren voor een maaltij de perzoon 15
cent In dien tijd heerste gebrek aan geld. De landheeren haar
dienstbooien neit met geld betaalden, maar met eigendommen of
mooije klee deren 't geld was zoo schaars en zoo duur dat men 50
percent betaalen moesten. In jaar 1255 konde men geen geld op
intresse bekomen als uit Engeland tegen 50 ten hondert. In 1270
konde men 't bekomen 43½ percent. In 1470 voor 15 percent,
in 1545 voor 10 percent, in 1630 voor 6 percent, in 1700 voor 5
ten hondert. In dien vroeger jaaren wanneer een werkman of
ambagtsman zich uit geloofd te hebben daagslijks een en halve
stuiver konde verdiende, dan had hij voor zijn gezin 't daaglijks
brood. Zoo vinden wij aangeteekend dat in de 15 eeuw de de
pensionaris van Hoorn slegts een jaargeld trokken van 18 Guldens 4
stuiver. In 't Jaar 1482 toen en voor eene rijs van Hoorn over
Purmerend over Avenhorn, Alkmaar, Haarlem en Leiden naar Den Haag
van Avenhorn naar Alkmaar nog wel met een afgehuurd vaartuig niet
meer dan 8 stuivers min een duit betaalden. In de zelde tijd toen
de St Anthoningswaag te Amsterdam geboud werd, die in alles maar
5.505 Guldens 20 cent koste, verdienden daaraan een werkbaas 2
stuivers of tien cent, de knegts 12 duiten per dag, dat nog wel 2
duiten boven het gewoone daggeld was.
Hieruit blijkt dus
duidelijk dat in de zoo
zoogenaamde goedkoopte tijden alles in nagenoeg de zelde verhouding stond als in onze dagen hetgeen trouwens ook nooit anders kunnen zijn of anders zal worden ofschoon tegenwoordig door eene aanmerkelijke verhooging van den prijs des levens middelen voortspruitende uit den steeds toenemenden voorraad van geld dat verband vrij wat uiteengerukt is dat zich op den duur zal moeten herstellen wanneer de arbeidsloon maar weder geevenredigd worden naar den tegenwoordigen prijs des levens behoeften.
In 't Handelsblad van den 1 Junij 1857 word gemeld uit Parijs dat de broodprijzen zedert jaar 1763 tot drie dubbeld en de vleesprijzen vier dubbeld gesteegen zijn. Om de stad van Parijs bestaad de moestuinen de groote van 593 bunders grond waar 5000 personen hun werk en hun brood in verdienen.
Men leesde in 't Handelsblad van de bevolking in Berlijn de hoofstad van Pruissen. In jaar 1450 telde men in die stad 6200 zielen, in 1565 telde men 12000, in jaar 1631 telde men maar 8000, in jaar 1732 weer 18000, in 1800 telde men 142.795, in jaar 1820 197.721, in jaar 1838 telde men 271.968, in jaar 1847 telde men 389.359, in jaar 1858 telde men 458.658 zielen.
In 't Handelsblad leesde men den 12 October 1859 van den toestand uit Fineetie[1] aller treuris is. Van 105.000 zielen die zich in de stad [...] 45.000 in armoede vervallen en de meesten gaan bedelen. De voornaamste winkels worden zavons om zeven geslooten om zij 't ligt niet meer verdienen konden.
Noten:
[1] w.s. Venetië.
Zutphen den 5 Februarij Tarwe ƒ9 a 10½ Gulden Rogge ƒ6 a 6¼ Gulden Boekweit ƒ6 a 7 Gulden Boter ƒ22 a 23½ Guld 't vat Arnhem den 6 Februarij Tarwe ƒ9 a 12 Gulden Rogge ƒ6 a 6¼ Guld Boekw ƒ7 a 7¾ Guld Haver ƒ3.90 a 4 Guld Boon ƒ6 a 6½ Guld Geele erften ƒ8 Guld Boter ƒ112 a 120 Cent 't Nld Deventer den 6 Februarij Tarwe ƒ9 a 11 Guld Rogge ƒ6 a 7 Guld Boekw 6 a 7 Guld Boter 23 a 24 Guldens 't vat
in ons Nederland in twaalf voornaamste marken van den 15 Novemb tot den 15 Decemb 1856
Weite Rogge Boekw Gerst Haver Erwten Amsterdam ƒ12¾ ƒ7¾ ƒ8 ƒ5¼ ƒ3¾ ƒ8¾ Arnhem ƒ13 ƒ7¾ ƒ7¾ ƒ6¼ ƒ3¾ ƒ8¾ Delft ƒ12 ƒ8 ƒ7½ ƒ6 ƒ4½ ƒ8½ Rotterdam ƒ10½ ƒ7½ ƒ8 ƒ6¼ ƒ3¼ ƒ8½ Leijden ƒ13 ƒ8¼ ƒ8 ƒ6¼ ƒ3¼ ƒ8½ Dortrecht ƒ10¾ ƒ8 ƒ8 ƒ6½ ƒ3½ ƒ7¾ 's Bosch ƒ12 ƒ7¾ ƒ8 ƒ6½ ƒ4 ƒ7 Zwolle ƒ12 ƒ7¾ ƒ7½ ƒ5¾ ƒ4 ƒ7¼ Gronigen ƒ10¼ ƒ6½ ƒ6 ƒ5¼ ƒ3½ ƒ6 Leeuwaarden ƒ10 ƒ8 ƒ7 ƒ5 ƒ3½ ƒ6 Middelburg ƒ13¾ ƒ8 ƒ7 ƒ6¼ ƒ3¾ ƒ6½ Utrecht ƒ12¼ ƒ7¾ ƒ8 ƒ6½ ƒ4½ ƒ9¼
in twaalf van ons voornaamste marken in ons Nederland van den 15 Januarij tot den 15 December in jaar 1857
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot Kaa [1] Amsterdam ƒ10= 7¼ 7= 6= 3¼ 7= 8¼ 14= 2½ 24= 19= Gulden Arnhem ƒ11½ 6¾ 7= 6½ 4= 7½ 8½ 14½ 2¼ 24= Delft ƒ11¼ 6½ 7¼ 6= 4¼ 7½ 8¼ 14¼ 2¼ 24½ 20= Rotterdam ƒ10¼ 6¾ 7¾ 6= 4½ 8= 9= 15= 2½ 25= 20= Leijden ƒ10¾ 6½ 8= 6¼ 4¾ 8½ 9= 15= 2¼ 25= 20= Dortrecht ƒ 9¾ 7= 7¼ 6= 4½ 8= 9= 14¾ 2¼ 25= 20 s Bosch ƒ10= 6¾ 7½ 6½ 4¼ 8½ 9½ 14= 2= 23= 20= Zwolle ƒ 9¾ 6¾ 7= 6= 4= 8= 8½ 13½ 2= 23= 19= Utrecht ƒ10¾ 6½ 7= 5½ 4¼ 8¼ 8½ 14= 2¼ 24= 19½ Gronigen ƒ 8= 6= 6= 5= 4= 7¾ 8= 13= 2¼ 23= 19= Leeuwarden 8¼ 6½ 6= 5= 4= 7= 7½ 13= 2= 22½ 19= Mildelburg 11= 7= 6¼ 5½ 5= 7½ 8= 15= 2½ 22= 19=
Dus in heele rijk de mildelprijs van de produken van den 15 Januarij tot den 15 December 1857
De tarwe 10 Guld 19 Cent De rogge 6 Guld 75 Cent De boekw 6 Guld 95 Cent De haver 3 Guld 40 Cent De boon 5 Guld 90 Cent De erften 7 Guld 40 Cent Koolzaad 14 Guld 25 Cent Aardappels 2 Guld 16 Cent Boter 24 Guld 50 Cent De garste 5 Guld 80 Cent De kaas 19 Guld 80 Cent
volgens 't Algemeene Hansdelsblad Nº 8121
aangeteekend door mij Egbert Wijers
Heeckerskolk den 29 December 1857
Noten:
[1] Boven de kolommen staat 90° linksom gedraaid: Tarwe, rogge, boekw, garst, haver, boon, geel erften, koolzaad, aardappels, boter 't vat, kaas. Voor Arnhem ontbreekt de prijs van kaas.
In de twaalf van ons voornaamste marken in ons Nederland van den 15 Januarij tot den 15 Februarij in jaar 1858
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot Kaa [1] Markplaatsen Amsterdam ƒ10.12 5.38 7.90 5.90 5.00 8.00 9.00 14.00 3.00 25.00 22.00 Guldens Arnhem ƒ 9.20 7.53 7.52 6.40 4.21 7.84 9.40 14.50 2.50 25.00 22.50 s Bosch ƒ 9.00 5.99 6.87 6.00 4.80 7.90 9.20 13.75 1.90 25.05 22.00 Delft ƒ 8.83 6.24 7.00 5.72 3.37 6.34 7.88 14.00 2.85 26.00 21.00 Dortrecht ƒ 7.41 6.10 6.50 5.40 4.51 6.22 6.76 13.92 2.90 25.50 21.20 Gronigen ƒ 7.80 5.80 5.80 4.70 3.25 6.59 7.50 11.97 1.90 22.00 20.00 Haarlem ƒ 8.60 5.85 5.85 5.84 4.25 6.80 8.68 9.00 2.70 25.25 23.00 Leeuwarden ƒ 7.70 5.98 6.98 4.91 3.82 6.40 8.59 11.00 2.30 22.00 21.00 Mildelburg ƒ 8.72 6.13 6.13 5.29 4.00 6.43 7.91 12.08 2.35 20.00 21.50 Rotterdam ƒ 7.91 5.62 7.77 5.00 3.95 6.01 7.61 13.60 2.90 21.00 22.00 Utrecht ƒ 9.25 6.22 7.42 5.31 4.61 7.62 11.50 13.75 2.50 25.00 23.00 Zwolle ƒ 9.84 6.53 7.03 5.34 4.00 6.99 9.42 14.00 2.12 22.00 21.00
van den 15 April tot den 15 Meij 1858 als volg
Markplaatsen [2] Amsterdam ƒ 9.39 7.52 8.09 6.20 Arnhem 9.08 6.38 8.35 6.69 4.80 8.58 10.07 2.36 1.82 s Bosch 8.90 6.13 7.42 2.07 1.04 Delft 8.76 6.12 7.80 5.87 4.01 6.86 9.19 3.30 0.87 Dortrecht 7.83 5.73 8.00 5.37 4.60 6.92 8.06 14.07 Gronigen 7.23 5.76 6.88 4.63 4.22 6.59 8.90 12.12 Haarlem 8.60 6.27 8.00 5.07 5.19 7.32 9.00 2.30 0.85 Leeuwarden 8.00 6.36 7.65 5.81 4.42 7.10 9.45 13.85 1.05 Mildelburg 8.32 5.87 7.00 5.27 6.71 8.86 13.77 Rotterdam 7.93 5.71 7.87 5.86 3.82 6.64 12.87 Utrecht 8.96 6.44 8.44 5.80 5.15 7.71 11.50 2.87 0.89 Zwolle 9.77 6.56 7.88 6.73 4.89 7.37 2.80 0.92
Volgens 't Handelsblad Nº 9000. Aangetekend door mij E. Wijers, Heeckerskolk, den 20 Meij 1858.
(voortgezet op p.163)
Noten:
[1] Boven de kolommen staat 90° linksom gedraaid: Tarwe, rogge, boekweit, garst, haver, boon, erwten, koolzaad, aardappelen, boter 't vat, kaas.
[2] Boven de kolommen staan geen verklaringen, maar de kolommen uit de bovenste tabel zijn doorgetrokken. De kolom 'kaas' is leeg. In de kolom 'boter' lijkt een andere (gewichts)maat gebruikt te zijn; vergelijk de boterprijs op p.163 of p.172.
Over den brand zoo als ik op bladzij 96 reeds gemeld heb.
In den avond van den 15
December 1840 een huis van Coenraad Eerling in 't dorp Steenderen
In jaar 1841 't huis van de genoemden Willem Wennink (zie bladzij
96) dat huis was nog niet droog genoeg. 't Wou
niet branden. 't Zeld hat nog maar drie jaaren gestaan. In 't jaar
1844, in de nacht van den 17 op den 18e Meij de koornmoole te
Bronkhorst toebehoorende aan Cristiaan Breukink totaal afgebrand.
In 't zelde jaar weer herboud. In het jaar 1835 in den avond van
den elfden Junij in 't dorp Dieren zeven huizen, drie scheuren en
een koornberg in de vlam verteerd. In jaar 1819 in 't genoemde
dorp nog drie huizen. In jaar 1829 't dorp Holten 153 huizen, kerk
en school in de vlam verteerd. In jaar 1829 't dorp Zilholde voor
't groots gedeelte van 't dorp door vuur vernield. In 1833 't dorp
Wheel 13 huizen, de school. In jaar 1821 't stadsen Vreeden in
Pruissen 153 huizen kerk en school 't Zelde steedsen is in 1857
gelijk ik gemeld heb op bladzij 33. In jaar 1808
den 31 Maart 't huis van Gerrit Sloot in de Luure onder
Steenderen. Negen beesten en al de meubelen verbrand. In 1817 in
Februarij een huis in de Toldijk onder Steenderen de rootheuvel
een paard een koe een verken. In 1822 een huis bij 't dorp
Steenderen den Enkelburg(?) bewoond door Gerrit Aalbers. Een paard
vier beesten en haare meubelen. In 1823 in September een huis den
Bittekamp(?) op de Koving onder Steenderen bewoond door Teunis
Nijkamp in brand geraakt. In 1819 een huis in de Luure de
Piepeluure
't huis bewoond door Jan van Hall. In jaar 1820 in Februarij
een huis op Olburgen onder Steenderen bewoond door Gerrit Limbeek
in vroeger jaaren 't huis de Weerde in den Emmer onder Steenderen
totaal afgebrand. In 1844 een huis in den Toldijk 't Muizegat
bewoond door Dooris Hoftenberg in brand geraak. In 1840 een huis
onder Steenderen den Malssen Buld genaamd bewoond door Jan
Teunissen. Den 6 Junij 1855 't dorp Nunspeet op de Veelu in vier
uuren tijds vier en veertig huizen de kerk een toorn in de vlamme
verteerd. In 1830 een huis in Baak bewoond door G. Jan Berendsen
totaal afgebrand. In 1848 in April een huis bij de moole te Baak
of 't moolenaarshuis bewoond door P. van Reeken den heelen
inboedel en eenig vee. In 1857 den 3 April een huis in Baak aan de
Grindweg bewoond door den genoemden P. van Reeken totaal afgebrand
dus bij die van Reeken in negen jaaren tijds zij boeden(?)
tweemaal afgebrand. In 1857 den 14 Meij in dorp Steenderen twee
huizen waar vier woonings in waaren toebehoorende een aan M. Jans
en een aan Cris Geessink totaal afgebrand in 't een huis zijn twee
beesten een verken een geit in de vlam omgekomen.
In 't jaar
1770 in en nacht van den 29 op den 30 Maij 't dorpe te Bronkhorst
in twee uuren tijds een en twintig huizen, twee scheuren, een
koornberg en dertien stuks hoornvee in de vlamme verteerd. Toen
wierd beslooten door den Baron van Tennagel, die in dien tijd Heer
van Bronkhorst was, om in de heel provincie van Gelderland een
colekete te doen. Daar wierd voor die ongelukige in woonder van
Bronkhorst een aanziendelijke somme geld
beliep.[1]
Noten:
[1] Ten Doeschate schrijft hierover:
In 1770 branden er 21 huizen af. "Dit bijkans onteboven
kombaar onheil werd verzagt, doordien de toenmalige Heer van
Bronckhorst, Baron van Tengnagel, wanneer de tijding van dezen
brand kwam, zich te Nijmegen op de Staatsvergadering bevond, en
zulks gelegenheid gaf dat onder de leden, die doorgaans talrijk
zijn, eene aanzienlijke inzameling voor de ongelukkigen werd
gedaan." (Iets uit de geschiedenis, p.33)
In 't jaar 1772 in den avond van den elfden Meij de schouburg
te Amsterdam in brand geraak daar meenig menssen leven bij
verloren hebben. Bij 't opruimen van den puin zijn er nog zestien
lijken gevonden. In jaar 1773 den 29 April is te Zutphen brand
onstaan in een wagthuis van de militeeren aan de Laarepoort des
middenacht. Acht soldaaten en een zoontjen van sergeant die diep
in de slaap waaren in de vlamme omgekomen.
In 't jaar 1748 den
25 Junij 't dorp Hilversum op de Veelu[1] in een tijd van weinig
uuren 200 huizen een kerk in de vlamme verteerd. Den brand is
uitgebroken bij een joodschen vleeshouwer. De schade worde op een
milioen guldens begroot. Veele fabrieken dien in dat dorp was van
lakens baai en gestreepen goederen wierden geheel teniet
gegaan.
In 't jaar 1774 kan men melden van een ontaard mensch
dat het steedsen Heukolom bijna geheel in as werd geleg op den 17
Augustus terwijl toen de bewoonders afwezig waren. Het ontaard
schepsel 't huis in brand stook daar de vlam zoo deerlijk doe nam
binnen een uur tijds zesendertig huizen verscheidene hooibergen in
de volle vlam stond.
1852 Den 24 Februarij op den nademiddag
een huissen onder Steenderen op de Moolkolk bewoond door een
timmerman Schoenagel toebehoorden aan de Roomsche Diakoni van Baak
totaal verbrand.
In 1853 in den Septemb in dorpjen Gorssel een
huis waar twee menschen een vader en een zoon in dat huis zijn
verbr[....]
In 1859 in 't zelde dorp twee huizen terwijl op
[...] dat deze bwoonders in de volle vreugde waaren daar eenig vee
in die twee huizen in de vlamme zijn omgekoomen.
= vervolg bladzij 170 =
Noten:
[1] Hilversum ligt niet op Veluwe, ook in 1748 niet.
= vervolg van bladzij 34 =
Den vierden Januarij een felle vorst, de rievieren vrooren
allen dig. 't Water was zeer laag te Keulen tekend het een voet,
drie duim. De meenigte van stoomboorten en scheepen lagen op
drooge grond, de bruggen voor de steeden konden niet weg genomen
worden, daar was geen water genoeg, die moesten blijven liggen.
Den 6 Januarij tekend 't water te Keulen 3 voet. Den 8 Januarij
tekend 't water te Keulen 6 ½ duim. De laage waterstand in
de rievieren is zoo gering dat zij onder menschen ooit gezien was
op veele plaatsen in den IJssel konde men met korte laarsen
doorloopen. Overal gebrek aan water. Den 9 Januarij dooi weer. Den
10 Januarij was 't te Keulen onder pijl. Den 12 dito weer een voet
gewassen. Den 13 dito tekend weer een voet elf duim. Den 21 dito
tekend weer een voet zeven duim.
Men leesde in 't Algemeen
Handelsblad van den 23 Januarij dat 't water boven aan den Rijn
sedert 't jaar 1673 niet zoo laag was geweest als in dit jaar also
in hondertvijfentagtig jaaren niet zoo laag is geweest als in jaar
1858.
Nog leesde men in 't Handelsblad uit Bonn als dat in
jaar van 1135 't water nog lager was als in jaar van 1858. Daar
toen vele rivieren zijn geweest die heel uitgedroog zijn geweest.
Den 28 Januarij tekend 't water te Keulen een voet twee duim. Den
5 Februarij tekend 't water te Keulen 2 duim. [...] tekend 't
water 29 duim onder peil. Daar wordt gemeld uit Westervoort den 8
Februarij in de rievier den IJssel veele wandelaars zich vermaken
met het wandelen in en door den IJssel. Van de spoorbrug tot aan
den Kop was die rievier heel droog.
Men leesde in de
nieuwspapieren dat boven aan den Rijn gebrek begon te heersen om
't koorn
dat gemaalen moest worden om dat de watermoolen geheel verdroog
waaren. Koornwindemoolen waaren daar niet bekend. De ingezetenen
der Stad Arnhem hebben een colektedoos door de Stad langes de
huizen gedaan voor de ongelukkige schippers, die gebrek hadden,
die genoodzaak waaren om te gaan bedelen.
Verders meld men in
't Handelsblad van den 7 Februarij van een verschrikelijken storm
op zee uit Groningen worde gemeld dat de stad in den van den 5 op
den 6 Februarij voor een derde onder 't zeewater is gestroomd en
veele schaade aangerigt te Kampen is de stad overgestroomd
geworden. 't Heele Kampereiland staat om 't zeewater en op de
meeste plaasen in Friesland Groningerland is dien nacht onder
water gezet. 't Heeft op veele paatsen twee a drie voeten over de
zeedijken gelopen. te Rotterdam is 't zeer erg geweest. Bergen op
Zoom heeft voor een derde onder 't zeewater gestaan. In 't jaar
1748 kan men ook onder de laage stand van water gerekend worden te
Deventer was den IJssel zoo laag als men met rijtuigen doorreide.
De rivier bij 't dorp Vreeswijk de Lek was zoo laag konde men
droogvoets doorgaan. 't Water tekend in begin van Maart te Keulen
nog maar een voet, het is sedert de maand Januarij 1858 tot den 12
Maart niet boven de anderhalf voet geweest. Aldus lees ik in 't
Handelsblad van den 10 Maart dat in Zwitserland een menigte van
sneeuw gevallen is. Nu verwacht men een zwellende rievieren. Den
24 Maart een was in 't water. Den 25 dito zag men de rievieren met
schepen en stoombooten bedek.
Dien zeven maanden
in den laagen waterstand verkeerd hebben en veele gebrek
geleden hebben. 't Water tekend te Keulen op den 25 Maart tien
voet en drie duimen. Vervolgens een aanhoudende droogte den heelen
winter geen regen als op den 24 November van 't voorige jaar. Den
6 April tekend 't water te Keulen 5 voet 6 duim. Den 13 dito
tekend 't water te Keulen weer 10 voet. Den 30 April een lieven
milden reegen vervolgens een aanhoudende droogte. In de maanden
van Meij en Junij wel nu en dan een vlaagjen regen maar 't was zoo
weer verdweenen. Op den 4 Julij een lieven aanhoudende regen
hooigras worde niets verboud. Daar worde wel een elkend patijjen
hooigras verkocht. Maar 't koste van 30 tot 40 guldens te halve
Nederlans duizend pond. 't Vee in 't weiland leed een verbaasenden
honger. Nu moet men het in weiland doen dat met heel gras stond of
op de stallen zetten, om 't zelve daar te voeren. Vee worde zoo
goedkoop daar was geen waarde of prijs meer van een koe die in de
winter verkocht was voor 130 gulden worde in Junij weer verkocht
voot 45 guldens. 't Jonge vee dat in de maand van Maart verkocht
worden voor 70 a 80 guldens worde in Junij weer verkocht voor 25 a
30 guldens. Klaver was niets aanweezig. 't Zoomerkoorn was
verdroog, de weite of tarwe heeft veel geleeden. De roge staat
goed, was rijp de eerste week in Julij.
Men leesde in 't
Handelsblad dat op veele veemarkten 't vee verbazend goedkoop
verkocht worde voor een stuks jong vee daar in deze winter voor 50
guldens was verkocht, worde nu voor 7 gulden 50 cent voor besteed.
't Hooi worde voor besteed dat er te koop kwam 50 a 60 guldens. 't
Halven Nederlands duizend daar worde voor 570 guldens op een
boerenwagen geladen men hoorde verders niets als gebrek aan
voerazie voor 't vee.
= zie bladzij 134 =
Provincie Gemeentens Zielen Predikanten Gelderland 184 234.069 214 Zuidholland 201 423.299 272 Noortholland 157 290.659 210 Zeeland 101 115.651 115 Utrecht 67 93.386 82 Friesland 203 219.895 219 Overijsel 70 145.206 89 Gronigen 151 164.373 164 Noordbraband 93 43.202 98 Drente 54 75.636 54 Limburg 16 4.156 16 Zaam 1297 1.809.532 1.533
De ouste predikant is den Heer I. Prins te Amsterdam die in
't jaar 1802 op den 7 November zijne intree heeft gedaan.
Men leesde in 't Algemeen Handelsblad van den 16 Meij 1858
als dat in zeventien van de voornaamste plaassen in ons Nederland
van de 44.506 kinderen die geboren zijn binnen de 12 maanden
overleeden 10.486 waren.[1]
Men leesde nog in Handelsblad van den 2 April 1859
In al de gevangenissen in ons Nederland zitten in de Strafgevangenissen zijn 2541 in de Huizen van verzekerin zijn 1351 in de Huizen van aresen 513 in de Huizen van bewarigen 200 te samen 4605 in het jaar 1857 in geheel 5131 gevangenen
= zie verder op bladzij 135 =
Noten:
[1] Dat is 23,6%. Heden ten dage is dit
...
Gemeentens Geboren Gehuwd Gestorven In leven Didam 90 27 106 3257 Dinspelo 67 21 48 2561 Doesburg 111 21 115 3871 Deutigum 60 18 28 2191 Ambt Deutigum 89 20 56 3085 Eibergen 161 37 98 5325 Gendringen 161 41 106 5434 Gorssel 104 33 76 3762 Groenlo 74 15 45 2486 Hengelo 122 23 76 3238 Hummelo 108 34 76 3109 Laren 94 34 80 3633 Lichtevoorde 89 21 75 3598 Lochem 66 17 70 2204 Nede 87 23 65 2743 Ruurlo 72 19 58 2607 Steenderen 98 23 80 3280 Vorden 78 18 60 2949 Warnsveld 75 21 65 2252 Wehl 52 11 57 2111 Wisch 180 24 131 5867 Zaam 1018[1] 501 1571 69573 geboren gehuwd gestorven in leven in eenentwintig gemeentens in jaar van 1857
Men leesde in 't Handelsblad van den 10 Maart 1858 dat in Duisland een bruilof was gevierd daar den bruidegom geboren was in jaar 1737, dus 121 jaaren out, en de bruid geboren was in 1739, dus 119 jaaren, die waaren zaam gehud den 10 Maart 1758 dus vieren zij op den 10 Maart 1858 haare honderjaarige trouwdag.
Noten:
[1] De eerste kolom (geboren) telt op tot 2038; de vierde kolom
(in leven) telt op tot 69563.
In 't jaar 738 was de zomer zoo wel in Frankrijk als heel Europa zoo warm dat de meeste rivieren uitdroogden en duizenden van menschen stierven van dorst. In 't jaar 879 vielen de maaijers die het waagden om op het midden van den dag uit te gaan dood van de warmte op het veld neer. In de jaaren 954 en 994 verbranden den oost geheel en volgen daar op een vreeslijken hongersnood. In jaar 1000 een zeer gedenkwaardig jaar waaren al de rivieren en bronnen in Duisland opgedroogd zoodat de visch stierf van dorst en aan bederf was ondergaan. Men dacht toen volgens het bijgeloof in dien daagen dat de wereld door vuur zou verwoest worden. In jaar 1022 stierven eenige meenigte van menschen van ten gevolge warmte van dorst. In jaar 1032 speelt de aarde de rivieren en bronnen in den Elzas en ook de Rijn werden droog. In 1152 werden onderscheidene eijeren in 't land gekookt. In 1220 bij den veldslag van Bela stierven een groot aantal soldaten door de hitte. In de jaaren 1276 en 1277 had Frankrijk volslagen gebrek aan levensmiddelen door de warmte. In 1303 en 1301 liepen men droogvoets door rivieren de Seine, de Loire, den Rijn en den Donau heen. In 1393 en 1394 vielen de dieren overal dood neder en verzengden de ingezamelde vrugten. In 't jaar 1440 groote warmte gedurende de jaaren van 1538 en 1541 was de hitte zoo ongemeen groot dat de rivieren in
Frankrijk uitdroogden. In 1556 een groote droogte in heele Europa. In de jaaren van 1615 en 1616 een drukkende warmte in Frankrijk, Ietalien en Nederland. In 1646 had men acht en vijftig dagen achtereen een buitengewoone warmte. In 1678 waas de hitte buitengewoon sterk. In de eerste volgende jaaren van de zeventiende eeuw was de hitte zeer groot. In 1738 regende het geen enkelde maal van de maand April tot October. De veldvrugten waaren geheel verbrand. De rivieren droogden droog daar bestond een hongersnood. De schouwburgen wierden op hoog bevel gesloten. De thermometer teekende 36 (97° Fahr.). In de boomgaarden waar men water kon aanbrengen bloeiden de vruchtboomen tweemaal. In de jaaren van 1723 en 1724 was de warmte buitengewoon groot. In 1846 viel er bij een zeer heeten en droogen zomer die de veldrugten verzengden gedurende verscheidene maanden geen water. In de jaaren van 1748, 1754, 1760, 1767, 1774 en in 1778 was de warmte niet minder groot. In 1811 het jaar van den vermaarden komeet[1] was zomer zeer heet en de wijn[2] uitmuntend. In 1812 bleven de schouwburgen eenige maanden gesloten, de warmte was zeer groot, 35° (95° Fahr). In 1830 tekend de thermometer in Julij 36° (97° Fahr). In 1832 stond de thermometer den 3 en den 6 Junij op 35° (95° Fahr). In 1850 in Junij tekend op 34° (93° Fahr).
Noten:
[1] De Grote Komeet van 1811, gedurende negen maanden met het
blote oog zichtbaar.
[2] Door Alexander Poesjkin in Jewgeni Onegin `vina kometi' (`kometenwijn')
genoemd. Zie artikel van Gerbrand Muller in
De
Leunstoel, 20(5), 25 september 2008.
De groote van ons Nederland. 't Word gerekend lans de Noordzee op 80 uuren gaans, de breete is ruim 64 uuren gaans, en den geheelen omtrek op 340 uuren gaans. Daar worde geteld, 220 bemeerde steeden, 150 vlekken en 630 dorpen.
In 't jaar 1315 heersten twee zwaare rampen in ons Nederland, een grote hongersnood, en een pestziekte, welke een vreeslijke verwoesting aan rigte, daar duizenden van menschen ten graave daalden.
In jaar 1334 op den 23 November een hooge water vloed dat veel dorpen overstroomden en waardoor veele menschen verdronken.
In jaar 1421 een fellen storm deed een zeedijk te Werkendam doorbreeken, waardoor 72 dorpen verdronken en veele menschen hun leven verloren en de overgebleevenen zeer arm waaren geworden.
In 't jaar 1530 verhief zig een vreeslijken storm uit het noordtwesten die het zeewater zoo hoog dreef te NoortHolland en Zeeland, 't over de dijken stroomde, waardoor een meenite van menschen en vee in 't water versmoorden en de overigen in een groote armoede vervielen. En twee jaaren later weer een hewigen storm dat de meeste Zeeuwsch Eilanden en in Noort Holland een voet over de dijken stroomden het welke in hondert jaaren niet gebeurd was.
In 1570 op den eersten November een fellen storm op de zee met een Noordweste wind de dijken op de meeste plaasen overstroomden. Een meenigte van dorpen in Friesland en OostFriesland overstroomden. Veel huizen zijn totaal vergaan, meer dan 20.000 menschen hun leven bij dien ramp verloren hebben.
In 't jaar 1573 in November het belegering van de stad Leijden is begonnen door Spanjaarden door den veldoversten Baldes zig met een leger van zeven duizend man te Leiderdorp neergeslagen hat en de stad in een staat van beleg verklaard weet. De zelde duurde tot 't volgende jaar in October terwijl de stad in dien tussentijd een allerverschrikelijken hongersnood wied gesteld. Zoo de inwoonders in zeven weeken geen brood geproef hadden, de aanzienlijsen zich met paardevlees moesten genieten en de geringen zich moesten genieten met vlees van honden, katten, ratten en muizen en 't bloed uit gooten moesten drinken en de zuigelingen de zoogen moeders die van honger bezweeken waaren. Hierbij kwam een pest onder de inwoonders van de stad en sleepte 6000 inwoonders naar 't graf.
In 't jaar 1674 den eersten Augustus des savons om acht uuren een zwaar onweerder van een verschriklijken donder en bliksemstraalen, strom, hagel en plasregen trof. Deze gewesten niet alleen maar ook in Braband en Frankrijk alwaar hetzelve een deerlijke verwoesting aanrigte. Te Amsterdam wirden verscheidene scheepen vergaan en beschadig en dertig moolens neergeslagen. Te Utrecht was 't weer zoo heewig dat de Domkerk tussen 't koor en den tooren geheel instrorte. De torens van de meeste kerken wierden omgeworpen en van hun spitsen beroof geworden. en weinig huizen onbeschadig gebleven.
In 't jaar 1675 in den nacht van den 5 op den 6 November door een Noordwestewind op zee dreef 't water zoo geweldig tegen de Nederlands zeedijken aan dat dezelsen verbrijsseld werden en 't gansche Noordholland overstroomden tussen Muiden en Naarden een doorbraak dat 't zeewater te Amsterdam over den Nieuwendijk
-dijk stroomden en bij de Waag op den Dam stond. Het doorbreken van den St. Aagten dijk zette een groot gedeelte van Waterland onder, ook in Friesland en Overijssel heeft het dien keer [...] schaade aangerigt.
In jaar 1686 den 22 November door een hevige Noordwestewind op zee die den ganschen dag zoo heevig stormde dat het zeewater in Gronigeland alom over de dijken stroomden, Groningen en Oostvriesland lede eene aanmerkelijke schaade. Men begroot het aantal der menschen die in deeze watervloed zijn omgekomen op twaalf honderd en aan paarden, hoornvee, schaapen op meer dan vijfduizend. Ook werden over de vijfhondert huizen weggespoeld.
In 't jaar 1717 den 26 en 27 December ons land door een fellen watervloed bezog door een fellen storm uit 't Noordwesten dede verscheidene zeedijken doorbreeken. In Noortholland zijn veele dorpen verwoest geworden van Zaandam tot aan Avenhorn onder water gezet. In Friesland liepen eenige grietenijen[1] onder en [...] verwagt dat veel beesten en ook menschen omkwamen. Doch deze ramp trof in zonderheid Gronigerland. In Gronigen zels stond het water vier voeten hooger dan in den zwaarsten watervloed van 't jaar 1686. Men rekende dat er weinig minder dan vijftien duizend huizen zijn weggespoeld en meer dan twee duizend menschen veertien duizend stuks hoornvee en paarden en twee en twintig duizend schappen en verken verdronken zijn.
Noten:
[1] grietenij = 1 (vroeger in Friesland) schoutambacht aan het hoofd waarvan een grietman stond; 2 van 1815 tot 1851 naam van de Friese landgemeenten [Van Dale]
In 't jaar 1740 in deze winter een buitenmatige strengen winter deze vorst harde een groote duurte veroorzaakt van alle levensmiddelen waardoor eenige oproerige bewegingen onder het gemeen in sommige steeden door de hatte duurte. Als dat hier en elder moordtoneelen voorvielen de ledegangers wierden uit de steeden verjaag en uitgedreeven en buiten rigten zij een allerschriklijkst schoutoneel aan van moorden branden en plunderen.
In 't jaar 1758 in de stad den 's Hage een groten ramp getroffen heeft op een kersmes in een kraam waar in fijne water en olijen verkocht werden des vroeg in den morgen brand onstak door een sterke Noordewind in een tijd van weinig ogenblikken zestig winkels of kraamen in as verteerde.
In 't jaar 1759 een welvarend dorp Strijen in de Strijensche Waard tusschen de Oude Maas en 't Holland Diep op den 22 Meij van 160 huizen door een fellen brand maar 40 blijven staan.
In 't jaar 1760 van den 28 op den 29 Januarij in de benedene rivieren een zwaren [...] gezet een groot aantal dorpen tussen Maas en Waal onder water gezet. Daarbij een fellen storm, een meenigte van huizen geheel verdreeven en weggespoeld.
In 1762 een zwaaren [...] trof onze hoofstad Amsterdam van de voornaamste huizen van koophandel deed dat voor de maand Augustus die 't meeste belaan waaren instorten.
In 1764 in dien zoomer en zwaar overstrooming dat de meeste rivieren in ons land buiten haar oevers overtreeden, dat in de Betu 't vee van honger stierfden in die streeken tussen Doesburg en Zutphen staat alles onder water.
In 't jaar 1775 den 14 November een vreeslijke storm op zee die een groote verwoesting aanrigte daar een meenigte van scheepen op de Zuiderzee zijn vergaan. 't Zeewater [...] zoo geweldig over de dijken heen dat in NoortHolland veele menschen en vee zijn verdronken. Te Amsterdam liep de lage zijde van de stad onder water daar men in menigte straten door moesten vaaren met schuiten. De pakkelders in en door heel stad liepen onder water door de daarin zijde koopmansgoederen bedorven wierden en een onnoemlijke schaade veroorzaak wierd. Te Rotterdam was het niet veel beter. Te Dordrecht overstroomden bijna de heele stad. Eene vrouw in een kelder woonden door 't water verrast, is daar in verdronken. Te Amesvoort heeft die ramp vreeslijk gewoeid en een groote schaade aangerigt.
In jaar 1776 in begin de maand Januarij een strenge koude deed voelen. Den 27 en 28 Januarij was de koude twee graaden hooger geweest als die van 1740. Verscheidene menschen op straaten en weegen verstijf en in hunnen wonigen doodbevroren gevonden.
Men leesde in 't Handelsblad van den 22 Maart 1860 uit [Sin Stella] in Braband van een vrouw die verlost was van vier zoonen en een dochter. Eeven naar de geboorten zijn de vier zoonen overleden en de dogter en de moeder zijn zeer welvaarenden.
In 't Handelsblad leesde men dat in Parijs een vrouw van 80
jaaren hude met een man van 85 jaaren. Een jaar daarna baarde de
vrouw een leevendige zoon dien weinige uuren leefde.
In de vorige eeuw huwde in Rusland een Pool die 88 jaaren
out was met een vrouw van 40 jaaren. Wekte zeven kinderen. Hij
overleed in den ouderdom 157 jaaren 3 maanden en zeven
dagen.
In Londen een Ensman geboren in jaar 1383 en overleeden in jaar 1535. Dus 152 jaaren out geworden. In zijn 120 jaar in het huwelijk trad met een vrouw van 84 jaar. Hij wekte geen kinderen.
In Januarij 1859 leesde men in 't Algemeen Handelsblad van een egtscheiding daar de man out was 89 jaar en de vrouw 85 jaar, die te zaamen waaren gehuwd geweest 52 jaaren. Een egtscheiding zouden ondergaan, om als de vrouw met een andere man overspel heeft gedaan.
Nog leesde men dat in Brusseld een man heeft gewoond, die geboren was den 3 October 1696. Hij huwde voor de eerste maal den 17 September 1729 zij vrouw overleedden 14 Maart 1730. Hij huwde tweedemaal den 8 Meij 1730. Zij vrouw overleed weer den 8 Meij 1840[1]. Dien vrouw liet hem na 3 kinderen. Hij huwde weer voor de derde maal den 28 November 1741. Zijn vrouw overleerd weer den 4 December 1741. Hij huwde voor de vierde maal den 22 Februarij 1744. Zijn vrouw overleed weer 29 December 1748. Zij liet naa een kind Hij huwde voor de vijfde maal, weer den 8 Junij 1749. Zij overleed weer den 14 Junij 1750. Hij huwde voor de zesde maal den 23 November 1751. Zij overleed weer den 19 Januarij 1753. Hij huwde weer voor de zevende maal den 4 Februarij 1755. Zij vrouw overleed weer den 17 Septemb 1757. Hij huwde voor achtste maal den 2 Augustus 1762. Zij overleed weer den 22 September 1763. Voor de negende maal huwde hij den 3 Novemb 1764. Eindelijk overleed hij zels op den 2 Augustus 1770 in den ouderdom van bij 74 jaaren.
Noten:
[1] w.s. is 1740 bedoeld.
Vroeg in de winter in de maand Januarij worde 't drachtige
vee verbaazend duur aan de vreemde kooplieden die uit Pruissen
kwaamen verkocht. Men koopte voor een tweejaarige maal? van 90
tot 100 guldens en die soorten die minder in prijs waaren worde
nog duurder verkocht als de heele besten. De beste paarden van
vier a vijf jaaren worde verkocht voor vier tot vijf hondert
guldens en heele besten worde zes hondert guldens voor een paaert
besteed. De oude knollen naar rato nog duurder. De prijs van 't
koorn prijshouden, zoo als ik op bladzij 115
en 116 heb aangetekend.
De prijs van 't vee. Door het een misgewas van hooi was de
prijs twee derde gedaald zoo als ik op bladzij 122 en bladzij 134 heb
aangeteekend.
Men leesde in 't Handelsblad van den 13 Julij Nº 8288[1] op een jaarmark te Nieuwesluis de varkens die 12 weeken oud waaren verkocht waarden geworden voor 17½ cent 't stuk en de veulen voor 2 a 2½ guldens de enters voor 4 a 5 guldens 't stuk.
Nog leesde men dat in Drente de biggen die geboren werden maar in een sloot daar water in was verdronken worden.
Men leesde in 't Handelsblad van een bruiflof gevierd was in
's Gravenhagen van een paar jong gehuwden van een zilveren en van
een gouden daar alle de lieden in een besten welstand te samen
waren geweest om dat voorrecht te genieten dat de ouders en
grootouders in een welstand daar deel in kunnen nemen.
's Gravenhage den 10 Junij 1860
Noten:
[1] “Nieuwersluijs, 11 Julij. Op de jongst gehouden markt zijn de varkens van 12 weken voor den nog nooit gekenden prijs van 17½ cent verkocht, benevens veulens voor ƒ 2 a 2.50 en de enters tegen ƒ 4 a 5, zoodat het meeste vee weder is huiswaarts gedreven.” (Algemeen Handelsblad no.8288 van 13.07.1858, Dag).
= vervolg van bladzij 122 =
Men zag in de maand Julij bij boeren op de beste bouwplaassen die 20 a 25 stuks koejens daaglijks op stal staan en haar met stroo en koeken zijn [...] moesten onderhouden en haar andere vee in 't weiland moesten hongerlijden. Op vrijdag den 10 Julij een lieven milden reegen op maandag 13 veele reegen. Nu zag men onze verdorde aardrijk in een andere omstandigheid. In een korten tijd veel mals jong gras in ons weilanden. Maar op zondag den 25 Julij woeide een verschriklijken storm uit 't Noordwesten. Het buiten rijp staande koorn heeft zeer veel geleeden. Op stam staande tarwe die voor 't groots gedeelte rijp [...] is half uitgeslaagen. Daar waaren eenige boeren onder deze gemeente die meer als 60 a 70 mudde op dien dag verlooren hebben. Niet alleen hier onder deeze gemeente maar op de meeste plaatsen in ons Nederland. Men leesde in 't Handelsblad uit de meeste plaatsen in ons Nederland op dien zelden dag een vreeslijken storm gewoeid heeft. Veele landbouwers oordeelen haare halve gewas van tarwe verloren te hebben. Men leesde in 't zelde blad op vrijdag den 30 Julij in de gemeente Kuinre Friesland 600 bunders met heelgras(?) onder 't zeewater staat van die 600 bunders was maar tien bunders hooigras binnen. Alzo 590 bunders met hooi geheel verlooren gegaan. Eerst door dien aanhoudende droogte en 't schraale weer hebben de landlieden hunnen landen niet kunnen maaijen en nu is alles verloren gegaan. Van de gemeente contributie tot aan de Lemmert heeft zeewater een voet hoog over den zeedijk gestroomd op den 25 Julij. In Noordbraband is een meenigtig van hooilanden onder zeewater gestroomd. Werkendam is het voornaamte hooilanden onder water gezet. 't Vee dat in het
= zie vervolg bladzij 138 =
In Groningen neemt de konijnenteelt aanmerkelijk toe. In jaar 1836 zij in de provincie stuks geslacht tien duizend. En in 1857 ruim dertig duizend stuks. In oost en west Vlaanderen in 't konirijk Belgie elke week 50.000 konijnen en per jaar 2.600.000 stuks aan Engeland geleverd. Alleen uit de stad Eeclo 78.000 stuks geleverd. 't Berijden van konijnenvellen alleen in de stad van Gent verschaft aan 1000 persoonen hun brood. Die bereide vellen worden in Frankrijk en in Rusland verkocht en dan naar Amerika verzonden. In de stad Weenen in Oosterijk worde twee derde konijnen vless en een derde rundvlees gebruik. In de stad van Zutphen is ook een konijnen fokkerij aangeleg. Maar 't heeft geen goeden uitslag vereist.
In Bornhof te Zutphen is gevestigt in 't jaar 1311 op den 16 November. Op den 16 November 1861 is de 550 gedenkjaar gevierd geworden.[1]
= vervolg van bladzij 123 =
Iets over de gevangenissen van de 4605 die gevangen zitten in ons Rijk zijn daar en boven 392 kinderen die bij haare moeders gevangen zitten. In jaar 1858 zij er 35 kinderen in de gevangenissen geboren.
Van de 20.986 die de laaste jaaren gevangen hebben gezeeten waren protestanten 10.714 waren katholijken 9.802 waren joden 470 te zaamen 20.986 mensen
Noten:
[1] Zie ook p. 180.
Deze bouwplaats den Grooten Emmer, hebben de provisooren van
't Bornhof te Zutphen, voor schuld overgenomen voor een somme van
29.000 guldens die de groote in zijn geheel 112 morgens of 96
bunders. Zoo bouw als weiland, met getimmerdte. Het huis den
grooten Emmer, een huis de Paters Steede genaamd, dat huis heeft
vroeger gestaan op den Emmerdijk, achter aan de
Hietkole.
Den eersten Bouwman was Harmen Otto Geerlis, heeft den pacht
opgebracht van 't huis schuur en verder getimmerde, en van 92
morgens bouw als weiland 1500 guldens, vervolgens zijn zoon
Geerlis Otto Geerlis, heeft een rijks van jaaren die zelden som
moeten opbrengen. Toen in jaar 1780 zijn schoonzoon Jan Gerrits
Wijers die verhoog wiert met 330 guldens, toen kwam er een
perceel weiland daar bij 't Rijswaartjen voor 83 guldens, toen
wierden gebracht op 1913 guldens gebracht.
Die in jaar 1817 den 27 April overleeden is.
Toen zijn zoon Egbert Wijers[1] die de drie eerste volgende
jaaren die zelde som
moest opbrengen. De drie volgende jaaren kwam een verhooging van
187 gulden toen was het 2100 gulden. De volgende jaaren weer de
pacht als vooren. In 't jaar 1850 wierd verhoog tot 2750 guldens,
in 1856 is die pacht gesteld op 2215 guldens, maar 19 bunders van
't beste weiland afgenoomen. Is zijn zoon Jan Hendrik Wijers
pachter geworden.
De bouwplaats den Spaansweert tot behoorende aan den heer
Loben Sels is in jaar 1749 verpacht aan G.D. Addink voor een som
van 800 guldens, die groot was 74 morgens, zoo bouw als
weiland.
Toen vervolgens is de pacht gesteld op 1200 guldens in 't
jaar 1784 verpacht aan zijn zoon Evert Addink voor 1600 guldens.
In 't jaar 1833 verpacht aan zijn zoon Harmen Otto Addink voor
1800 guldens. Die in 1850 op den 27 Maart overleden is vervolgen
aan zijn schoonzoon Harmen Otto Wijers.
Noten:
[1] De auteur spreekt hier over zichzelf in de derde persoon.
Een bouwplaast 't Halve Welle gelegen in den Bakerweerd
toebehoordende aan den bouwman Heutink was in vroeger jaaren
groot 105 morgen of 90 bunder zoo bouw als weiland alles aan
elkander gelegen en 't verder getimmerde. Dien 90 bunders worde
ingezet voor 25.000 gulden en afgemeind 500 hooger. Dus is dien
bouwplaas verkocht voor 25.500 guldens alzo de bunder 270
guldens.
De bouwplaas 't Huis te Weerde in den Emmer is in jaar van
1805 dat groot was 90 morgen of 77 bunders is verkocht voor
45.000 guldens, in 't jaar 1858 is die plaats in tweeen
verdeeld.
De bouwplaats Broenkhuizen in den Emmer die groot was 112
morgens of 96 bunders zoo bouw als weiland en 't getimmerde is in
jaar 1810 verkocht aan Jan Breukink voor 56000 guldens. In jaar
1858 is dien plaats in twee verdeeld.
Mijn bouwplaatsen den Heeckerenskolk nij 't Dorp Steenderen
heb ik 't jaar 1824 dat groot was 24 morgens of 20½ bunder
aangekocht voor 8050 guldens.
Iets over den Spaansweert. Den Spaansweert heeft den naam
ontvangen in dien tijd toen de Spanjaarden in ons Nederland den
oorlog voerden die tachtig jaren geduurt heeft zoo als ik uit de
vaderlandsche geschiedenis heb aangeteekend. Toe was den
Spaansweert een fort of een heerlijkheid. Ook den Spaansweert bij
't dorp Brummen die in dien tijd ook den naam heeft ontvangen van
Spaansweert om als daar de Spanjaarden in dien tijd 't voor een
fort of heerlijkheid hebben gehouden zoo als ik vroger van de
vijftiende eeuw heb aangetekend. Nog iets bijzonder van een
stuk weiland groot 5½ bunder
dat in vroeger jaaren verpacht is geweest voor hondert guldens
jaarlijks. Later tijd voor twee hondert. Vervolgens driehondert.
Toen lieten de pachtlieden 't voor [...] Later weer voor hondert.
In jaar 1862 heeft den eigenaar zelf gehooid. Heeft 't hooigras
met de [...] weide opgebracht elfhondert en vijftig guldens.
= vervolg van bladzij 134 =
weiland moest in de stallen. De vrugtboomen peeren appels is de halfte afgewaaid. Men leesde nog veel door dien storm van ongelukken op zee door 't vergaan van scheepen van instorten van huizen omwaajen van boomen enz. Vervolgen in de maanden Augustus en September veel regen en mals jong gras in onse weilanden. Den heelen nazoomer groeizaam weer. Een schoone zaaitijd. Aardappels zeer wel geluk. De prijs 125 dent 't mud. 't Koorn prijshoudend zoo als op bladzij 115 en 116 heb aangeteekend. De paarden duur. Daar worden voor een goed boerenpaard 220 a 260 tot 300 betaald. Voor een anderjaare meiri betaald 180 tot 220 guldens. 't Vette vee worde in 't weiland duur verkocht. Een fijne vette koei vet en vlees tegen 25 tot 28 cent 't halve Nederlands ll. De derde halfjaarige ossens voor 115 tot 130 guldens de schaarossens of dien een jaar onder zijn 190 tot 220 guldens 't stuk. In dien herst toen de markten kwaam een daaling in 't vette vee, of zoo genaamd goedkoop. Men kochte een vette koei van 600 halve Nll voor 90 a 95 guldens, de derdehalfjaarige ossens voor 75 a 80 guldens. Men betaalde niet meer als 15 centen voor 't halve Nederlands ll vlees. De vette varkens die zelde prijs. In de maand November een felle vorst den 12 vrooren de rievieren dig toen zag men de jonge lieden zich vermaken op 't ijs. Men leeste in 't Handelsblad van 16 November dat al de rievieren dig gevrooren waaren. en 't ijs 2½ a 3 voeten dik was. Den 25 dito dooiweer, den 30 was 't ijs weer verweenen. 12 December schoon warm weer en geen vorst. Den eersten Januarij 1859 tekend 't water Keulen 12 voet.
= zie vervolg bladzij 139 =
In de maand Januarij schoon warm weer. Geen vorst en geen
sneeuw. 't Water de hoogte te Keulen 5½ voet. Het dratige
vee worde duur verkocht aan de Pruisse kooplieden. Zij betaalde
voor een koeijen van 600 halve Ned. ll 95 a 100 guldens. De
paarden zijn ook duur, als ik op de voorige bladzij heb
aangeteekend. De prijs van 't koorn [...] middelprijs in ons
heele Nederland is de tarwe ƒ8,72, de rog ƒ6.26, de
boekweite ƒ5.71, de garste ƒ5.20, de haver ƒ1.28,
de ƒ8.04, de geele erwten ƒ12.86, koolzaad ƒ12.93.
De aardappels 147 't Nederlans mud. De prijs van de boter 104 't
Nederl. ll.
Aangetekend door mij Egbert Wijers den 20 Januarij 59
Wij hebben den heelen winter geen sneeuw meer. Elken den nacht
heeft het gerijp. Wij konden den heelen winter ons landertijen
bemesten beploegen en bezaaien in midden van de maand Maart een
fellen regen die eenige dagen aanhield en geen hooig water niet
boven de zeven voeten in de nacht van den 31 Maart op den 1 April
heeft het fel gevroren en gesnieuw. Den 2 April veel sneeuw. Men
zag ook al jong mals gras in ons weilandden en veel jong vee dat
dag en nacht buiten was. Ja op veele plaatsen den heelen winter
niet onder dak was geweest. 't Vee worde verbazend duur verkocht,
zoo wel gust als dragtig. 't Dragtige of de kalfkoeijen worde met
honderden uit ons rijk naar Pruissen verzonden tegen een
onnoemenden en hogere prijzen. De jonge beste paarden worde ook
veel door dien kooplieden uit Pruissen opgekocht voor hoog
prijzen. Men hoorde in dit voorjaar veel van de longziekte onder
't rundvee zoo als ik op bladzij 103 heb
aangeteekend.
Vervolgens op den April een heevigen storm uit 't
noordwesten. Men leesden die volgen dagen veel van ongelukken op
de Noorde en Zuider-
= vervolg bladzij 140 =
zeeën van vergaan van scheepen en stoombooten van verongelukken van menschen. Die in de golven hun leven verloren hebben. In Rotterdam is veel schade aangerigt. Die stad staad voor een derde onder water Bergen op Zoom is zeer erg geweest. De stad Groonigen heeft veel geleden. 't Water de hoogte te Keulen 12 voet den 21 April vervolgens van den 26 Meij tot den 3 Junij alle dagen donder en onweer. En weer van den 7 Junij tot den 15 genoegzaam alle dagen men hoorde veel van ongelukken daar brand veroorzaakte en doodslaan van menschen en vee. In Junij den 15 een was in 't water ten hoogte van 12 voet veel gras in ons weilandden 't hooi goedkoop. 't Nederl ll 16 a 18 guldens. De paarde worde duur verkocht. Zij zijn te Arnhem aangenomen te leveren voor de dragonders voor 415 guldens te Zutphen voor 443 en te Deventer voor 447 guldens 't stuk. 't Stamstaande koorn worde dit jaar bijzonder goedkoop verkocht, de rog tegen 2 a 2½ gulden de [...] Van den 20 Junij tot den 20 Julij een felle droogte. Ons gras voor 't vee in 't weilanden is veel vermindert. Ons winterkoorn was rijp den 20 Julij. In de nazoomer veel gras in ons weilanden. 't Jonge vee is verbazend duur. Men betaalde voor een jongen os die anderhalf jaar of 18 maanden out is 75 a 85 gulden voor die ossen die een jaar ouder waren 130 tot 150 guldens 't stuk. En voor ossen die als schaar ossen geweid zijn geworden 200 tot 230 a 250 guldens. De jonge paarden zij ook duur, daar worde voor een goed veulen betaald 120 tot 140 guldens voor die een jaar ouwer is 210 a 230 tot 250 guldens 't stuk. Uit Frankfort wort gemeld dat in October de weiden mals gras en met bloemen versierd waaren. In diezelde streeken waaren de appelenboomen opnieuw in den bloei.
= vervolg bladzij 141 =
Heeckerskolk den 6 Januarij In de laaste daagen van December
van 't voorige jaar een felle vorst met veel sneuw en verbazende
glade weegen. De wegen en straaten was niets anders als een glade
eisbaan. Men konde de zelde niet meer paseeren zonder vallen. De
eerste Januarij dooi weer met veel regen den 4 Januarij een was
in 't water ten hoogte van 13 voeten. Den zesden dezer tekend het
water te Keulen 16 voet 5 duim. Sedert Junij 1856 is het water
niet hooger geweest als 10 a 11 voeten. Zoo als ik op bladzij 31 heb aangetekend. In die drie en half jaar is
ons weilanden niet onder water geweest.
In 't Handelsblad van den
2 Januarij leesde men dat in Zutphen een vrouw is overleeden van
104 jaaren en nog een man van 105 en van vrouw van 107 jaaren out
geworden waaren. In de gemeente Laaren in Gelderland is een
bruilof gevierd van een paar echgenooten die 63 jaaren gehud
waaren geweest de man telde 88 en de vrouw 82 jaaren.
Vervolgens den 28 Februarij op dinsdag savons een heevige strom uit het noordwesten men hoorden de volgende daagen van veel ongelukken van instorten van huizen omwaaiten van boomen en op eenige plaatsen brand veroorzaakte.
De hevigste storm zijn geweest bij menschen heugen en zoover als mij bekend is. Den 9 November in jaar 1799. Den 31 Januarij in 1809. Den 31 December 1833 zoo als ik bladzij 8 heb aangetekend. Den 29 November 1836, zie bladzij 11. Den 28 Februarij 1860, zie bladzij 141. Den 28 Meij 1860 op Pinkstermaandag woede den strom vrij heevig zoo als ik hier rees heb aangetekend.
= vervolg bladzij 160 =
Tot landverbetering de bemesting is de eerste en voornaamste
middel tot verbetering. In 't begin van de dertiende eeuw had nog
geen bemesting plast. De aard van de mest was nog geheel duister
en onbekend. 't Stroo dat diende tot brandstoffen of 't worde aan
een hoop geworpen en dan in brand gestooken. Later wierden de
lagedeelten van land meeder verhoog. In de veertiende eeuw
gebruite de landman 't stroo al meer al meer tot bemesting. In
dien laast zeventig jaaren is 't bemestigen op 't bouwlanden
verbazend toegenomen en 't begruppen op 't weilanden en aare te
verwerken tot verbetering van 't weiland aanmerkeling in zwank
gekomen.
In 't jaar 1390 begonnen de watermolen hun eerste dienten te
bewijzen. En dit zoo toegenomen dat bij alle draslanden in drooge
vrugbaare landen zijn herschapen. Voor dien tijd waaren in ons
heel Nederland geen watermolens bekend.
In Friesland is de vrugbaarheid zoo vooruitgegaan
voornamelijk te bewijzen uit de veestapel dienin jaar 1751 maar
bedrog 96.523 stuks rundvee en in jaar 1851 een getalle van
194.349 stuks en in jaar 1852 kwaam 't getalle op 200.000 stuks.
Sedert die jaaren zijn een meenigte van vee aan die besmertige
longziekte in Friesland gestorven, zoo als op bladzij 103 heb aangetekend.
In de jaaren van 1720 tot 1730 was de middelprijs van de
boter in Friesland twaalf gulden [...] 40 ll en in 1857 van 24
tot 28 guldens. In het jaar 1350 worden een schaar of een koe
geweid die boven drie jaar was op ƒ3.50 cent en een schaar
beneden de drie jaaren voor 2 guldens in 't beste weiland in den
geelen zomer betaald en nu twaalf of veertien maal zoo
veel.
In 't jaar 1858 is de stoommesjine in de Bakerweerd opgerigt
ten kosten van 13.000 guldens. Den 19 April 1859 den eersten
dienst daar mede gedaan.
In Frankrijk bestaat in Januarij 1859 ... 500.000 man die onder de wapens zijn. Teld men op 't ogenblik 488.000 man. In jaar 1801 waaren men in den dienst 257.950 man. In jaar 1815 telde men in den dienst 551.400 man. In jaar 1812 telde men in den dienst 879.416 man. In jaar 1814 telde men in den dienst 872.766 man. In 1820 telde men in den dienst 189.991 man. In 1825 telde men weer in dienst 224.596 man. In 1830 telde men weer in dienst 248.836 man. In 1835 telde men in den dienst 309.375 man. In 1840 telde men in den dienst 330.772 man.
In de keizerlijke stoeterijen te Boulone is tans een
beroemden Enschen hens die 't rijk 105.000 franken of 52.500
guldens heeft gekost. Nog een die 12.500 guldens en een die
11.250 gudens heeft gekost. De keizer van Frankrijk heeft alleen
voor zijn gebruik 500 kouts en rijpaarden. In de stad Parijs alle
jaar 30.000 paarden aangekocht, allen te gebruiken voor de
stad.
In Frankrijk worde wort jaarlijks 200.000 ll vrouwenhaar
verkocht de gewoone prijs is 15 cent de 5 ons.
Men leesde in 't Handelsblad van den 3 October 1859 als in
Parijs een vrouw die 82 jaaren out was voor de veertiende keer in
't huwelijk trad daar haar bruidegom twintig jaaren jonger was
als zij.
In Oostenrijk bestaat in Januarij 1859 uit 4500.000 man infanterie en nog uit 8 regimenten kurassiers, uit 8 regimenten dragonders, uit 12 regimenten huzaren, uit 12 regimenten uhlanen of lansiers, uit 12 regimenten elk van 14 batterijen met 1344 stuk- ken geschut alzo de de heele krijgsmag bedraag zich in Oostenrijk op 550.000 man op den 21 Januarij 1859. De hooftstad teld 476.222 lieden. De stad Praag teld 142.588 zielen. De stad Milaan telt 186.685 zielen. De stad Vienecie.. teld 118.120 zielen. De stad Pesth teld 131.705 zielen. De stad Limberg teld 70.395 zielen. De stad Osen teld 55.240 zielen. De stad Krakau teld 40.086 zielen. De stad Triers teld 64.96 zielen. De hooftstad Weenen is sedert jaar 1851 vermeerdert met 45.075. De stad Praag sedert 1851 vermeerdert met 24.183 zielen. De stad Milaan met 26.384 zielen vermeerdert. De stad Pesth met 25.326 zielen en 't heel rijk met 37.339.111.
In Januarij 1859 leesde men in 't Handelsblad alsdat in
Engeland 't volk ieder jaar aan sterken drank bier tabak
verteerden voor 65.000.000 pond sterlein of voor 780.000.000
guldens.
In den Nacht van den 24 op den 25 October 1859 zijn voor
de stad Londen 150 scheepen door een heevige storm totaal
verbreiseld of vergaan.
Gemeentens Gebooren Overleden Gehud Zielen Angerlo 40 36 10 Borkulo 110 118 33 Bergh 159 163 54 Deutigum 60 59 14 Deutigum amp 95 74 33 Didam 90 81 22 Groenlo 61 81 19 Gorssel 103 71 39 Hummelo 92 68 32 Lichtevoorde 73 122 19 Lochem 77 59 26 Genderingen 160 117 37 Laaren 96 79 25 Steenderen 95[a] 88[b] 34 3368 Vorden 73 64 16 Warnsveld 49 41 18 Doesborg 116 97 31 Eibergen 146 130 36 Hengelo 96 101 31 Neede 88 89 20 Ruurlo 82 73 23 Wheel 52 56 19 Wisch 183 137 50
[a] man 50 vrou 45; [b] man 50 vrou 38 (beide aangetekend in de tabel)
In 't Arondissement van Zutphen zijn overleeden: van 1 tot 3 jaaren overleeden 229 van 3 tot 10 jaaren 285 van 10 tot 20 jaaren 230 van 20 tot 30 jaaren 191 van 30 tot 40 jaaren 206 van 40 tot 50 jaaren 193 van 50 tot 60 jaaren 248 van 60 tot 70 jaaren 318 van 70 tot 80 jaaren 309 van 80 tot 90 jaaren 132 van 90 tot 100 jaaren 11 doodgeborenen in geheel 187
In het heele arondisement geb. 3213 overl. 2783 gehuwd 927
paaren.
In het jaar 1858 van den 1 Januarij tot den 31
December.
Na de geboorte van Adam schepping der wereld 5620 Na de geboorte van [...] Heer Jezus Cristus 1859 Na de uitvindig der boekdrukkunst in Haarlem in 1423 Na de invoering der boekweite teel in 1450 Na de afzweering van den Spaanschen Konig in 1581 Na het eerste boekweite teel 1612 Na het eerste tabaksteel 1615 Na het eerste aardappels teel 1735 Na het herstellen van Nederland 1813 Na het vaaren van den 1sten stoomboot op de Waal 1820 Na de scheiding met Braband 1830 Na het vaaren van den eersten stoomboot op IJssel 1838 Na het oping van den eersten spoorweg in Nederl 1839 Na 't uitbreken der longziekte onder het vee in 1835 Na 't uitbreeken der aardappelziekte in 1838 Na het in werking der telegraafdraaden in 1845 Na het eerste vergadering van de landbouw in 1846 Na het afschaffen der geslag op verken en schaapen 1853 Na het afschaffen van gemaal in Nederland in 1855 Na het verligten met het gast in de Geldersche steeden 1859
De Gelderse Maatschpij van den landbouw bestaat uit
14 afdeeling en uit 1774 leeden.
De Hollandsche Maatschapij van den landbouw bestaat uit 46 afdeeling,
uit 6810 leeden.
De Overijssels Maatschapij van den
landbouw bestaat uit 8 afdeeling, uit 534 leeden.
De Friesse Maatschapij van den landbouw bestaat uit
1557 leeden, 12 afdeeling.
De Gronige Maatschapij van den landbouw bestaat uit 12 afdeeling, uit 551
leeden.
De Luk of Limburg Maatschpij van landbouw bestaat uit 10 afdeeling, uit 750 leeden.
De Braband
of Breeda Maatschpij van landbouw bestaat uit 12
afdeeling, uit 579 leeden.
De Zuithollandsche
Maatschapij van landbouw bestaat uit 14 afdeeling, uit
700 leeden.
De Drensche Maatschpij van landbouw bestaat uit 4 afdeeling, uit 380 leeden.
enz.
van den landbouw is verdeeld uit 14 afdeeling verdeeld alsvolg:
Afdeeling Nijwegen teld 172 leeden Afdeeling Maas en Waal 83 Afdeeling Tiel teld 196 Afdeeling Ceulemborg 45 Afdeeling Nederbetu 100 Afdeeling Overbetu 149 Afdeeling Lijmers 72 Afdeeling Ouden IJssel 120 Afdeeling Zutphen 210 Afdeeling IJsseloever 160 Afdeeling Arnhem 168 Afdeeling Nederveluwe 125 Afdeeling Overveluwe 129 Afdeeling Bommelwaard 56 Te zaam 1774 leeden[1]
Den tenstoonstelling te Hamburg den 16 July 1863 waaren ingezonden 524 paarden, 965 stuks vee, 1766 stuks schapen, 293 varkens, 328 stuks pluim gedierten, 2941 landbouwerktuigen en 786 produken in verschilden sooten van den akkerbouw.
De bevolkink van de heele aarde volgen opgave van Januarij 1862 Europa teld aan zielen 372.000.000 Azia teld aan zielen 720.000.000 Amerika teld 200.000.000 Afrika teld 89.000.000 Australie teld 2.000.000 Dus gezamenlijk 1.383.000.000 zielen
Volgens de laaste volkstelling die geschied is In 't jaar 1862 op den 25 Januarij De sterfgevallen op de heele aarde is volgen opgave bedraag zig in een jaar 32.000.000 bedraag zig per dag 87.861 per uur 3.655[2] per minuut 70 a 80 zielen[3] volgens 't Handelsblad van den 2 Maart Aangetekend door E. Wijers
Noten:
[1] De aantallen per afdeling sommeren tot 1785.
[2] 87.861 ÷ 24 = 3.661 (afgerond); 3.655 × 24 = 87.960.
[3] 3.655 ÷ 60 = 61 (afgerond); 70 à 80 × 60 = 4.200 à 4.800.
Europa teld 264 milioenen christenen teld 2½ milioenen joden teld 9½ milioenen mohamedanen teld ½ milioenen heiden totaal 276½ milioenen zielen Azie teld 8 milioenen christenen teld 90 milioenen mohamedanen teld 650 milioenen heiden teld 2 milioenen joden totaal 750 milioenen zielen Afrika teld 5 milioenen christenen teld ½ milioenen joden teld 45 milioenen mohamedanen teld 70 milioenen heiden totaal 120½ milioenen zielen Amerika teld 52 milioenen christenen teld 15.000 duizend joden teld 10 milioenen heiden totaal 62 milioenen zielen Australie teld 1 milioen christenen teld 1½ milioen heiden totaal 2½ milioenen zielen Aldus teld men in geheel 330 milioenen christenen teld men in geheel 5 milioen 15 duizend joden teld men in geheel 145 milioenen mohamedanen teld men in geheel 732 milioenen heidenen gezamenlijk op de aardbodem 1.212 milioen zielen[2]
Jaarlijks sterven 't een jaar door den ander 32 milioenen menschen.[3] Sedert de schepping wereld zijn gestorven 36.627.843.275.075.855.[4]
Volgens 't Algemeen Handelsblad September 1861 Telde de vijf groote verbonden mogendheeden Oostenrijk in dienst 738.444 man met 1.088 stukken Pruissen in dienst 719.082 man met 1.444 stukken Rusland in dienst 850.000 man met 1.160 stukken Frankrijk in dienst 926.482 man met 1.042 stukken Engeland in dienst 828.420 man met 1.272 stukken Zaam 4.062.428 man met 16.006 stuk kanon[1]
Noten:
[1] Moet zijn 6.006 stuk kanon.
[2] Merk op dat op de vorige bladzijde de wereldbevolking 1.383
miljoen zou zijn (januari 1862).
[3] Dit aantal suggereert een levensverwachting van zo'n 40 jaar.
Is dat rond 1860 reëel?
[4] Een onwaarschijnlijk groot aantal en merkwaardig precies. Was
de wereld in 1859 5620 jaar oud (p.146), dan
zijn bij 32 × 106 per jaar in totaal al 180
× 109 mensen gestorven. Zelfs bij een
levensverwachting van 10 jaar zou de wereld dan al 3 ×
108 jaar oud moeten zijn. Een ongebruikelijke gedachte
in die dagen. Duidelijk is dat Egbert hier wat onkritisch heeft
overgeschreven, maar van wie? Toch niet het
Handelsblad?
= vervolg bladzij van 95 =
In jaar 1858 van den 1 Januarij tot den 31 December zijn in
dat land 2323 mannen die haare vrouw verlaten hebben en 1362
vrouwen die van haare mannen zijn gaan vlugten. 4120 paaren die
wettig gescheiden zijn. 191.023 paaren die in twist en oorlog
onder een dak leven. 162.320 paren die in de grond een afkeer van
elkander hebben maar voort oog der wereld nog zamenleven. 510.132
paren die onverschillig tegen elkander zijn. 630.300 paren die
met elkander leven en niet gehuwd zijn. In een week zijn in de
stad London kinderen geboren 1603 en in die zelde week overleden
1605.
Den 8 Januarij 1860 leesde men in 't Handelsblad dat in de
stad Londen 300.000 huizen bewoond worden door 2.500.000
inwoonders. In Engeland en Schokland[1] worde dagelijks ruim 2000 of
jaarlijks 796.190 kinderen geboren waarvan ruim 1300 daags of
503.003 jaarlijks door den dood worden weggeruk.[2] Zoo dat men de
aanwas van 't menschdom daaglijks met 700 vermeerderd wort.
Ierland is hier niet bij begrepen. Nog werd gemeld uit Engeland
dat in jaar 1859 56.161 personen wegens dronkenschap begane
ongeregeldheden gestraft zijn geworden, waaronder 45.675 mannen
en 10.486 vrouwen zijn.
Het aangeklaagden was 89.903, waaronder
24.395 vrouwen. In 't zelde jaar zijn 306 vrouwen aan misbruiken
van sterken drank toe te schrijven overleden.
In 't Handelsblad van den 2 Julij 1861 leesde men uit Londen
van een hevigen brand die in laaste van Junij daar gewoeid heeft.
60 Magazijnen zijn in de vlammen verteerd, van pik, van olie, van
teer, van vlas, van leckeuren, van jenever enz. Zestig speuiten
waaronder eenige van stoom waaren werkzaam. 3000 Menschen hebben
't leven daarbij verloren zedert jaar 1086. En in 1666 niet zoo
hevig als als dezen brand
= vervolg bladzij 177 =
Noten:
[1] Schotland.
[2] Dit betekent een kindersterfte van 63%. Vergelijk de gegevens op p. ...
De cholera worde in vrogeren jaaren de zwarte dood genoemd. In 't jaar 1349 en in 1350 worde Europa op eene zoo geweldigen wijze [...] In drie jaaren in Europa meer dan vijentwintig milioenen menschen aan die pest overleden. In somige landen was het allertreuris. Den stad in Ietalie Trapani stierf geheel uit. De stad Vinetie van de 130 duizend zielen stieven in die jaaren hondert zuidend menschen aan die pest. Aaleen op een dag den 30 Maart op Paaschen in jaar 1349 overleden in die eene stad 18 hondert. In [...] in een jaar zestig duizend, een derde van de bevolking. In 't zuiden van Frankrijk van de hondert maar vijf in 't leven. Te Erfurt was die pest zoo erg dat men een afstand van de stad een kuil worde gegraven daat twaalf duizend lijken wierden in geworpen. De stad Lubek was het zoo erg als in een zoomer negentien duizend aan die pest ten grave dalen alleen den 30 Augustus vijftien hondert. In Friesland was was het vrij erg. Een meenigte van menschen op straat dood gebleeven. In twee kloosters in Friesland zij al de menschen die daar in woonen in twee dagen gestorven. In 't noorden van China was die pest in 1348 allerverschriklijks. In jaar 1849 was die sterfte in onze steeden vrij erg, zoo als ik op bladzij 23 heb aangetekend. De cholera heers in jaar 1866 vrij erg. Den 12 Julij op een dag zijn te Amsterdam overleden 12 personen, te Arnhem 4, te Leiden 4, te Delft 1, 's Gravenhage 10, Schidam 4, Rotterdam 11, Dordrecht 2, te Utrecht 24, Haarlem 4, te Kampen 1, Meppel 5, Groningen 23 overleden. Den 12 Julij zijn in geheel in 't heel rijk overleden 7458 personen.[1]
Noten:
[1] Dit aantal lijkt niet te kloppen met de gegevens per stad in
de voorgaande zin.
In jaar 1466 den 26 Augustus een veldslag te Basel in Frankrijk door de Zwitzers en de Fransen. De Zwitser hat een leger van 1250 man. Deden een aanval op een Frans leger van 60.000 man. De Fransen hadde aan doden 8.000 man en van 't leger van de Zwitsers was 1200 man zij er tien overgebleven.
Men leesde in 't Algemeen Handelsblad van de 23 Augustus 1860. Uit Overijssel van een bruidegom die geboren was in 1780 en van een bruid die geboren was in 1790, dus den bruidegom was out 80 jaren en de bruid was out 70 jaren. Zij zijn in den egt getreden den 23 Augustus 1860.
In de zoomer van jaars 1860 zijn in onze steeden te zien geweest twee zeldzame dwargen. Broer en zuster. Een van 16 en een van 14 jaaren out. De broeder lang 75 Nederlans duimen, weegt 14 N ll. De zuster lang 56 Nederlans duimen, weegt 7 N Ponden. Van Chineschie ouders afkomstig.
[...]
zijde de veertig weken of tweehondert en tagtig dagen ten einde zijn na elken van 't jaar
Den 2 December in 1805 te Austerlis tussen de Fransen,
Oostenrijkers en de Russen. 't Verlies der Fransen was dooden en
gevangen 10.000, van de Oostenrijkers was dooden en gevangen
5.800 man, van de Russen was dooden en gevangen 21.000
man.
Den 14 October 1806 te Jena tussen de Fransen en de Pruissen.
Aan dooden en gevangen van weerszijde 20.000 man.
Den 22 Meij 1809 te Essling tussen de Franschen en de
Oosterrijkers. 't Verlies der Fransen was aan dooden 13.000 en
aan gekwetsen en gevangen 30.000 man en 't verlies van de Oosterrijkers was 20.000 man.
Den 5 en 6 Julij te Wagram in jaar 1809 tussen de Fransen en
de Oosterrijkers. 't Verlies van de Fransen 22.000 man en 't
verlies van Oosrijkers was 20.000 man.
Den 22 Julij 1812 te Salamanca tussen de Fransen en de
bondgenoten. 't Verlies der Fransen was 16.000 man en de
bondgenoten was 8.000 man.
Den 10 Augustus 1812 te Smolensko tussen de Fransen en de
Russen. 't Verlies der Fransen was 17.000 man en de Russen 10.000
man.
Den 7 September 1812 te Mouskouw. 't Verlies der Fransen was
80.000 man en van de Russen 58.000 man zoo als ik op bladzij 48 in de vaderland geschiedenis heb
aangetekend.
Den 2 Meij 1813 te Lutsen tussen de Fransen en de Pruissen en
de Russen. 't Verlies der Fransen 18.000 man, de Pruissen en de
Russen ook 18.000 man.
Vitoria den 21 Junij 1813. 't Verlies der Fransen was 7.000 en de Russen 8.180 man.
Den 21 en 22 Meij 1813 te Bautzen tussen de Fransen en Pruizen en de Russen. 't Verlies der Franschen was 20.000 man, van de Pruisen en Russen was 15.000 man.
Den 26 en 27 Augustus 1813 tussen de Fransen en de
Bondgenoten. 't Verlies der Fransen was 11.000 man en van de
bondgenoten 21.000 man.
Den 16 - 18 October 1813 te Lijpzig. 't Verlies der Fransen
was aan dood en krijsgevangen en gekwesten 48.000 man en de
bondgenoten 48.000 man.
Den 10 April 1814 te Toulouze. 't Verlies der Fransen was
4.700 man en van de bondgenoten was 4.280 man.
Den 16 - 18 Junij 1815 te Waterlo, zoo als ik op bladzij 50 en 51 in de vaderlandsche
(geschiedenis) heb aangetekend. 't
Verlies der Fransen was 60.000 man en van de bondgenoten 31.000
man.
In de maand September 1854 in de Krimp voor Sebastapol, zoo
als ik op bladzij 106 heb aangetekend, de
Fransen, Enschen en de Teurkkijsen tegen de Russen. 't Verlies
gezamelijk volgen opgave bedroeg 500.000 man.
Den oorlog in 1859 in Ietalien, de Fransen en de Sadienier
tegen de Oosterrijkers heeft sleg weinig weken gedeurd. Gezamelig
niet minder als 600.000 man aan dooden, gebleceerden en
gevangen.
Alzo volgens opgave in die zestien veldslagen sedert 't jaar
1805. De Fransen en de bondgenoten aan doojen en gevangenen
gezamelijk 1.763.260 man,
de Fransen alleen 926.000 en de Bondgenoten 837.260 man. Volgens
de beschrijving uit 't Nederlands Magazijn in 't jaar
1859.
Aangetekend door Egbert Wijers, Heeckerskolk, 31 December 1859.
[...] zijn 20.650 huizen 120.000 zielen Konstantinopel 90.000 huizen 960.000 zielen London zijn 300.000 huizen 3.000.000 zielen Hamburg zijn 11.700 huizen 224.000 zielen Munchen zijn 4.010 huizen 118.000 zielen Milaan zijn 4.850 huizen 180.000 zielen Parijs zijn 36.000 huizen 1.300.000 zielen Praag zijn 3.340 huizen 150.000 zielen Berlijn zijn 9.700 huizen 445.000 zielen Weenen zijn 8.493 huizen 469.222 zielen Petersburg zijn 10.000 huizen 560.000 zielen
Het wort gemeld uit Petersburg als dat in geheele Russchierijk in jaar 1859 zijn geboren 2.660.772 kinderen van ouders die de Grieksche godsdiens belijden, en wel 1.362.169 van manlijk en 1.289.603 van het vrouwelijk geslagte[1], en 105.123 kinderen van de protestantsche ouders, en 80.144 kinderen van roomsch-kartolijke ouders en 503 kinderen van Armenische ouders en 48.883 van Israelitische ouders en 97.704 van Mohammedaansche ouders,
zijde tezaam geboren in een jaar 2.993.129 kinderen[2], overleden in 't zelde jaar 2.020.835 menschen, dus in een jaar meer geb. als overleden 972.294 zielen.
Als 70.852 Roomsch-katholieken overleden, als 59.989 protestanten overleden, als 299 Armenisch-katholieken overleden, als 39.425 Israelieten overleden, als 63.564 Mohammedanen overleden, als 1.786.744 Grieksch-Rusche godsdienst[3].
Daarbij zijn van 1 tot 5 jaar overleden 1.003.662, van 5 tot 10 jaar 100.014. Daarvan bereikte 225 personen den ouderdom van 100 tot 105 jaar, 108 personen van 105 tot 110 jaar, 38 personen van 110 tot 115 jaar, 25 van 120 jaaren, 12 van 130 tot en een man die 135 jaaren bereik heeft.
Volgens de voltelling in Rusland den 31 December jaaren 1859.
Noten:
[1] De deelcijfers sommeren tot 2.651.772 i.p.v. 2.660.772.
[2] Dit totaal klopt alleen als er 2.660.772 kinderen zijn van "ouders die de Grieksche godsdiens belijden".
[3] De deelcijfers sommeren tot 2.020.873 overledenen i.p.v. 2.020.835.
Op eiland Java en Madura zijn als volg 11.405.595 vrij inlanders 138.356 Chinezen 20.331 Europeanen 24.615 Arabieren 5.260 lijfeigenen te zaam 11.594.157 inwoonders
Het aantal Europeanen in Nederlands Indien geboren bedraag zig 17.034 zielen.
In 't Konigrijk Hanover in 't jaar 1860 zijn daar geboren 62.261 kinderen in dat zelfde jaar sterfgevallen 41.670 menschen dus meer geb. als gestorven 20.591
Geboren buiten 't huwelijk dus onegt 6.950 kinderen. Tweelingen geboren 897. Drielingen zeven. Gehud in dat jaar 16.204 paaren. Zelfsmoorden 230 waaronder 42 vrouwen zijn. 30 Menschen die bij branden om 't leven zijn gekomen. Door andere toevallen 420. Het heel konigrijk teld 2.972.170 inwoonders.
In 't zelde rijk zijn in jaar 1861 geboren 62.835 kinderen, doodgeboren 2402, onegten 6.634, tweelingen 713, drielingen 10, hulijken 16.159 paaren, sterfgevallen 40.698. Het heele rijk teld 3.103.000 inwoonders.
De stad Keulen in 1850 telde 90.885 zielen en in het jaar 1860 telde 108.680 zielen dus in tien jaaren aangegroeid 17.795 inwoonders.
De volkstelling in Konigrijk Pruissen op den 16 November 1861 is 17.740.000 zielen.
De stad Leiden ondervond in 't jaare 1635 verschriklijke pest In de maand Meij aan dooden aan een ziekte 550 In de maand Juij aan dooden aan een ziekte 609 In de maand Juij aan dooden aan een ziekte 2984 In de maand Augustus aan dooden aan een ziekte 4360 In de maand September aan dooden aan een ziekte 3260 In de maand October aan dooden aan een ziekte 2000 In de maand November aan dooden aan een ziekte 603 In de maand December aan dooden aan een ziekte 618 Dus in die stad in acht maanden aan dood 14984 menschen die aan een pest in die stad overleden zijn.
Vroeger in 't jaar 1574 is diezelde stad op een moordadige
wijze geteisterd geworden door 't belegering van de Spaanjaarden.
Duidenden van menschen ten grave daalen, zoo als ik op bladzij 38 heb aangetekend.
Tien in 't jaar 1807 in de maand van Februarij door het
springen van een schip met buiskruid meer als een derde gedeelte
van de stad in een ogenblik in een puinhoop verandert geworden en
veele menschen daar bij hun leven verloren hebben.
In December van jaar 1861 baste in de genoemde stad Leiden
een verschriklijden brand uit. In een groot katoenfabrik en in
een ferfwaarenfabrik dat twee uuren tijds beide in de folle vlam
stond. Daar 600 menschen hun brood dagelijks verdienen en nu van
haare brood ontstoken waaren. De schaade worde begroot op tien
ton gouds.
In 't jaar 1864 zijn in de stad Leijden ter markten
aangevoerd
194 stuks paarden die de waarde hat ƒ 180.420= 189 stuks veulens de waarde van 14.270= 21.199 runderen de aarde van 2.280.944= 4.850 kalver de waarde van 277.630= 62.131 schapen en lammeren van 995.363= 78.509 varkens en biggen waarde van 88.314= 3.998.695 Ned ll boter waarde 4.869.655= 133.969 mudde aardappels
over de zachte winters en vrugbare zomers in de jaren van 1607, in 1609, in 1613 en in 1619 waren de zagte winters. En des zomers een overvloedisten oost. In jaar 1659 had men geen vorst nog sneeuw. In 1692 wierd nergens eene kaghgels gestookt. De winter van 1779 en 1780 liggen nog bij veele oude menschen in hun heugen en worden door vrugbaare zoomers opgevolgd.
In 't jaar 1860 zijn in ons Nederland een aantal branden veroorzaak als volgt
Provincien | Aantal branden | Bosch | door den | menschen | | en veen | bliksem | omgekomen NoortBraband | vier en negentig | een | een | een Gelderland | zes en zestig | geen | vijf | een Z.Holland | drieenzeventig | geen | twee | geen N.Holland | tweehondert | geen | een | geen Zeeland | zes | geen | geen | geen Utrecht | vijftien | geen | geen | vier Friesland | vijftien | geen | twee | een Overijsseld | geen | geen | een | geen Groningen | eendertig | geen | geen | geen Drente | achtien | geen | een | geen Limburg | zevenenveertig | geen | geen | geen in heele rijk | 565 branden | 1 veen- | 13 door | 7 menschen branden de bliksem
Een der belangrijkste branden was die van de groote kazerne Prins Frederik te Leeuwarden op den 14 Junij.
't Hartogdom Gelderland bevat vijf graafschppen, zestien
steeden, 230 dorpen, 5 forten, 2 academie. Groot in zijn omstreek
70 uren. De rievieren zijn den IJssel, Rijn, Waal, Maas, Linge,
Berkel,[...] de Nieuwe Doorsnijding, enz.
De Graafschap Holland bevat 32 steden, 407 dorpen, 5 vlekken,
6 forten, 12 eilanden, 2 academie. Groot in zij omstreek 90
uren.
De Graafschap Zeeland bevat 8 steden, 100 dorpen, 7 eilanden,
2 colegie akdemie. In zijn omstreek 28 uren.
De Heerlijkheid Utrecht bevat 5 steden, 65 dorpen, 64
ridderhofsteden, 2 academie. Groot in zijn omstreek 36
uren.
De Heerlijkheid Vriesland bevat 11 steden, 480 dorpen, 2
eilanden, 2 akademie. In zijn omstreek groot 44 uren.
De Heerlijkheid Overijssel bevat 9 steden, 10 vlekken, 210
dorpen, 5 forten. Groot in zijn omstreek 62 uren.
De Heerlijkheid Groenigen bevat 4 steden, 240 dorpen, 7
forten, 2 achdemie. Groot in zijn omstreek 42 uren.
Staats-Vlaanderen bevat 5 steden, 28 dorpen en 7 forten. In
zijn omstreek 30 uren.
In Braband bevat 8 steden, 120 dorpen, 7 forten.
Meijer van Den Bosch 8 steden, 82 dorpen en in zijn omstreek
35 uren.
Men leesde in 't Handelsblad den 30 April 1862 van een bruidegom die zes vrouwen dood heeft. Hij huwde met een bruid die vijf mans dood had. Zij hadde twaalf kinderen in 't leven en de bruidegom negentien, dus gezamelijk 31 kinderen in 't leven.
= vervolg van bladzij 141 =
In drie en een half jaar van te vooren is 't water niet
hoger geweest als elf voeten en ons weilanden niet overstroomd
geweest. Op den derden April was 't water te Keulen ten hoogte
van 20 voet. Den 4 April 21 voet. Den 5 April 22 voet. Toen is
ons weiland overstroomd geworden. Vervolgens in 't laaste van de
maand geen gras. Het was te zoel en te koud. Ons vee staat Meij
nog op stal. De prijs van 't dragtig vee duur. De guste koeijen
worde ook duur verkocht. Men betaalde voor een guste koei die
konde weegen 600 ponden 120 a 125 gulden voor een koei 700 ponden
140 a 150 guldens. De paarden die verkocht worden ook duur. Maar
weinig of geen handel in. 't Koorn: de weite van 10 tot
10½ gulden, de rog 7½ guld. De aardappels 3½
guld. 't mud. De boter een gulden 't Nederl. pond.
Vervolgens den 10 Meij een milden regen binnen weinig dagen
veel gras in ons weilanden. 't Koorn de weite staat goed, ons
zomerkoorn koomt goed voor den dag, de rogge staat in 't algemeen
schraal, kort van stroo en sleg. Op Pinstermaandag den 28 Meij
1860 in den nademiddag, savons en des snagts woeide een hevigen
storm uit het noordwesten, die allerverschriklijk was.
Men leesde in 't Handelsblad van den 31 Meij dat op veele
plaassen van vreeselijke ongelukken zoowel op zee als op 't land.
Op zee een menigte van stoombooten en scheepen waaren vergaan en
verbrijssen en veel menschen hun leven verloren hebben. En op 't
land heel veel schaade heeft aangerigt aan de vele staande
vrugten en omwaajen van boomen, enz. In de steeden van beroven
van schoorsteenen en pandakken. 't Kampereiland is onder zeewater
gelopen. 't Vee moeste naar de stallen zwemmen. 't Hooigras is
half verdronken, haare koorn velden voor 't groots gedeelte
te niete gegaan. Op de statsweide te Kampen daar zich 800
stuks vee bevonden, zijn er 300 tegelijk aan 't zwemmen geweest
en 31 stuks van verdronken. Tussen Zwolle en Hasselt zijn twee
rijtuigen van den dijk gewaaid. Te Zwolle heeft zeewater hoog in
de stad gestaan. In Rotterdam heeft het water zeer hoog in de
huizen getsaan. Op 't eiland Tesselt heeft het veel schade
aangericht aan de veld staande vrugten. Bij Amsterdam is een
koorn- en oliemole door de praam gelopen en door het lopen in
brand geraak en op de grond met twee wonigen afgebrand. Te
Nieuwerdiep zijn 2000 stuks koeijen, kalver, schaapen aan wal
gespoeld. Een stoomboot heeft 500 stuks schapen overboort
geworpen. Een stoomboot is totaal vergaan. Zijn 42 menschen meede
verdronken. Op de Zuiderzee zijn drie schepen met koeijen totaal
vergaan. In 't Hoog Zoerense bosch zijn twee duizend dennen en
vijf hondert zwaare eikenen bomen omver gewaaid. Volgens berigt
in 't Handelsblad van den 31 Meij 1860.
Nog worde men berigt als twee en vijftig zeelieden van andere
schepen met dien fellen storm verongeluk zijn door vergaan van
kleine schuitjes. Uit Scheveningen wort gemeld van een wede liet
bekend maaken dat haare man twee zoonen, twee behudzoonen en twee
kleinzoonen op den Tweeden Pinsterdag door den fellen storm op
zee haare leven verloren hebben en eene zoon die zoo veel op een
ander schip zoo veel geleden heeft dat hij aan wal gekomen is
binnen vier dagen overleden was. Dus acht van de naaste
bloedverwanten van dien wede.
In het Haarlemmermmer zij in den avond 19 boeren huizen en al
de stroo ten ten omver gewaaid. Het wort (vervolg op p.162)
Het word gemeld uit Londen 3 Junij van een ontzettende
sneeuwstorm aan de veldgewassen en de ooftboomen voor verscheiden
honderd duizend dollars schaade veroorzaak. Een dollar heeft de
waarde van (opengelaten).
En nog op veel
plaassen veel menschen hun leven daarbij verloren hebben.
Vervolgens in de maanden van Julij en Augustus veel nat en
slorderig weer en de meeste tijd een zwellende rievier. Ons lege
weiland met water geplaag geweest. Den oost van 't koorn de heeft
veel van den regen geleden en op veel plaassen aan bederf of
uitlopen onderheevig. Den oost van de weite was redelijk. 't
Zoomerkoorn was moeilijk om droog binnen te oosten. De
boomvrugten was nogal redelijk geluk.
't Vette vee was van deze zomer duur. Men betaalde voor een
half Nederl ll vlees 35 cent. De jonge ossens van anderhalfjaar
of achtien maanden out waaren worde 95 tot 110 guldens voor
betaald en voor de derdehalfjaarige ossen 160 tot 180 guldens en
voor de schaarossen of dien een jaar ouder waaren 250 tot 300
guldens toe. De zaaitijd is verbazend slorderig. 't Laate
zoomerkoorn is verrot op de velden, waant alle dagen regen. Den
16 October een was in 't water. Ons weilanden overstroomd ten
hoogte van veertien voeten. Ons vee moest dadelijk voor 't groots
gedeelte na de stallen. Men hat de meeste dagen een vreeslijke
stortregenen en stormwinden en den heelen zoomer de meeste dagen
koud. Den heelen zoomer geen elkelende dag heet of brandende zon,
maar alle dagen nat en koud weer. Den 20 October is 't weer heel
zag en bedaarder geworden. 't Water vallende.
Men hoorde hier en elders ziekte en een sterfte on der de
verkens. De lonkziekte van 't vee is nog niet heel uit de
wereld.
Heeckerenskolk den 25 October MDCCCLX E. Wijers
= vervolg zie bladzij 168 =
(voortzetting van p.116)
in de twaalf voornaamste marken in ons Nederland van den 15 Meij tot 15 Junij 1860
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot [1] Markplaatsen Amsterdam ƒ12.08 ƒ7.08 ƒ7.70 ƒ4.63 ƒ4.00 ƒ1.00 Arnhem 11.90 7.90 ƒ8.48 7.80 4.54 ƒ7.90 ƒ10.90 3.22 84 s Bosch 11.34 7.74 6.06 6.11 3.37 88 Delft 10.64 7.62 4.46 7.31 10.50 ƒ13.20 3.50 1.32 Dortrecht 9.68 7.88 7.18 3.90 3.90 7.40 9.20 12.49 3.25 1.25 Gronigen 9.66 6.86 5.88 4.18 4.18 6.78 10.00 12.60 3.75 1.05 Haarlem 9.69 7.35 4.28 4.28 7.38 10.15 3.80 1.00 Leeuwarden 9.88 6.98 7.50 4.28 7.94 9.40 13.62 3.70 98 Mildelburg 9.72 8.14 4.03 7.22 9.44 12.62 3.20 96 Rotterdam 9.24 7.82 6.99 4.03 4.54 7.00 9.30 12.70 3.00 98 Utrecht 9.92 8.02 8.66 4.54 4.50 7.25 10.04 13.00 3.06 96 Zwolle 10.58 7.82 8.04 4.65 4.64 7.30 10.00 13.00 2.54 92
De middelprijs van koorn van de twaalf voornaamste marken van den[3]
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot [2] Markplaatsen Amsterdam 11.50 6.73 8.83 Arnhem 11.49 6.80 7.59 6.78 4.25 11.20 3.12 0.89 s Bosch 11.13 6.69 6.93 11.00 3.05 0.80 Delft 10.92 6.96 7.00 5.72 4.31 7.25 11.73 4.00 1.20 Dortrecht 9.45 7.03 7.80 6.00 4.30 6.70 11.73 10.53 4.12 Gronigen 7.85 6.52 6.00 4.90 3.79 5.21 10.90 10.75 3.85 Haarlem 8.17 7.00 6.50 5.60 4.10 11.50 Leeuwarden 8.75 7.15 7.40 6.25 4.00 7.25 12.25 3.55 0.50 Mildelburg 11.06 6.99 7.43 6.70 4.20 7.00 Rotterdam 9.57 6.30 8.46 6.20 4.85 6.80 10.00 11.25 4.00 0.92 Utrecht 11.87 7.37 6.90 6.02 4.50 7.03 4.10 0.95 Zwolle 11.54 6.57 7.00 5.85 4.70 7.00 3.75 0.90
Mildelprijzen van den 15 Junij tot den 15 Julij 1861.
Aangetekend door E. Wijers, Heeckerskolk.
(voortgezet op p.172)
Noten:
[1] Boven de kolommen staat 90° linksom gedraaid: Tarwe, rogge, boekweit, garst, haver, boonen, erwten, koolzaad, aardappels, boter. Voor Amsterdam ontbreken vier prijzen, voor Den Bosch drie, voor Delft en Middelburg twee en voor Haarlem en Leeuwaarden een.
[2] Boven de kolommen staat 90° linksom gedraaid: Tarwe, rogge, boekweit, garst, haver, boonen, erwten, koolzaad, aardappels, boter. Voor Amsterdam ontbreken zeven prijzen, voor Den Bosch, Haarlem en Middelburg vier, voor Arnhem, Utrecht en Zwolle twee, voor Delft en Groningen een.
[3] Het tijdvak staat onder de tabel bijgeschreven. Merk op dat de bovenste tabel over 1860 gaat, de onderste over 1861, althans dat lijkt er te staan.
= vervolg bladzij 92=
In 't Handelsblad leest men 't volgende van een langoed bij Parijs. Van een heer die 100.000 hoenders hoenders heeft. En de nodige haanen, dien hem dagelijks leiden 100.000 eijeren. Dus per jaar 36.500.000 eijeren. Als die hoenders vier jaaren out zijn, worde zij vet gemest en dan in de stad Parijs te verkoopen. Daar worde dagelijks voor dien aantal hoenders geslag twee en twintig paarden, om de zelden daar mee te voeren.
Nog leesde men dat in jaar van 1860 in de stad Parijs geboren zijn 37.978 kinderen waar van 12.278 oneg zijn en overleeden in dien zelde stad 32.774 personen.
De stad Lijon in Frankrijk telde men in 't jaar 1859 inwoonders 289.721 telde men in jaar 1861 den 1 Julij zielen 378.803 dus in twee jaar aangegroeid 89.082 zielen
Volgen 't Handelsblad van den 1 Augustus 1861.
In 't Handelsblad leesde men op den 30 December
1861 't volgende.
Dat in de stad van Parijs in een jaar geboud zijn
2.932 huizen en gesloop in 't zelde jaar 1.144,
dus die stad vermeerdert met 1.788 huizien, daar in
wooningen zijn 8.533.
De bevolking die stad is op den 30 December 17.270.419.
De stadsuitgave is in een jaar 13.731.731. Den ontvangs
is 13.889.315 Franken of 6.944.627 Guldens.
Volgens berigten heerst in dien stad groot gebrek
onder de arme menschen. Een meenigte die dagelijks gaan bedelen.
In jaar 1815 hat Frankrijk schuld 607.753.296 Guldens.
In jaar 1854 was de schuld 2.565.905.904 Guldens.
In jaar 1860 was de schuld 4.523.479.812 Guldens.
Op den 26 Februarij 1823 heeft in Frankrijk de eerste spoorwagen gereden van Andrézieux naar Raunne[1] heeft de lengte van 55 mijlen. En in 1864 heeft die weg een lengte van 18.730 mijlen.
Noten:= zie bladzij 191 =
In 't jaar 1860 bestond ons Nederland 701.139 bunders bouwland en 1.204.000
bunders wei- of grasland. Tezaamen 1.905.139 bunders.
De bunder gemildeld op een waarde van ƒ1.000 Guldens reeds een kapitaal van
ƒ1.905.130.000 guldens[1]. Die aantal bunders jaarlijks
kunnen opbrengen a 60 Guld per bunder, dus den opbrengs een kapitaal van
ƒ114.308.340 Guldens.
Ons veestapel bestaat uit als volg
777.228 stieren, ossens en koejen boven 2 jaar out
456.252 beneden de 2 jaar out
boven de twee jaar gereken a stuk ƒ130 't stuk ƒ101.039.640 beneden de twee jaar gerekend a stuks ƒ50 't stuk ƒ 22.812.600 dus de waarde van 't aantal vee is tezaam ƒ123.852.240
Paarden boven de drie jaaren out Hengsten 1.573 Ruinen 79.263 Merrien 87.552 zaam 168.388 gerekend op 200 Gulden ƒ 33.677.600 Paarden beneden de drie jaar out zijn zaam 175.388 gerekend op 100 Guld ƒ 17.538.800 dus de waarde van 't aantal paard zaam ƒ 51.216.400 daar nog bij schapen ten getalle van 824.308 stuks a 8 Gulden stuk ƒ 6.594.464 varkens ten getallen van 233.900 stuks a 20 Guld stuk ƒ 4.678.000 bokken en geiten ten getalle van 99.115 stuks a 4 Gulden stuk ƒ 336.460[2] ezels ten getalle van 3.037 stuks a 30 Guldens stuks ƒ 91.110 die aantal stuks heeft de waarde van ƒ 62.956.434 de waarde van 't vee is de waarde van ƒ 23.852.240 alzo aan levendige haven zaam ƒ 86.808.674 daar nog bij aan pluimgedierte ƒ 100.000 dus de waarde aan levendig vee voor ƒ 86.908.674
In ons elf provincien volgens opgave in onze Maandblad voor den Nederlandschen Landbouw Maatschapij.
Heeckerenskolk, den 5 Augustus 1860 - E. Wijers Jz
Noten:
[1] De waarde is ƒ9.000 hoger, vergelijk de totale opbrengst.
[2] De optelling klopt als hier 336.460 staat, maar 99.115 × 4 = 396.460.
Het eerste is geweest den Toren van Babel gebouwd door de
Konigin Semiramis. Deze toren heeft in den omgang twaalf Duitsche
mijlen en honderd vijftig schreden. De hoogte is geweest
honderdtwintig. De dikte dertig ellen. Boven dezelven is een weg
geweest zoo breed dat twee groote wagens elkander kunnen
voorbijrijden. De ruimte was zoo groot dat boomen en wijngaarden
er nog wel op konden wassen, zelfs of als het bosch was.
Het tweede wonder is geweest dat groote oprigtigte beeld
genoemd colossum Rhodius of het magtige zonnebeeld hetwelke
getsaan heeft op het eiland Rodus in de Middelandsche Zee.
Plinius verhaalt dat het Rhodus genoemd werd omdat er
verscheiden weiden mer rozen gevonden werden. Het beeld was uit
steen geboud zijde honderd twintig voeten hoog staande voor de
haven met het eene been op de eene en het andere op de andere
zijde van den ingang. De grooste schepen met mast voeren er
tussendoor. Het koper van dat beeld dat door eene aardbeving
nedergeworpen was weggevoerde worden zoo zwaar was dat er
negenhondert kameelen daar genoeg aan te dragen hadden.
Het derde wonder was geweest de pijramiden van welke de
voortreffelijkste in Egypte gevonden worden. Zijn door Cheospes
geboud tot dit werk heeft honderd duizend menschen twintig jaaren
lang aan gewerk heeft. De eerst elfhonderd zesentwintig voeten
hoog van de grond was twaalf hondert treeden in den omgang. De
hoogte van de pijramide was elfhonderd zeven en dertig voeten
behalven de splits voor het gedeelte van binnenhol en met kaamers
en groote zaalen in gerigt.
Het vierde is (vervolg op p.167)
Het vierde wonder is geweest dat groote en schoone gebouw
Mausoleum hetwelk Artemisia konegin van Carien haren verstorven man
Mausolus tot eene eeuwige gedagtenis liet oprigten. Het lighaam
van Mausolus tot asch verbrand zijnde heeft Artemisia uit groote
liefde jegens haren overleden man de asch in haren drank gedaan
daar zij dagelijks van dronk.
Het vijfde is geweest de tempel van de godin Diana geweest
te Ephesen geboud uit witten marmeren steenen welken zoo beroemd
en vermaard was dat van de zelven in de Handelingen der Apostelen
ook gewag gemaakt werd.
Het zesde is geweest het beeld van Jupiter in de stad
Olijmpika in Grikenland, genoemd Jupiter Olijmpicus tot wiens eer
de Olijmpische Spelen zijn gehouden geworden.
Het zeven de is geweest of laaste wereldwonder het
overheerlijke gebouw Pharos of een vuurtoren gelegen op het
kleine eiland Pharos in Egijpte, het welk schoonen witten steen
gemaak was met vele zolders op welke men des snachts brandende
fakkels gesteld heeft, opdat de scheepen een teeken zouden hebben
wanneer zij hunnen koers zonder gevaar konden voortzetten. Het is
zoo hoog geweest dat men het licht over veertig mijlen heeft
kunnen zien. Van deze Pharos worden hedendaags de vuurbakens, die
men aan de zee steld, ook Phari genoemd.
De vier verkeerde werken zijn van een dekker, van een jood,
van een pastoor, en van een kraamvrouw. De uitlegging koomt
later.
Den 16 Meij 1861 ben ik out geweest 63 jaaren of 22.995 dagen[1], 551.880 uren, 33.112.800 minuten.
Noten:
[1] Dit zijn jaren van 365 dagen.
= vervolg van bladzij 162 =
Den 28 en den 29 October, die twee dagen zijn de warm en heeste dagen van de heelen zomer geweest. Vervolgen heel mooi warm en droog weer. De herfts kollen speuiri[1] en de wortels zij van dit najaar geheel mischluk. Ook zij van dit najaar geen vliegen geweest. Ons vee moest van dezen herst vroeg in de stallen. Vervolgens een strenge winter die een begin heeft gemaak in begin van december. In 't midden van die maand vrooren de rievieren allen dig.
Toen hoorde men van watersnoods in de Betu. Een overstrooming in de Bommelwaard. Een berig uit Zalbommel, dat den Bommelwaard die grood is 57.000 bunders met ruim 24.000 zielen bestaat in 17 gemeentens en in 19 kerkdorpen geheel op den 4 Januarij overstroomd geworden een allerelendigs uitzig heeft. De gemeentens Brakel en Poeiderooyen die ruim 1100 zielen heeft zijn er duizend in armoede gedompeld. In de gemeente Aalst die 2000 zielen telt zijn er 1800 menschen in de groote armoede gedompeld geworden. Op een zolder in een bovenhuis zijn 70 menschen gehuisvestig. Bij twee predikanten te Zaldbommel zijn 170 menschen gehuisvestig, bij een 180, bij den anderen 90 man. De daaken van de huizen zijn zommigen nog zigbaar, maar veelen waaren niet meer zigbaar. Een landbouwer had 50 stuks vee en 15 paarden die verdronken waaren. Een wedu 5 vette ossens en al haar andere vee. 't Meeste vee in den Bommelwaard is voor 't groost gedeelte verdronken. De overigen die nog gered zijn hebben zommigen 24 uuren in dien felle koude boven op den dijk moeten blijven staan. Daar worde veel gelden voor dien menschen in ons Nederland gekoloteerd. Niet alleen in ons rijk, maar ook Braband, Frankrijk, Engeland en Pruissen, enz. De armoede is allertreuris.
= vervolg bladzij 169 =
Noten:
[1] Spurrie = geslacht van muurachtige planten uit de anjerfamilie; spurrieboter = boter van koeien die met spurrie gevoerd zijn; spurrieknol = herfstknol die tussen de spurrie groeit [Van Dale]
= vervolg van bladzij 168 =
Over de noodlottigen waterstroom in Nederland.
Op den tweden Februarij viel er een doorbraak in een dijk aan
de Waal. In 't Maaswaalsche bij 't dorp Leeuwen diende bewoonders
in dien streeken opnieuws in armoede gedompeld werden. Nog erger
als ik op 't voorige bladzij van den watersnood
van den Bommelwaard heb aangeteekend.
Door den doorbraak zijn ook 17 kerkdorpen en geheel onder
water gezet. De huizen die blijven staan ben staan alleen tot aan
de dakken onder water. De mesten zij weg gedreven. 't Vee is
bijna alle verdronken. De bewoonders in heele Maswaalsche zij in
een groote armoede gedompeld geworden. Nog erger als op den 4
Januarij in den Bommelwaard.
De oorzaak van dezen rampen zijn alleen door 't verstoppen van
't ijs in de rievieren dien op den boden toe bevrooren waren. De
steeden Nijweegen, Bommel, Tiel, Gorken zijn allen onder water
gezet. De stad Emmerik heeft 't water 6 voeten door gestaan. De
bewoonders verkeerden in een grooten anst. Den eersten Februarij
is den dijk te Babberik een doorbraak gevallen daar van is Elten
en verders Duiven, Didam, Zevenaar, Lathum, Angelo, Doesburg, en
vervolgens bij ons te Steenderen, en verder naar Zutphen
overstroomd geworden. Maar wij allen nogal genadig vrij gekoomen.
't Water is niet hooger geweest als 19 voeten. Ons koorn heeft
niet veel geleeden en ook geen ongelukken te betreuren. Den 8
Februarij was 't genoegzaam weer verweenen. Nog leesde men in de
Nieuwspapieren het volgende. van een grooten ramp in den
Tielderwaard op den eersten Februarij in 1861 dat de dorpen
Leeuwen, Puiflijk, Wamel, Dreumel, Alphen, Drutten, Afferden,
Deest, Horssen, Apelteern, Altforst, Maasbommel, Batenburg,
Berghaven, Herwen, Leur, Drutten en Gamelen geheel en al in een
alleraakelijks toestand verkeeren.
= vervolg bladzij 171 =
= vervolg van bladzij 119 =
In 't jaar 1632 is 't dorp Halle bij Brummen voor 't groots
gedeelte in de vlamme verteerd. Een vierde van de huizen zijn
blijven staan.
Voor dien tijd was 't dorp Halle grooter als 't dorp Brummen
en ook aanziendelijker. Als in dien tijd brieven worden
verzonden, dan was 't adres Brummen bij Halle. Dat nu is Halle
bij Brummen. Zoowel was in dien tijd ook Arnhem bij Hussen, dat
nu is Hussen bij Arnhem.
Ik heb eens hooren verhaalen van een oude man als dat in
vroeger jaaren heeft geweest Steenee in plaas van Steenderen, bij
Bronkhorst. Dat nu is Bronkhorst bij Steenderen.
In December in jaar 1861 heeft in de stad van Antwerpen een
verschrikkelijken brand gewoeid. In eenige magazijnen van
coloniale waren en van teer en pik en andere brandbaare stoffen.
De vlammen waaren zoo heevig, dat de zelden oversloeg op de
scheepen en stoomboorden dien in de haven voor de stad op anker
geleg waaren. Waarvan eenigen totaal tot op het waater verbrand
waaren, en anderen zwaar beschadig zijn geworden. Daarbij zijn
veele menschen om 't leven gekoomen.
Het stadjen Enschede is brand onstaan in een schoorsteen bij
geringen menschen die zoo heevig toenam dat in zeven uuren tijds
van de 1200 huizen 1000 in as verteerde. De Gereformeer Kerk, de
Katholijke kerk, de Joode Kerk en de Afgescheide Kerk, 't
stadhuis, vier schoolen in een puinhoop verander[..] De stad
bevattende 5000 zielen waarvan 4000 menschen die van alles
ontroof zijn en in grooten armoede gedompeld geworden. Daar
behoorde ook vier groote stoom en zestien andere fabrikken bij.
Daar dagelijks 12 a 13 hondert menschen haar brood verdiende.
[...] de felle aanhoude en drooge wind zij buiten de stad eenige
huizen een stoomververij in de vlammen verteerd. 5 Menschen
hebben bij onheil hun leven verloren.
In 't jaar 1455, dus 407
jaaren geleden, heeft die stad het zelde lot ondergaan.
= vervolg bladzij 190 =
= vervolg van bladzij 169 =
Te Leeuwen tegenover Tiel, is op den 31 Januarij een
doorbraak gevallen. 't Dorp Apeltern is bijna geheel verwoest. Te
Gamelen zijn op een stal verdronken 12 koeijen, 2 ossens, 30
hokkelingen, 5 paarden, 9 varkens, 3 geiten.
Tussen Leeuwen en Puflijk is den 7 Februarij op een ijsschol
drijvenden gevonden een meisjen acht jaaren out. Die schol was
met dak van een huis bedek. Met naam Johanna van Beek. Dat kind
is in dien nacht van den eersten daarop gekoomen. Haare anderen
gezinden van 't zelde huis zijn allen verdronken waaren. Zij was
niet alleen nog levendig maar ook gezond. Zij heeft daarop
drijven zeven dagen en nagten doorgebrag. Een half uur afstand
van den doorbraak staat op den 10 Februarij nog 30 voet water.
Uit een huis is een man vrouw een diensmeid en zeven kinderen
hebben hebben zich op een ijsschol haare leven moeten redden. De
ijsschol brak aan twee waar op 't jongste kind van vier maanden
out zig bevond, dreef van haar af. Daar was geen kans toe om dat
kind daar af te redden. Den derden dag is dat kind gered geworden
door twee schippers dien dat kind aan de moeder nog in leven
zijde in haare schoot weer om bezorgden. In de stad Nijweegen
heeft het water in de lage straaten zoo die gestaan in een
Roomskerk tot op de derde trap van 't altaar. De huizen aan de
Waal zijn meest of al beschadig geworden onze Majesteit den
Koning Willem 3 geeft zich eerst naar den doorbraak in den
Bommelwaard begeven en aan dien ongelukkige menschen ter hand
gesteld een som van 45.000 guld. En toen weer naar den doorbraak
in den Tielerwaard aan die ingelukkigen een som van 40.000
guldens. Op den 19 Februarij op zijn geboortdag een kolekte doen
door het heele rijk heeft opgebragt een aanzienlijke som. Het
heeft in de mielioenen belopen. Prins Fredrik alleen hondert
duizend guldens en andere groot kapitalissen naar rato.
= zie bladzij 173 =
van den landbouw van den 15 Jan tot 15 Februarij 1861 op de voornaamste marken, per mud
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot Kaa [1] Amsterdam ƒ12.49 ƒ7.19 ƒ8.17 ƒ5.32 ƒ4.50 ƒ7.25 ƒ13.00 ƒ12.00 ƒ4.00 ƒ1.04 Arnhem 11.75 7.08 7.30 6.35 4.08 7.97 12.28 11.90 2.78 1.35 s Bosch 12.31 7.44 7.00 6.29 4.10 7.37 11.60 10.59 3.00 1.28 Delft 11.38 7.03 6.49 5.70 4.29 7.50 12.00 12.00 3.00 1.25 Dortrecht 10.15 7.86 8.70 5.80 3.00 6.45 11.50 12.50 3.10 1.10 Gronigen 8.99 5.98 6.84 4.98 3.46 5.52 11.10 10.95 2.91 1.11 Haarlem 9.58 5.99 8.00 5.62 3.68 6.00 12.00 11.50 3.09 1.10 Leeuwarden 9.28 6.94 8.25 5.51 3.69 6.10 11.50 11.00 3.00 1.12 Mildelburg 11.19 7.78 7.50 5.75 4.00 7.12 11.90 11.50 3.10 1.00 Rotterdam 11.26 7.19 7.20 6.11 3.50 6.50 10.08 12.00 4.00 1.11 Utrecht 11.81 7.08 8.11 6.42 4.67 6.70 11.00 11.25 3.75 1.28 Zwolle 11.03 6.48 7.35 5.64 5.00 7.62 11.50 11.00 3.00 1.12 Gemiddeld voor het Rijk ƒ11.01 7.03 7.58 5.79 3.93 6.92 11.31 11.66 3.10 1.11
De middelprijs van koorn van den 15 januari tot den 15 Februarij 1862
Tar Rog Boe Gar Hav Boo Erw Koo Aar Bot Kaa [2] Amsterdam ƒ12.54 ƒ7.98 ƒ8.00 ƒ6.30 ƒ5.60 ƒ9.10 ƒ12.00 ƒ13.00 ƒ4.00 ƒ1.09 Arnhem 11.49 8.28 7.06 6.66 4.20 9.80 11.75 12.00 3.50 1.10 s Bosch 11.26 8.10 7.60 4.30 8.88 3.50 1.00 Delft 11.50 8.74 6.06 3.07 8.22 11.80 12.40 4.00 1.42 Dortrecht 11.02 8.60 5.40 3.40 8.38 11.90 11.11 4.00 1.30 Gronigen 8.60 7.77 6.75 5.35 4.64 8.60 12.44 12.25 3.90 1.00 Haarlem 9.75 8.00 5.59 3.57 7.90 12.50 12.00 4.00 1.00 Leeuwarden 9.40 8.25 7.40 5.65 4.31 7.36 12.50 12.00 3.80 1.00 Mildelburg 11.20 9.06 5.62 7.91 12.30 11.70 3.90 95 Utrecht 11.94 8.25 7.96 5.80 3.25 8.80 11.70 12.60 4.00 1.10 Rotterdam 10.43 8.50 8.13 5.63 3.75 8.15 12.00 12.00 4.00 1.12 Zwolle 11.07 7.70 7.62 5.71 4.00 8.00 12.50 11.70 4.20 1.20 [3]
Noten:
[1] Boven de kolommen staat 90° rechtsom gedraaid: Tarwe, rogge, boekweit, garst, haver, boonen, erwten, koolzaad, aardappels, boter, kaas. De kolom Kaas is leeg. Merk op dat boter niet 'per mud' verkocht zal zijn geworden; de maateenheid is onduidelijk.
[2] Boven de kolommen staat 90° rechtsom gedraaid: Tarwe, rogge, boekw, garst, haver, boon, erwten, koolz, ardapp, boter, kaas. De kolom Kaas is leeg. Voor Den Bosch ontbreken drie prijzen, voor Middelburg twee en voor Delft, Dordrecht en Haarlem een.
[3] Hier eindigt de tabel, althans op de kopie van deze bladzij.
= vervolg van bladzij 171 =
Daarop ontving men de berigten ten gevolgen van den
watersnood in den Bommelwaard en in Maas en Waal in het Rijk van
Nijmegen. De zuiverste opgaven hoeveel menschen en vee gezamelijk
in dien streeken zijn omgekomen, als volgt:
omgekomen 39 menschen, 67 paarden, 337 stuks runtvee van
verschillende leeftijden, 235 varkens en 469 schapen en geiten.
Zijn verdreven 284 huizen en een korenberg en een korenmolen.
Vernield of ingestort 83 huizen, zwaar beschadigd 1711 huizen en
scheuren, minder beschadigd 257 huizen. Voorts na den vloed 4903
personen de gemeenten hunner inwonigen hebben verlaten, waarvan 4437
werden ondersteund. Dat die ondersteuning buiten hunnen
woonplaats nog voortduurde voor 2150 in de naburige steeden
worden gevoed. Nog in die gemeentens 1136 huisgezinnen die zaam
bevatten 8768 personen, 244 paarden en veulens, 1109 runderen van
verschillende leeftijd en 2192 schaapen en geiten. Die in de
nabuurige gemeenten zijn gehuisvetig en ondersteund zijn
geworden.
Vervolgens in de maand van Maart groeizaam weer. In April in tegendeel koud en alle nagten vorst. In 't laaste van de maand geen gras. Ons winterkoorn staat sleg. Voornamelijk rogge. Die moet op de meeste weer omgeploeg worden. De weite op de akkers schraal en dun. Op den 29 en 30 April vreeselijke snee en hagelbuijen.
De schaade van die twee doorbraken in de Bommelwaard op den 4 Januarij en in den Tielerwaard op den 2 Februarij in jaar 1861 zijn te saamen begroot op een somma van ƒ6.000.000 guldens
Volgens 't Algemeen Handelsblad van den 1 April 1861.Aangetekend door mij E. Wijers
= vervolg bladzij 175 =
De stad Amsterdam telden op den 30 December in jaar 1860 inwoonders 267.966 van 't mannelijk geslagte 125.025 van 't vroulijke geslagte 142.941 In dit jaar gebooren manlijk 3.702 van 't vrouwlijk geslagte 3.545 tezaam 7.247 Sterfgevallen in 't zellde jaar tezaam 6.772 Alzo aangegroeid 475 De bevolking zijn als volgt Nederduitsch Hervormden 134.151 Frans of Waals Hervormders 3.165 Engels of Presbijteriaansch Hervorm 247 Anglikaansch Episcopalen 163 Evangelisch Lutherschen 27.886 Hersteld Evangelisch Lutherschen 7.980 Doopsgezinden of Mennonieten 4.098 Remonstranten 1.110 Moravische Broeders 2 Christelijk Afgescheidenen 755 Roomsch Catholijken 59.342 Out-Roomsch of Bisschoplijken 348 Grikken 21 Nederlans Israëliten 26.879 Potugeesch Israëliten 3.208 Tot geen die geen geloof hebben 167 Totaal 279.522[1]
In zelde jaar zij huwelijken gesloten 2.139 paaren.
Egtscheiding 31 paar, van tavel en bed 7 paar.
Daar zijn dienstdoende leeraren in Amsterdam voor de Hervormde Gemeenten, tien kerken, leeraars 27. Waals kerkerken twee [2/] leeraars. 6 Luth. kerken een vier leraars. Remonstr. kerk leraar een. Doopsgez. een kerk twee leeraars. Christen afgescheidenen 2 kerken een leeraar. Roomsch Katholijken 18 kerken 44 leeraaren. Bisschoppelijken 2 en twee leeraar. Israel of Jooden kerken 8, twee leerraars. Port. Israel kerken 4 en 3 leerraars.[2]
De [...] of de Schutterij in Amsterdam bedraag zig te zaamen 8.261 man.[3]
Volgens 't Algemeen Handelsblad van den 22 Meij 1861.
Aangetekend door mij E. Wijers, Heeckerenskolk
Noten:
[1] Telt op tot 269.522; niet duidelijk is waar de 10.000 ontbreken.
[2] “De bestaande kerkgemeenten, dienstdoende leeraren of geestelijken zijn de volgende: Nederd. Herv. gem. 10 kerk., 27 leeraren; Waalsche 2 kerk., 4 leerar.; Engelsche Geref. 1 kerk, 2 leerar.; Evang. Luthersche 2 kerk., 6 leerar.; Herst. Evang. Luth. 1 kerk, 4 leerar.; Remonstr. Geref, 1 kerk, 2 leerar.; Vereenigde Doopsgez. 1 kerk, 2 leerar.; Christ. Afgescheidene 2 kerk., 1 leerar.; Roomsch Katholijke 18 kerk., 44 leerar.; Bisschoppelijke Klerezy 2 kerk., 2 leerar.; Nederl. Israel. 8 kerk., 2 leerar.; Nederl. Port. Israel. 4 kerk., 3 leerar.” (Algemeen Handelsblad no.9178 van 22.05.1861, Dag)
[3] “De geheele sterkte der Schutterij bedraagt: actief 4.799 man, reserve 3.462, te zamen 8.261 man.” (Algemeen Handelsblad no.9178 van 22.05.1861, Dag)
= vervolg bladzij 173=
In de maand Meij geen gras in ons weiland. In begin van Junij
veele regen en groeizaam weer. Den 7 en 8 der maand veel donder
en onweeder. In den nacht van 16 wast het verschriklijk [...] van
den vorigen. Sloeg den bliksem in de koornmoolen te Hengelo, van
E. Vleeming, maar geen brand veroorzaakte. Des nagt zag men op
drie plaassen brand. En veel regen met hagel. In 't laaste van de
maand Junij veel gras.
In dien zelden tijd heeft het in de streeken van Aanhold en
Koesveld in Pruissen zoo verbaazend geregend, ja zels een stot
scho[...] of een wolkbreuk, dat de rievieren de Berkel, Ouden
IJssel alle de waterleidens buiten haare oevers zijn getreeden.
De dorpen in de Graafschap zoo als Hengelo, Ruurlo, Grol,
Wenterswijk, Ligtevoorde, Aalten, Breevoort en meer anderen zijn
allen onder water. De brugen en deukens zijn daar uit gedreeven
de weegen waaren onbruikbaar geworden op zommige paassen staat 't
koorn de rog tot aan de aaren in 't water. De boekweite is
verdronken, de aardappels zijn uit de grond gedreeven, 't vee
moest daar naar de stallen. Bij ons op den IJssel was 't water
niet hooger als 8 a 9 voeten.
Men hoorde dat in de Graafschap van Zutphen indien zeldens
gemeentens 't water nog hoger was op den 8 Julij als in midden
van Junij. Door die aanhoudende regen hare wei en hooilanden als
een zee onder water staat.
Het hooigras worde bij ons verbazend duur verkocht voor 140
tot 150 a 160 guldens voor een bunder betaald om redenen dat die
hoogere gemeentens allen verdronken zijn en haar hooigras bij ons
moeten koopen.
In deze zomer bestond een sterfte onder de verkens bij veele
boeren die alle haare dood hebben hier niet alleen maar ook in
ander gemeentens in en bij de stad van Deventer is 't vrij erg
een derde van de verkens is bij ons maar in 't leven
gebleven.
= vervolg bladzij 176 =
In deze zoomer een aanhoudende warmer zoomer tot in midden
van de maand October. En veel gras in ons weilanden. In dit
naarjaar geen knolgroen verboud, geen peeren, geen appelen, geen
druiven. De aardappels zijn verbazend sleg en klein en leverd nog geen mud uit 't spind. 't Vette vee is duur. Daar worde voor een Nederl ll betaald 60 tot 70 cent, voor goed rundvlees. Voor een
jonge os van anderhalf jaar out betaald men 95 tot 110 guldens,
voor een derdehalfjaarige os 150 tot 180 guldens, voor een
vierdehalfjaarige of een schaaros konde men kopen 250 tot 270
guldens. De dragende koejen zijn nog duurder, daar is bijna geen
prijs meer van.
De prijs van de paarden. Voor een veulen betaald men 90 tot
130 guld voor een anderhalf jaar paart 160 tot 200 guld voor een
driejaarige 300 a 350 guldens de oude knollen zijn naar rato nog
veel duuder.
Wij hebben na den 25 September geen regen gehat. Niet eerder
weer als op den 4 November. Ons koorn dat in dien tijd gezaaid
is, staat goed. 't Water in de roevieren bijzonder laag. De
scheepvaart is gestrempt. Te Keulen teekend 3½ voet.
Vervolgens op den 11 en den 15 November heevige storm. Men lees
in 't Handelsblad dat in dien storm op zee veel scheepen zijn
vergaan en veel menschen verongeluk zijn. Bijna in dien storm zoo
als ik op bladzij 141 heb aangetekend.
Vervolgens een was in 't water. De voorwinter niet heel streng en
weinig vorst. Den 26 December veel drijfijs in de rievieren, dat
bovenaan de Rijn gevrooren was met een weinig was in 't
water.
In begin van Januarij voor weinig dagen een fellen vorst.
Daar passeerde veele ijs in de rievieren. Vervolgens nat en
slordrig weer. Den 3 Februarij een was in 't water. Ten hoogte
dat de meeste bouwlanden overstroomd zijn geworden. Den 6
Februarij over den Emmerdijk. De bouwlanden veranderen in een
zee.
= vervolg b'zij 182 =
= vervolg bladzij van 149 =
Men leesde in 't Maandblad van den landbouw dat te Rochdale in Engeland 24 stuks Durham vee publiek verkocht die gemiddeld ƒ479= het stuks opgebragt. Voor een vierjarige stier werd ƒ1260 guldens betaald, voor een anderhalf jarigen os ƒ1008 guld. De gezamenlijke opbrengst bedroeg zich ƒ11063 guldens.
Men leesde in 't Handelsblad als dat in den nacht van 10 op den 11 December in de nabijheid der stad Londen 575 huizen te glijk in den brand staan. Waar onder eenige kerken en voornaam huizien bij zijn.
Op den 17 Februarij 1862 leesde men in 't Handelsblad: in de stad Londen waaren 2.600.896 zielen alleen in Engeland 20.061.725 menschen in Schokland 3.061.329 in Ierland 5.762.543 gezamelijk in heele rijk 28.885.597 zielen.
Geboorten in een jaar 96.389, waarvan 49.076 van 't mannelijke en 47.313 van 't vrouwelijke geslachte en 65.601 sterfgevallen, waarvan 33.014 van 't mannelijk en 31.487 van 't vrouwelijke geslachte.
Nog leesde men van rijkdom in Engeland van een lod[1] die 96 duizend bunders eigendommen aan grond bezit, die jaarlijks een opbrengts heeft van ƒ4.370.000, dagelijks 12 duizend guldens heeft te verteeren. Nog een die veertig uuren gaans over zij eigendom kan rijden, dat bestaat in 20 gemeentens, in 28 kerkdorpen die hem in eigendom toehooren.
Men lees ook dat in 't zelde land in veertien jaaren tijds 40.880 menschen die in de vlamme of door vuur of in 't kookend water verbrand zijn, alzo per dag acht die op zulke wijze het leven verloren hebben.
Nog leesde men uit Londen in 't jaar 1377 de bevolking was maar 35.000. In jaar 1746 bedroeg 751.812. In 1801 bedroeg 864.845 en 121.229 huizen en in 1863 bedroeg 2.803.000 zielen en 360.236 huizen. De dames die crinolines[2] in hun rokken dragen in de kerke voor zitplaassen betalen 54 gulden en nu zijn verhoog op 81 guldens.
= vervolg zie bladzij 196=
Noten:
[1] w.s. Lord
[2] crinoline = hoepelrok [Van Dale]
In het jaar 1844 is tussen Amsterdam en Rotterdam de spoorweg
geoopend. In 1846 tussen Amsterdam en Arnhem. In 1852 tussen
Arnhem en Emmerik en vervolgens heel door 't Konigrijk Pruissen.
In 1864 den 22 October is door Z.M. den Konig Willem 3 den
eersten steen geleg te Zutphen aan de spoorwegbrug. In 'r zeld
jaar zijn de gronden onteigen voor de spoorweg tussen Arnhem en
Zutphen. De kommissie betaalde voor een bunder grond 3 a
4½ duizend guldens.
Dezen steen draagt in vergulde letters het volgende
opschrift: Koning Willem de Derde heeft van deze brug den eersten
steen gegelgd en waarmede den aanleg der Staatsspoorwegen door
zijn Rijk ingewijd den 22 October 1861.
In vroegere jaaren is voor de stad van Zutphen geen brug over
den IJssel geweest. Zij moesten zich behelpen met een pont
daarbij een lijn of reep over hun IJssel gespannen om daar aan
over te vaaren. Op den 11 Julij in jaar 1485 hebben de
ingezeetenen der stad zoo veel geld bij elkander zien te krijgen
om een brug voor de stad te doen maken en 't volgende jaar de
stadsweide Helbergen voor vier jaaren moeten afstaan om zoo veel
gelden te krijgen om die kosten te betaalen. Die brug was heel op
paalen geboud die kosten de stad 4.400 guldens. Toen de brug
geboud wierd moest het huis van den veerman Arend Scherrenbeek
worde weg gebrooken. Hij verloor daardoor zijn betrekking las
veermen dog de stad gaf hem tot schaadevergoeding een som van 215
gulden. Toen wierd die brug verpacht die jaarlijks opbrag een
som van 845 tot 900 guldens. De volgende jaar is die brug door
hoogwater en zwaar ijs geheel gaan drijven. Vervolgens weer
herboud. In 1500 door 't inneemen der Spanjaarden wierd de in
brand gestooken en de stad ingenomen.
= zie bladzij 192 =
Inkomen van den Konig ƒ 600.000 Inkomen van den Prins van Oranjen 100.000 Inkomen van de Konegin Wedu 150.000 Onderhoud der Koniglijke Palijzen 50.000 Inkomens Staten Generaal 239.810 Inkomen de Raad der Staten 80.695 Inkomen Algemeen Rekenkamer 112.580 Inkomen de Kanselarij der beide orden 60.100 Inkomen van Kabinet des Konigs 31.200 Pensioenen en wachtgelden 22.390 Onvoorziene uitgaven 20.000 Kosten van 't Departement 63.200 Kosten van buitelans consuten 385.300 Verschillende uitgaven 22.700 Pensioenen 53.000 Onvoorkosten van 't Departement 88.700 Kosten der regterlijke macht 1.128.950 Kosten voor militair geregshof 58.200 Geregtskosten van de Raad 209.500 Rijskosten voor de leeden van de Eerste Kamer 23.000 Rijskosten voor de Tweede Kamer 144.000 Kosten voor de Griffiers der beide Kamer 25.000 Voor locaalbehoeften der beide Kamers 14.000 Aankoop van boeken en drukwerken enz 31.200 aan tratementen van voorzitters en andere leden 80.600 aan tratementen aan amtenaren en verdere leden 110.600 Kosten van de Rijkspolitie van jagt en visserij 2.993.527 Kosten voor Hervormde Eerendienst 1.770.244 Kosten voor Roomsch Eerendienst 666.634
In Amsterdam zij in jaar 1861 geboren 8902 kinderen overleden 6497 dus meer 2405 zielen, gehud 2089 paar echtscheiding 26 paar
In den jaare 1320 woonde een man in deze stad die genaamd was
Borno. Vermaakte zijn huis en hof aan eenige oude burgers dien in
deeze stad woonden ten getalle van drie en veertig bpersoonen.
Daar worden in dien tijd over gesteld vier heeren als opzienders
of provisoren genaamd en een rentmester. In dien tijd droeg dat
gestigt den naam van Bornohof om als het van een man die Borno
heete en zijn hof daaraan vermaakt had. In den jaare 1674 is dat
gestig zoo vermeerdert in opkomsten en rijkdom. Toen worden het
gebragt op 104 zoogenaamde oude burgers. In jaar 1811 op 128. En
nu is gebragt op 142 man.
Zie bladzij 135 heb
ik ook iets van 't Bornhof aangeteekend.
De volks in onse provincie is op den 1 Januarij 1862 de heele provincie teld in geheel 403.640 zielen van 't manlijk geslagte teld 203.119 van 't vrouwelijk geslagte teld 200.521 In de steeden Arnhem 24.813 Bommel teld 3.686 Borkulo teld 4.045 Cuilenborg teld 5.440 Doesbeurg teld 3.975 Doeticeum teld 2.207 Elburg teld 2.484 Groenlo teld 2.531 Harderwijk teld 6.586 Hattum teld 2.670 Lochem teld 2.251 Nijkerk teld 7.428 Nijmegen teld 21.493 Tiel teld 6.991 Wageningen teld 5.326 Zevenaar teld 3.673 Zutphen teld 13.728 tezaam in de steeden 89.336 zielen[1] en op 't platteland 314.304 inwoonders
Noten:
[1] Dit sommeert tot 119.327; niet duidelijk is waar de fout zit;
de tellingen man/vrouw en stad/platteland kloppen
wel.
De stad Brussel teld op 't ogenblik 282.000 inwoonders die in 't jaar van 1830 maar had 60.000 zielen.
De binnenstad teld maar 199.500 de voorstad Anderlicht teld 9.000 de voorstad Etterbeek teld 3.500 de voorstad Ixelles teld 22.000 de voorstad Laken teld 6.000 de voorstad Scharbeek teld 14.000 de voorstad Molenbeek teld 21.000 de voorstad St. Gillis teld 7.000 dus die hoofstad teld in geheel 282.000 zielen
In 't jaar van 1861 is die stad vermeerdert met 8.900 menschen.
Volgens 't Handelsblad van den 22 Januarij 1862.[1]
In den jaare 1864 die stad heeft 56.921 zielen. In 't jaar zijn geboren 2051 kinderen, in 't zelde jaar overleden 1352 personen, dus in een jaar vermeerdert 699 menschen. In 't jaar gehud 433 paar, egtscheiding twee paar.Ingevoerd in een jaar in die stad 122.273 mud aardappels, 130.345 Nederll boter, 10.738 mudde rog, 18.114 mud haver, 37.251 mudde weite, 20.620 mudde boekweite, 6.310 mudde peeren, 3.765 paarden, 5.188 stuks vee geslag, 10.633 kalver geslacht, 3.574 schapen geslacht, 1.250 vette lammeren geslagt, 11.913 vette varkens geslagt. 275.000 Nedll hooi gebruik.
Volgens 't Handelsblad van 20 April 1864.
Noten:
[1] “De bevolking dezer hoofdstad [Brussel] is thans 180.000 zielen (..) De voorsteden hebben eene bevolking van 102.5000 zielen aldus verdeeld: Anderlecht 9000; Etterbeek 3500; Ixelles 22.000; Laeken 6000; Molenbeek St. Jean 21.000; St. Gilles 7000; St. Josse ten noode 20.000'Schaerbeek 14.000, zoodat Brussel met zijne voorstellen eene totale bevolking heeft van 282.500 zielen. In het afgeloopen jaar was de vermeerdering voor de stad alleen 5600, voor de voorsteden 330, zoodat de totale bevolking in dit jaar is vermeerderd met 8900 zielen.” (Algemeen Handelsblad no.9387 van 22.01.1862, Dag)
= vervolg van bladzij 176 =
Den 7 Februarij stroomde 't water over den Eurendijk heen. De
hoogte van 't water den 3 Februarij tekent te Keulen 26 voet 3
duim, den 4 Februarij te Keulen 26 voet 8½ duim, den 5
Februarij te Keulen 28 voet 9 duim, te Arnhem 5 el 4 palm 4 duim,
den 6 Februarij te Keulen 25 voet 6 duim, den 7 dito te Keulen 23
voet 5 duim, den 8 dito te Keulen 20 voet 6 duim.
Men leesde in 't Handelsblad dat in dien daagen 't water
boven aan den Rijn een aanmerlijke hoogte gestegen heeft. Veele
steeden en landerijen onder water heeft gestaan. Veele steeden
die zoo diep onder hebben gestaan daar men met schuiten door de
straaten heeft moeten vaaren.
Te Zutphen was de hoogte van achtien voeten. Mijn bouwland op
den Heeckerskolk is voor tweederde bevrijd gebleven.
Bij het overlopen van den Emmerdijk op den 6 Februarij is er
van belang een doorbraak gevallen in den dijk op 't bouwland de
Vaam, toebehoorde aan Hendrik Breukink Bz.
Vervolgens een schoone winter. Ons winterkoorn staat goed,
heeft van 't water niets geleden, maar wel op veele plaassen den
vorigen herfst van de slekken die hebben veel vernield. In de
laaste dagen van April veel gras in ons weilanden. Ons vee voor
Meij allen in 't weiland. Den 25 en 26 April fellen warmte. Den
30 Meij is door een onweerbeui in een bouwhoeve onder Brummen 't
Kraainenest toebehoorde aan Gerhat Breukink door een bliksem
getroffen waarvan tien persoonen nedergeslaagen, vijf daar erstig
gewond geworden en den andere vijf zijn met de schrik vrij
gekomen en geen brand veroorzaakte.
In de maand van Junij veel koud nat en slordrig weer en
weinig hooi verboud en op veele plaatsen geen gras in 't weiland.
De verpachtig van de naweidens waren hoog. Daar worde naweidens
verpacht voor 30 tot 35 guldens de bunder, ja een stuk weiland
groot 6 bunders dat
= zie bladzij 183 =
dat vroeger in pacht heeft opgebracht hondert guldens
jaarlijks, is [...] Junij de naweide van verpacht geworden 175
geldens. Nog een stuk weiland dat de vorige jaaren verpacht is
geweest voor 180 guldens, is in dit jaar door de eigenaar gehooid
is geworden heeft 't hooigras opgebracht 900 guldens en de
naweide voor 180 gulden. Dat groot is zes bunders, dus den
opbrengts van die 6 bunders was 1080 guldens, dus de bunder 180
guldens.
Vervolgens een vroegen oost. Ons winterkoorn oosten men in in
begin van Augustus. En 't zoomerkoorn in 't laaste van die maand.
Den 5 September een fellen regenen. 't Vee is duur, de ossens die
27 a 28 maanden out zijne worden worden verkocht voor ƒ140
tot 180 guldens. De dragtige keijen zijn ook verbazend duur. De
jonge paarden ook duur.
De middelprijs van 't koorn in de maand Augustus in 1862 in
ons voornaamste plaassen zijn weite ƒ11.20, de rog
ƒ7.77, de boekw ƒ7.24, de garste ƒ5.56, de haver
ƒ3.99, de boon ƒ7.53, de erwten ƒ11.02, koolzaad
ƒ13.86, aardappels ƒ1.53 per mud. Boter 1.06 't
Nederlands ll.
Vervolgens een vruchtbare zoomer. Veele appels en aardappels
verboud geworden. Die waaren goedkoop. Een gulden vijfentwintig
cent per mud. In de laaste dagen van October veel regen en storm.
De meeste avonden onweer. Men hoorde veel van ongelukken van 't
inslaan van 't onweer en dan brand veroorzaakte. Te Winschooten
in Vriesland[1] zijn in een nacht meer
dan 5000 glasruiten [...] gehaagelt.
Men leesde in 't Handelsblad uit Londen van een vreeslijk
storm op den 19 October, die veele schaade heeft aangericht op de
Noordzee. Door het vergaan en verbrijsselen van scheepen veele
menschen hun leven daarbij verloren hebben. In Groningen heeft 't
zeewater in de stad gestaan. In den morgen van den 8 December
woeide een geduchte donderbeui, maar geen ongelukken.
Noten:
[1] Winschoten ligt in Groningen (ook in 1862).
Men liesde in 't Handelsblad van den 22 December van een freelijken storm den den 20 en 21 dezer gewoeid heeft, als in Amsterdam 't zeewater in de stad heeft gestaan en de laagen gedeelte van dien stad veel geleden heeft. Rotterdam zijn ook veele pakkelder onder 't zeewater gelopen. Door den heevigen uit 't noordwesten de stadsvestige veel geleden. Hoorn heeft 't laage gedeelte der stad onder water getsaan. 't Groote gevangenhuis de gevangen moeten ontruimen. Vervolgens 't geheele Noordholland heeft in die twee dagen in anst moeten verkeeren. Ook Groonigerland heeft [...] zelden staat verkeert. Op alle plaassen die aan de zee onder heevig waaren. Bij Elburg is een dijkbreuk gevallen. 't Dorp Nunspeet staat heel onder 't zeewater. 't Kampereiland staat onder water. De eilanden in Noordholde als Tessel en meer andere polders zijn overtsroomd geweest. In Engeland hebben de zeekusten veel geleden. 't Haarlemmermeerpolder heeft gestaan om te bezwijken. De inwoonders hebben de vlugt moeten nemen.
Op den 19.20.21 Januarij in die drie dagen heeft op de meeste plaassen in ons rijk 't zelde verschijnsel plaatst gehat van een heevigen storm zoo als ik hierboven heb aangetekend. En op veele plaassen aan zee schaade aangericht en groote overstrooming gehat. Den 5 Februarij in den vroegen morgen een gedugte storm et hagel en donder vergezeld op eenige plaassen veel schade aangerigt. Als Noortholland 't wort gemeld uit Munnekendam in die stad zag men in dien morgen op drie plaassen brand. Een koornmole in de volle vlam staan, daar een jongeling van 21 jaaren is ongekoomen. Op een dorp is de kerk in brand geslagen en geheel door 't vuur verteerd. In nabijheid van die plaast zij twee boederijen van den donder getroffen en totaal afgebrand. Uit Groningen wodt gemeld op verscheidene plaassen 't onweerder in verscheidene moolen zijn getroffen, maar geen brand veroorzaakte. Delsten is een
= vervolg van bladzij 134 =
boerderij op den 5 Februarij in den zelden morgen getroffen
en totaal afgebrand.
Vervolgens een zagten winter en geen vorst en geen
sneeuw.
Den 15 en den 16 April bloedig warm. Des snademiddie een
donderbui op veele plaassen en zwaar onweer.
Den 14 October is een steedjen in Pruissen. Ahaus genaamd,
door een fellen brand vernield. Van de 360 huizen dien in die
stad bevond, zijner 330 afgebrand. Maar 30 blijven staan. Drie
duizend inwoonders zijn de meesten in grooten armoede gedompeld
geworden. Twee kerken met haare tooren, drie schoolen zij alle
door 't vuur verteerd geworden.
Den 30 October een geduchte storm, voornamelijk den voorigen
dag op de Noordzee op de Ensche kusen zijn veel schepen in nood
geweest en vergaan. Die drie [...] heeft men bij ons veel onweer
aan de lucht gezien. Vervolgens veel regen.
Men leesde in de Zutphensche Courant van den 12 Augustus 1863
een poldergast, een man van 83 jaaren, dagelijks zijn werk
verrigte, gelijk een jong mensche zij geld verdiende. Zijn vader
was out 126 en zijn moeder 121 jaaren out en zijn groot 128
jaaren, zijn grootmoeder 121 jaare. Hij hat nog een broeder die
nu nog leefte van 103 jaare, die nog dagelijks geld verdiende.
Op den 17 November 1863 was den denkwaardisten gedenkdag in
ons heele Nederland. Dien dag worde van rijk en arm, oud en jong,
groot en klein, in al de steeden en dorpen, een groot feest
gevierd zijde de vijftigse jaar van de herstelling van ons
Nederland op den 17 November in jaar van 1813, zoo als ik op
bladzij 49 en 50 heb
aangeteekend. In den vroegen morgen van dien dag hoorde men in de
naburige steeden 't bulderd van 't geschut, 't luiden en 't
speelen van de klokke tot aankondigen van een vreugen dag.
In den voordemigdig vereenig zich voor 't gemeentehuis een
aantal ingezeeten uit deze gemeenten gezeeten op de paarden onder
't luiden der klok, 't slaande der trommen en onder 't uitsteeken
der vlagen van de toorens en de meeste gebouwen.
Bij de aankomst van die rijders deed onze heer beurgemeester, E.G. Planten, een
deftige aanspraak tot haar ter besluite was leve Nederland Oran
Booven. Des savons was ons geheele dorp ge[...]neerd en de vreude
wierd geslooten met een prachtig vuurwerk.
In den avond van dien dag men leesde in 't Handelsblad van
den 28 Novemb dat in Londen van een man en vrouw die zaam gehud
waaren, de man is out 111 en de vrouw 107 jaaren. Zij waaren zaam
gehuwud in 1790 op den 28 November alzo vieren zij den 73
trouwdag.
Op den 4 en 6 December 1863 woeide een heevigen storm. Men
hoorde van veele ongelukken op zee door 't omslaan en vergaan van
scheepen en van doorbraken van de zeedijken. 't Kampereiland is
onder water. Bij Elburg is een doorbraak gevallen in den zeedijk
en veele gemeentens onder water gezet.
Men leesde in de Arnhemsche Courant van den 11 Januarij 1864
't volgende. In 't zuiden van Frankrijk meer sneeuw valt als in
1820 in Parijs worde siberis koude [...] om als bij oude menschen
niet herinderen zulke koude hebben bijgewoond. In Spannien in
Madrit zijn alle de rievieren dig gevroren. Sedert 1830 hebben de
menschen daar zoo strengen winter niet beleeft als in 1864 in
Januarij de strensten winters in die landen zijn geweest in 358
en in 1358 en in 1408 en in 1413. Bevrooren de wijn in de vaaten.
In Januarij vrooren de rievieren bij ons dig den 26 der maand
weer dooiweer en geen sneeuw de rievieren dooi weer los.
= vervolg bladzij 188 =
Een fabrik waar de spoorstaven worden vervaardigd ligt in
de nabijheid van Merthijr Tijdvil in Engeland.[1]
Op dat fabrik
werken dagelijks 8.000 mannen, vrouwen en kinderen, 600 paarden
en 14 locomotieven. Behalven 1.000 spoorwagens tot het vervoer van
materieel, 3.000 ijzeren wagens voor paardenspoor die behalve voor
het vervoer van steenkolen ook tot het vervoer van asch en
ijzerslakken worden gebezigd. Dit personeel is in twee
afdeelingen gescheiden, waarvan de eene helft bij dag, de andere
bij nacht werkzaam is. Het geheele spoorweg met het fabrik
bedraagt zes uuren gaans. De steenkolenmijnen der fabrik leveren
wekelijks 10.000 ton kolen, waarvan er 7.000 in de fabriken
verbruikt en 3.000 in den handel gebragt worden. Eenige honderden
schoorsteenen. En 18 hoogovens branden dag en nacht vlammen. Het
aantal stoomwerktuigen dat in dat fabrik dag en nacht werk is
ontelbaar.
Volgens Zutphens Courant zaterdag den 12 Julij 1862.
Men leesde in de Zutphen Courant van woensdag den 1 October 1862 In NoordBraband nog woeste of onbeboud gronden waaren 't zij heid of veld gronden 150.000 bunders In Drente nog 100.000 bunders In Gelderland nog 130.000 bunders In Overijsel nog 130.000 bunders In Limbeurg nog 90.000 bunders Dus in ons geheele rijk nog 600.000 bunders
Noten:
[1] w.s. Merthyr Tydfil in Wales, zie Wikipedia.
van vierenwtintig voornaamste markplaatsen in ons
Nederland van den 15 December 1862 tot 13 Januarij 1863.
De tarwe ƒ10.54, de rogge ƒ6.93, de garste
ƒ4.76, de haver ƒ3.33, de boekweite ƒ5.60,
kanabizaad ƒ8.60, paarden en duiveboon ƒ6.61, bruine en
witte boon ƒ8.40, erwten ƒ7.90, aardappels ƒ1.72,
koolzaad ƒ16.21 't mudde. Raapkoeken per 100 stuks
ƒ9.18, lijnkoeken ƒ12.71, eijeren ƒ3.18 't
Nederland pond, boter ƒ103 vijftig cent N ll, kaas
ƒ25.79. 't Mudde appels ƒ2.00, peeren ƒ7 a 8 gud.
't Runtvlees 't N ll 70 a 80 cent, 't verkensvlees 40 a 45 cent
Neders ll. De drachtige en neurende koejen van ƒ140 tot
ƒ180 guldens, de drachtige maalens(?) van ƒ90 tot 115
guld. Beneden te twee jaaren out. De paarden ook duur. Maar
weinig handel. De jonge paarden beneden de twee jaaren van
ƒ200 tot ƒ250, paarden van drie jaaren out ƒ300
tot 350 guldens. En een span voor een heer 1000 tot 12 a 1300
guldens.
In de maand Februarij 1864 zijn een aantal paarden in Den Haag
aanbesteed te leeveren voor de dragonders voor Zutphen 445
guldens voor Den Haag 598 guldens 't stuk. In de overige steeden
van ons Rijk voor 't zelfde korps dezelfde prijs.
Van deze winter heeft veele winterproduken van de felle vorst
veel geleden als de wintergarst, raapzaad, koolzaad, de klaver op
de meeste plaassen dood gevrooren. In de maand April des nachts
felle vorst en in maand April een regen tot op den 2 Meij 64. Een
lieven milden regen binnen weinig dagen veel gras in ons
weilanden de voerizie bij boeren was op. 't Hooigras was
duur.
Den 30 Junij 1864 is de eerste stoomwagen te Brummen zich
vertoond en de volgende dagen zich druk bezich gehouden tot
aanvoer van matriaalen uit Arnhem om de baan tot Zutphen in order
te brengen.
Vervolgens koud en nat slordrig weer. Een slegten hooibouw 't
zelde is sleg geluk en verbazig duur. 't Hooi kost 30 gulden, 't
stroo 20 guld 't halve Ned ll [...]
Geboorten in
in jaar 1859 115.565, in jaar 1860 105.248, in jaar 1861 117.746
Huwelijken in
in jaar 1859 27.021, in 1860 27.108, in jaar 1861 27.172
Sterfgevallen
in jaar 1859 102.527, in jaar 1860 82.407, in jaar 1861 83.919
Men leesde in Handelsblad van den 8 Meij 1862 van goude bruilof te Meppelde daar de oude bruid out was 95 jaaren en zes broeders van haar op de bruilof waaren, een van 92, een van 89, een van 85, een van 82, een van 80 en een van 79 jaaren en alle naar hun jaaren zeer wel gezond.
In Oosterrijk Weenen den 1 Januarij 1864
van de 86.960 jonge militairen dien in dien
tijd worde in den dienst gesteld zijn
2660 schoenmakers
1520 kleermakers
269 zadelmakers
1895 timmerlieden
395 bakkers
824 molenaars
300 slootenmakers
410 wagenmakers
1430 smeeden
23.331 rekruiten.
Men leesde in 't Handelsblad van 8 Maart 1864 van een perceel grond bij Den Haag dat groot was 85 roeden in 't plublik verkocht is geworden in 38 perceelen voor ƒ48.000 guldens om daar huizen op te timmeren, dus ieder roe kosten ƒ565 guld 88 cent.[1]
Noten:
[1] 48.000 ÷ 85 = 564,71; 565,88 × 85 = 48.100.
in den nacht van den 17 op 18 Meij 1864 in 't dorp Hengelo in Gelderland. Brand ontstaan binnen een uur tijds acht huizen en twee schuuren in de vlamme verteerd. In een huis zijn drie drie beesten en elf varkens in verbrand en al de meubelen.
Volgens 't Handelsblad van 31 December 1864 waaren de branden in 't heele rijk van 't jaar als volg
in NoordHolland 214 veenbrand 1 van onweer 3 Gelderland 15 veenbrand - van onweer 4 ZuitHolland 54 veenbrand - van onweer 3 NoortBraband 115 veenbrand - van onweer 5 Zeeland 6 veenbrand - van onweer - Utrecht 15 veenbrand - onweer 1 Friesland 17 veenbrand - onweer - Overijssel 30 veenbrand - onweer - Groonigen 38 veenbrand - onweer - Drente 17 veenbrand - onweer - Limburg 85 veenbrand - onweer 1 zaam 606 brand in jaar 64 van onweer 17
Bij al dien branden zijn 4 menschen omgekomen.
In die hoofstad van Pruissen zijn in een jaar geboren 11.883 van 't manlijke en van 't vrouwelijke 11.416 kinderen gezamenlijk geboren 23.299 waarvan 2030 kinderen onegt zijn. Gehud in een jaar 6562 paren. De bevolking is op den 12 Januarij 1864 was 552.620 zielen en overleden 9399.
= zie bladzij 92 en bladzij 164 =
In 't Handelsblad van den 14 Julij uit Parijs 't volgende. Op
den 14 Julij in die stad waaren 1.696.441 inwoonders. In een jaar
gehud 15.016 paaren. In 't jaar 1849 telde die stad maar
1.035.300 zielen, alzo die stad vermeerdert met 661.141 zielen in
de tijd van vijftien jaaren.
In 't jaar 1862 zijn te Parijs geb. 52.312 kinderen, namelijk
26.503 jongens en 25.507 meisjes[1],
waarvan 14.391 onegte kinderen zijn.
Men leesde in de Zutphen Courant van den 20 Julij 1864 van
een man en vrouw die haare 22 kind hat aangegeven. De man was 41
en de vrouw 39 jaaren out.
Noten:
[1] De uitsplitsing telt niet goed op.
= vervolg van bladzij 178 =
In dertiende eeuw was die stad voor 't groot gedeelte de
huizen met stroo of riet gedekt in plaas van pannen. De meeste
huizen waaren van voorn met stikke planken gevels met vuiligheid
waaren de straten voorzien de verkens liepen in een meenigte door
de straten. De mestvaalten waaren met menig te aan de voordeuren
pompen waaren niet bekend. Niet ander dan putten. Een menigte van
straaten waaren niet met keijen of stenen gevloert, maar zoo wat
zand.
Nog iets wat oude uit Zutphen. Op dinsdag den 1 Februarij
1592 kwam berigt uit Deventer. Een bode te Zutphen aan met het
berigt dat de prins van Oranje de stad Zutphen met een bezoek zou
vereeren. Aan deze bode moets den beurgemeesten 15 stuivers
betalen. Bij den aankomts van den Prins Maurits wierd op de
wallen der stad eenige geschut gelost. Hij nam intrek ten huize
van den heer [...] van Dorth, dijstijs goeverneur der stad. Daar
wierd de prins en al de heeren van de raad der stad des smiddaag
der maaltijd onthaald op vlees, spek, boter, kaas, wijt en grof
borrd, bier, appelen, kerssen, kruid, suiker en hoendereijeren en
eenig wijn. De heele kosten van die maaltijd bedroeg zich
ƒ139.55 centen. Weinig jaaren later op woensdag den 10
April 1605 kwam de prins Fredrik Henderik hier geloceert bij den
Ritmeester Schmelznighs(?). Daar hij eenige dagen zijn verlijft
hield.
Op den 5 Februarij 1865 is de spoorweg tussen Arnhem en
Zutphen in geweid die twee steeden aan elkkander verbonden. Den
volgen dag is die spoorweg voor 't plublik geopend smorgens ten
zeeven uuren zeven minuten.
= vervolg van bladzij 188 =
In deze zoomer geen gras in ons weilanden. 't Vee moest hier
en op veele plaassen in 't wijlanden honger lijden door
aanhouwende koude droogte. 't Vee dat vet was wordt duur
verkocht. Voornamelijk de jonge ossens die worden voor en in
maand Augustus alleen verkocht. Daar zijn vierentwin boeren
onder deze gemeente van Steenderen die gezamelijk 234 ossen
hebben verkocht en meest hebben afgeleverd. Voor den 1 September
voor een somma van 34.940 guldens, dus 't stuk 149½
gulden.
Die den ouderdom hebben berijk van
ieders van negenentwintig maanden.
In 't begin van de maand September veele regen en aanhoudend
warmte, dus binnen korten tijd veel mals en jong gras in ons
weilan. In 't laaste van September tot half van maand October
weer schraa en koud weer en alle nagten hat gevrooren.
Men leesde
in 't Handelsblad op veele plaassen in andere landen weel sneuw
was gevallen. Ons jong en mals gras was weer in een korten tijd
verdweenen. 't Nieuw weer bijna alle nagten vorst. Harde die
ossen dat ik zoo even gemeld heb den heelen zoomer de volheid van
gras gehad, harden deelven wel 20 a 25 gulden meer kunnen gelden
't stuk. Des herfst op de marke te Zutphen vond men geen enkel
dik vet beest meer te koop, die waaren alle uit 't weiland
verkocht geworden. Vervolgens in 't laaste van October en in
begin van de maand November en felle koude op den 12 November zag
men de jongelieden zich vermaken op het ijs. Ons vee moesten naar
de stallen. Den 15 't weer in regenen verandert. 't Worde gemeld
uit Friesland dat op den 12 November dat 't vee was gemolken in
't weiland en 't water in de vaaren zoo sterk bevrooren dat de
zelven met schaasenrijders bedek was.
= zie bladzij 194 =
In Januarij veel stormwinden. Men leesde in Handelsblad van
den 30 als dat op een eiland cicloon[1] een stad daar 8200 inwoonders in waaren
door een fellen orcaan 7000 menschen haare leeven verlooren
hebben. Daar waaren maar 1200 overbij.. bij dien heevigen orkaan
waaren 60.000 menschen die haare leven verloren hebben.
Vervolgens in Maart felle koude. In de nacht van den 20 op
den 21 Maart is de kous nacht bij menschen heugen. De smorgens
waaren overal de pompen vastgevrooren. Den 1 April 't weer heel
verandert en vervolgen een aanhoudende warmte. Den 14 een lieven
regen. In weinig daagen veel gras in ons weiland. Vervolgen
schraal droog weer.
Toen op den 19 en den 20 Maart de zon de lieni passeerde die
beide dagen was 't een aanhoudende koude noortoostewind. 't Woei
bijna storm.
Men leesde in de Arnhems Courant van den 28 Maart dat in 't
jaare 1435 dien zelde koude in dien zelde jaar heeft plaast gehat
en aan de houden alle nachten vorst tot op den 24 Junij. En toen
eene verandering hat vernomen van groeizaam weer. En nog van dien
tijd, een groeizaamer tijd en van alles in de volheid was
gewassen en binnen kunnen oosten.
In den nacht van den 28 op 29 April heeft 't zoo hat
gevrooren dat bij ons en veele plaassen 't lijn, de speuri[2] en
veele andere produken overstuur is gegaan en de volgende daagen
aanhoude koude ons jonge gras is weer verdweenen.
Op de hoogere zandgronden was die nachten de rog, haver,
gerst, de weite totaal bevrooren. In die hooge streeken hebben
veele landbouwers haar rog weer om moeten ploegen die is blijven
staan.
= zie bladzij 195 =
Noten:
[1] Ceylon?
[2] Spurrie.
Die rog is blijven staan die bevroren was is kort van stroo
en aaren. De weite die ook bevrooren was is nog redelijk goed
geworden. Vervolgens warmte maar droog en geen gras in ons
weilanden. In 't laaste van de maand Meij wel regen, maar zoo
weer verweenen.
Men leesde in 't Handelsblad dat in Belgie en meer andere
plaassen van zwaar onweer van een jonge herder met schaapen
buiten op het veld met kudde van 152 schaapen 126 stuks door een
bliksemstraal en den herder waren dood geslagen. Dus van die
kudde maar 26 stuks overgebleven.
Vervolgens een hanhoude droogte en geen gras. Ons vee
moest in 't weilanden honger lijden. De meeste menschen moesten
aan hun vee in 't weiden voeren of in heel gras laten weiden. In
de nacht den 27 op den 28 Junij is op veele plaassen zoo wels als
bij ons de boekweite bevrooren. Op de hoogere plaassen totaal de
aardappelen boonen en de andere hofvrugten hebben veel geleden.
Den 30 Junij en de volgende dagen een lieven aanhoudeden milgen
reegen.
Op den 18 Junij 1863 was in Nederland een gedenkwaardigen
vreugen dag van den 18 Junij 1815 de slag van Waterloo. Dien dag
worde in ons heele Nederland gevierd. 't 50 Jaar veest. De oude
strijders die nog in het leven waaren worde allen door de hoogere
ingezetenen met eerbiet hun eere beweezen. Toen worde in de stad
Leiden een groot feest voor dien oude strijders aangerigt daar
een getalle van ruim 2000 oude militeeren dien in laagen dien
slag van Waterloo en [QuatreBras] harden bijgewoond en daar deel
aangenomen zoo als ik op bladzij 50 heb
aangeteekend en op bladzij 154 kunt gij het
leezen. Dien maaldtijd bestond voor die menschen soup van
ossenvlees van allerlei groentens, twee hondert gebraade
hammen.
= zie bladzij 197 =
= vervolg bladzij 177 =
De volking der hoofstad bedroeg zig in jaar 1374 maar 35.000
zielen, in 1746 geklom op 751.312 zielen, in 1801 op 864.845
zielen en 160.000 huizen die bewoond worden, in jaar 1863 op
2.803.000 zielen en 360.236 huizen die bewoond worden en in jaar
1863 op 3.316.932 zielen.
Men leesde in 't Handelsblad van den 24 Meij 1866 als dat in Engeland waaren aangetas 236.553 stuks vee aan die veepest. Van gestorven 123.803 stuks, afgemaak 69.480, weer hersteld 31.563 stuks.[1]
Noten:
[1] De detailcijfers sommeren tot 224.846; misschien ontbreekt de
categorie 'nog ziek'; vergelijk p. 200.
= vervolg van bladzij 195 =
Daar nog bij zevenhondert gebraaden hoenders met doperftens
daar 20 vrouwens eenige tijd werkzaam harden geweest om die te
doppen voor ieder man een vles wijn daar en boven nog van Z.M.
den Koning van Nederland nog vierhondert Sapane wijn aan dien
tafel was ook aangezeten Z.M. Prins Fedrik der Nederland die in
dien tijd als atjudant dien tijd de slag meede deel heeft
genomen.
Vervolgens in de maand Julij veele regens en een aanhoude
warmte in een korten tijd veel gras in ons weilanden. Den 17 des
avons een verschriklijke donderbui met veele regens. 't Onweer
heeft op verscheidene plaassen brand veroorzaak. [..] gemeente
[..] Olburgen is een schuur totaal afgebrand zijn vijf verkens
een vet kalf en verscheidene hoenders stroo en boergereedschappen
dat zich daar in bevond in de vlammen verteerd. Toebehoorde aan
H.J. Kraaivanger.[1] Daar op den 23 dito des avons 't zelfde onweer
is een schuurjen in de Lampstraat, toebehoorde aan Jan Wanssink,
geheel afgebrand. In een boerenhuis in den Toldijk is een
bliksemstraal in de schoorsteen geslagen. Een hond die zig in de
keuken bevond bijna gedood, maar geen brand veroorzaak. Op den 11
Augustus in den namiddag weer een zwaar onweerder op verscheidene
plaassen brand veroorzaakte. Bij Dieren 3 koejens gedood.
Vervolgens veele regen veel gras in ons weilanden. Een aanhoude
warmte. Alles staat vlorizant. Maar weinig appels of peeren. Ik
heb in mijn bogert daar ik hat 170 vrugtboomen geen 170 appels of
peren kunnen tellen. De hofvrugten, 't zij boonen, wortels en
andere produken in overvloed. Vervolgens een aanhoudende droogte.
In dien tijd veel hooi gewonnen. De droogte zich vol tot
Noten:
[1] Addink schrijft hierover: “1865 17 Julij brandde eene schuur van H.J. Kraaijvanger door den bliksem getroffen, geheel af, in de zelve zijn verbrand 1 kalf, 5 varkens, 1 tilburrij, een zadel en eenig stroo.&rquo (Oudheden, p.115; later bijgeschreven).
tot op den 10 October toen een milde regen 't winterkoorn dat
voor dien tijd gezaaid was geworden hat geen vocht genoeg om te
kunnen opgaan.
In de maand van September hoorde men van een verschrikkelijk
veepest. Eerst in Engeland daar een meenigte van vee binnen 24
uuren gestorven was. Die zeld ziekte verscheen ook in Noord-Brand
in 55 gemeenten, daar een masse van vee wierd aan getas en
gestorven is. Toen wierd beslooten om alle de veemarkte af te
schaffen en niet gehouden te worden. Den uit- en invoer naar
andere landen wierd verboden. Dus kwaam een heele stilstand in 't
verkoopen. Den Konig van Pruissen stelde een militair magt op de
grenzen van zijn land om den in- en doorvoer te beletten.
Braaband wierden in en door ook heel verboden.
Daar mog ook geen vee uit de eenige gemeente naar de andere
gemeente vervoert worden zonder een bewijs van gezondheid van een
veearts en een bewijs van den beurgemeente van de gemeente. 't
Beste vee, ossen en koejens die dik vet zijn worde allen duur
verkocht om naar Engeland gezonden te worden, maar die jonge
drag[..] waaren niet meer te verkopen en geen prijs meer van
en onverkoopbaar. 't Vervoer van 't vee, verkens en schaapen, was
zoo straf verboden dat volstrek geen enkel de stuks meer vervoerd
mogt worden.
Op een vrijdag te Arnhem op de mark konden de boeren geen
elkelde verken meer verkopen. Dezelde moesten allen weer onverkocht
naar huis genomen worden. 't Vee dat naar Rotterdam en van daar
naar Londen mog volstrek met geen spoor of stoombooten
gestranspoorteert worden. Dat moest eers van hier naar Zwolle of
Kampen over de Zuiderzee en vervolgens naar Londen. Maar tog in
tegendeel alles duur. 't Vette vee koeiens ossens tegen 36 cent
't halve Neder ll,
= zie bladzij 199 =
= vervolg van bladzij 198 =
de vette verkens kosten 26 tot 28 cent 't halve Neder ll, de
jonge keujens 1¼ a 1½ Guld per week. Vervolgens een
schoone voorwinter.
In den nagt van den 8 op den 9 Januarij 1866 een verschrik
onweersbui, velle donderslagen worden men in dien nacht uit de
slaap ontwaakt. Maar geen ongelukken bespert. In begin van
Januarij 1866 is te Zutphen een vrouw aan de watervrees in de
[..] smarten van drie dagen overleeden. Zij was negen weeken door
hare eigene hondjen gebeeten geworden.
Men leesde in 't Hansderblat van den 5 Februarij van de
veepest in Zuitholland waarvan in vooriges bladzij gemeld heb dat
in die provincie geheel zijn aangetast 31.165 stuks vee, van
gestorven 9.643, afgemaak 7.846, hersteld 10.962, nog ziek 2.714
stuks op den 5 Februarij 1866 in 56 gemeentens.
In dien zelde tijd in de provincie Utrecht op den 5 Februarij nog aangetast
2.393 runderen, waarvan er 937 gestorven, 65 afgemaak, 1.170
hersteld. In de laaste week aangetast 259 runderen, waarvan 147
gestorven. Die zelde veepest is in vroege jaaren in 't jaar 1714.
In Friesland bepaaldelijk bij Bolswerd in die stad en omstreeken in een heevige graat. Van den 14 Augustus tot op den 3 October
61.955 stuks runderen gestorven. In [..] jaaren 1744 en 1745 was
het verschriklijk en 't bleeft aanhoude tot 't jaar 1786. Daar in
Friesland vele welgestelde boeren vervielen in armoede.
In dien tijd is bij ons bijna in den zelden [..] vertoonde. Bij ons huis en bij den buurman Jan Breukink waaren in vier
en twintig uuren tijds 27 stuks gestorven volgens 't verhaal van
mijn vader J.G. Wijers.
= zie bladzij 202 =
Men leesde in 't Handelsblad van den 30 April van de veepes in ons Nederland.
Provincie ZuidHolland aangetas 47.205 stuks[1] van gestorven 18.088 afgemaak 9.650 weer hersteld 18.177 nog ziek 1.230 stuks Provincie Utrecht aangetas 5.364 stuks van gestoven 2.278 afgemaak 104 weer hersteld 2.793 nog ziek 189 stuks Provincie N.Holland aangetas 1.418 stuks[2] van gestorven 448 afgemaak 331 weer hersteld 597 nog ziek 44 stuks
volgens 't Hansdelsblad den 30 April 1866.
Den 20 November 1866. De veepest woeide vervolgens voort. In de genoemde provincie daar zijn in de nazomer duizende van vee aangetast en gestorven of afgemaak. Bij ons in deze provincie zijn wij door Gods goedheid nog bevrijd gebleven. Beestemarken worde in de meeste provincie niet gehouden worden. 't Vee moesten alle uit weiland nog al duur verkocht. De [...] vette koeijens worde verkocht voor 50 cent 't halve Ned ll, de 2½jaarige ossen van [...] maanden out voor 140 tot 170 guldens. Meestal aan slagers uit deze steeden, naar Pruissen of naar Londen of Engeland nog weegens de veepest moge niet verzonden worden. Als wel geslacht. En dan in tonnen of in manden naar [...] per stoomboot. Te Zevenaar is een slachterij in werkink. Daar in de week 100 tot 150 stuks ossen en een meentite van schapen worde geslacht. Ingericht door eenige rijke heeren.
Noten:
[1] De detailcijfers sommeren tot 47.145.
[2] De detailcijfers sommeren tot 1.420.
In de maand van Junij en Julij [..] een verschriklijke oorlog
uit tussen de Pruissen en Oostenrijk. De Konig van Pruissen riep
alle zijne weerbaar mannen in de wapens. Zij getroudt of
ongetrouw, van de 17 tot 45 jaaren ten getalle van zeven maal
hondert 50 duizend man, die de waapen in de hand vatten om tegen
den keijzer van Oostenrijk te velde trekken. Die ook een leger
van 850.000 bijeen te velde liet trekken.
Toen dat vernazen groot en sterkend leger weer zijde elkander
ontmoetende viele verbazend oorlogtonelen voor. In die streeken
van Oosterijk daar de meeste forten, steeden en dorpen in een
puinhoop veranderde op de grenzen van Oosterijk. In die streeken
zag 't alleraakligs uit. Daar vielen gevegten voor daar 40.000
man op een slagveld aan dooden en gevangen wierden gemaak. Dat
duurde verscheidene dagen voort.
De paarden die maar iets daartoe geschik waaren wieden bij
ons Nederland opgekocht voor een hooge prijs. Oude klollen daar
worde voor betaald van 2 tot 300 guldens. Daarbij hat de Keijzer
van Rusland op zij grenzen ook een leger van 200.000 om zij land
te bevaaren. En aan de andezijde van Oosterijk hat de Keijzer van
Frankrijk ook een leger van 150.000 bijeen laten trekken daar hij
[...] op 't loer stond op te passen. Bij dien slag verwonden
Konig van Pruissen met zijn berbaasent groot krijsmag 't Kongrijk
van Hanover, Hessen, Beijeren, [...] ja zelf zeven konigen
wierden door hem van den troon verjaag. En haar landen ontnomen
en wierden [...] de Pruissen [...] en al die monarken moesten
voor de Pruissen gaan vlugten. Vervolgens tegen den magtigen
Keijser van Oostenrijk dien met 8 maal honderd duizend te velde
getrokken was versloeg hij tot zijn hoofstad Weenen. Maar toen
zijde den Keijsers van Rusland, Frankrijk, Engeland het is ver
genoeg tot zusverder en niet verder.
= vervolg van bladzij 200 {199} =
De vreselijke pest ging vervolgens voort. Volgens 't
Handelsblad van den 12 December zij in de provincie van Utrecht
en een week aangetas 4549 runderen, van gestorven 1849, afgemaak
932, hersteld 435 stuks. In [...] waaren toen in dien provincie
aangetast 28.584 stuks. In ZuidHolland in een week aangetast 2170
stuks, van gestorven 304, afgemaak 792, hersteld 75 stuks. In 't
geheel aangetast 65.778 stuks, van gestorven 27067, afgemaak
14.548, weer hersteld 23.120. In NoordHolland in een week
aangetast 483, van gestorven 13. In 't geheel aangetast 3375
stuks, van gestorven 658, afgemaak 1913 stuks. In de provincie
Gelderland heeft zich die pestziekte in onderscheide gemeenten
ook vertoond als in Nieuwkerk, Putten, Amesvoort, Wageningen, in
de Betu, in onderscheide gemeentens te Bemmel [...] Elst en op
meer plaassen te Wil[..] Gorssel.
Men leesde in de Arnhemsche Courant van den 20 December als dat van den 8 tot den 15 Decemb dus in een week in ons rijk waaren aangetast 17.706 stuks. Te Zevenaar daar in de maand Januarij 1867 allerverschriklijks daar waaren in dat kleine steedjen bijna geen elken stal of die ziekte heerst dat stierf geheel uit. Daar waaren bij een boer 76 stuks afgemaak of doodgeschooten en alle stallen aangetast. Op den Keijenborg onder Hengelo en weehl heeft zich de ziekte openbaard. Nog op plaassen in de Betu te Culenborg, Huissen, Driel, Geldermaassen. In de meeste gemeentens woeide die pest. Te Velp bij Arnhem is die ziekte uitgebrooken. Te Dinsperlo heerste dien ziekte. Daar worden door de Pruissen zoo streng wacht gehouden dat niemand door de lieni mag paceeren
= vervolg bladzij 203 =
= vervolg van bladzij202 =
of zij moesten in een vertrek of kaamer die gereed op de
Pruisse grenzen stond om zich daar in te ontkleen en dan zich de
laaten [...] Wanneer als men vee verkocht heeft waaren de
maatregelen van vervoer van 't vee zoo streng genoomen in andere
gemeensten dat men niet konden afleveren [...] groote
moeite.
In 't laaste van mei begon die pestziete meer te bedaaren doe worde 't drachte en 't melk gevende vee duur verkocht om naar de provincien van ZuidHolland en naar Uitrecht gevoerd te worden. 't Vette vee worde ook duur verkocht. 't Beste vlees bij de slagers in de steeden dat kosten 80 cent Neders ll. In de maand van Julij was de ziekte genoegzaam opgehouden.
204 * index
(niet beschikbaar)
In jaar 1756 den 15 Junij is geboren Jan Gerrit Wijers en
overleeden 27 April 1817.
In jaar 1756 den 6 December[1] is
geboren Harmina Geerlis en overleeden den 15 November
1834.
In jaar 1779[2] zijn zij zaam in
den egt getreden, gaan woonen op de bouwplaas den Grooten
Emmer.
Kinderen:
1780 den 29 September[3] is
geboren Elsken Wijers, gehuud met Geurt Kets, gaan woonen naar
Dremp, op den eersten Meij 1800[4],
den 4 Februarij 1812 overleden.
1783 den 3 Meij is geboren Catrina Wijers, gehuud met Gerrit
Breukink, gaan woonen naar Bronkhorst, op den 10 September 1800,
op den 24 October 1831 overleeden.
1785 den 20 Meij[5] is geboren
Hendrika Wijers, gehuud den 31 December 1810 met Jan Breukink,
gaan woonen naar Brummen op 't Kraainest.
(in de kantlijn) Jaar 1864 op vrijdag 23 December is overleden Hendrika Wijers weduwe J. Breukink in den ouderdom van 80 jaaren.
1787 den 19 September is geboren Jantjen Wijers, gehuud met Gerrit Jan Addink, gaan woonen naar Steenderen op den Eekerkolk, op den 22 Februarij 1819.[6]
(in de kantlijn) Den 30 October 1875 is Jantjen Wijers wed. Addink overleden, 7 a 8 jaar blind geweest en 3 a 4 jaar kreupel daar ze haar beuren en dragen moesten.
1791 den 15 Augustus is geboren Geertruida Wijers, gehuud met
Geurt Vleemingh op den eersten November 1818. gaan woonen op 't
Huis de Weerde in de Emmer, overleeden den 3 Meij 1834.
1795 den 25 April is geboren Judith Wijers, overleeden den 31
Maart 1817.
1798 den 16 Meij is geboren Egbert Wijers, gehuud den 8 Junij
1821 met Berendina Addink, gaan woonen in den Grooten Emmer, den
17 September 1849 is overleeden Berendina Addink.
(in de kantlijn) 1869 den 27 Maart is Egbert Wijers overleden.
1856 Den 21 November heb ik Egbert Wijers den Grooten Emmer verlaten en naar Steenderen op den Heeckerskolk gaan woonen.
Noten:
[1] ged. 08.02.1756 (andere maand)
[2] otr./tr. 10.09/29.09.1780 (ander jaar)
[3] geb./ged. 22.09/23.09.1781 (andere dag, ander jaar)
[4] tr. 11.05.1800 (andere dag)
[5] geb./ged. 19.05/22.05.1785 (andere dag)
[6] tr. 19.03.1819 (andere dag, andere maand)
In de maand Junij werde nog geen hooigras gemaaid. In Julij
den 16 een milde aanhouden regen. Toen worde een begin genomen
met het majen van 't hooigras. In een korten tijds veel gras in
ons weilanden. Voor dien tijd was 't hongerlijden voor ons vee in
't weilanden. In den winter Januarij 1868 een gezonde winter voor
menschen en vee. De veepest die in [...] heerst zijn wij [...]
door goed [...] bevrijd gebleeven. In 't laaste van April veel
regen. Meij veel gras in ons weiland. Ons winterkoorn [...] 't
Vee is duur voornamelijk de gusten die worden tegen 20 centen per
halve Ned ll verkocht een koe de 600 ll kon de [...] daar word
voor betaald 130 tot 150 gulden. De jonge [...] daar betaalde men
voor een Guld tot 160 cent per week.
Men leesde in 't Handelsblad dat in den [...] Rotterdam brand
is onstaan in een huis van 6 verdiepink geel is verbrand is en
daarb 6 menschen zijn opgekomen. In begin van 11.12 April 1868 de
stad Geelenmuide geheel in as is geleg daar zijn maar 4 a 5
huizen blijven staan. In begin van Mei in 't dorp Dieren ook
[...] huizen daar zeven woonigen in waaren. In de maan Mei 1868
een felle droogte. In miden van Junij op veel plaassen een
overvloeden regen maar bij ons niet. 't Hooigras was duur. Op
buitenweiland langen de rivieren buiten [...] veel. maar op
binnenweid neit veel maar sleg van gras. De droogte hield
vervolgens [...] De haver [...] van stroo 't vette vee duur. 't
Vlees koste 40 a 45 cent 't halve Neders ll de boter 50 a 60
halve Neder ll De droogte was bij uitstek groot daar kwam voor 't
vee een honersnood ons rog landen konde men niet omploe wegen de
droogte. De 21 Julij bij nieuwe maan geen regen of op de
honsdagen nog geen regen [...]
Spaansweerdt den 8 Juni 1874
heb ik Herman Otto Wijers hier voor het eerst het een en
ander in aangetekend.
Op den 9 Juli 1870 op een zaterdag en middag woeide hier een zwaar onweder zoo dat het in den grooten Emmer mijne geboorteplaats het in de nieuwe schuur sloeg en huis twee schuuren en molenhuis geheel afbrande met een grooten voorraad van hooi dorschmasiene, karnmolen, 3 boerenwagens, 2 stort karren en een gedeelte van de meubels als mede een hond en kat. Het werd bewoond door mijn broeder Jan Hendrik Wijers en Gerritjen Beker.
(in de kantlijn) Den 18 mei 1893 is het huis en twee schuuren te Brummen geheel afgebrand toebehooren aan mijn schoonzuster wed. G. Wijers-Beker.[2]
1870 - daags voor Kermisch was het water zoo hoog dat hier op Spaansweerdt alles onder water stond tot den hof toe en toen hard aan het vriezen zoo dat alles onder het ijs zat tot 9 weken na niewjaar een zachten dooi en geen hoog water het zandmeer verdronken.
1871 - met Mei vroeg de beesten in de weide en het water weer beginnen te wassen en onzen dijk was kapot zoo dat de geheele plaats onder water liep en het vee allen naar de stal moesten Ik heb stroo gekocht voor 25 Gulden de 500 Ned ll en het werd overal 30 Gulden gevraagt. Het water weer weggevallen tot begin van Juli toen de beesten weer voor het grootste gedeelte weer opgestald het weiland in den Emmer en Bakerweerd geheel overstroomd en al het hooi langs den IJssel overstroomt. Enkel de weiden waren verkocht en alles verloren. Ik had 60 koeijen en kalver op een klein hoekgen op de koeweide.
1872 - den dijk hier weer in orde gemaakt. In het midden van Juni weer was in het water en veel hooi verloren geraakt. Het werd hier die dagen net verkocht voor 5 a 6 tot 10 Gulden. De percelen die nog bloot waren en ook zijn gebleven maar de menschen waren allen bang en later koste het 150 tot 200 Gulden de morgen.
Noten:
[1] Zie ook pagina 227.
Den 26 April 1901 ben ik Hendrik Jan Wijers[1] in het huwelijk getreden met Daatje Willemina Derksen. Uit dit huwelijk zijn ons geboren: Herman Otto 17 Januarie 1902 Aleida Elizabeth 11 Juni 1903 Johanna 16 October 1904 Daatje Willemina 9 November 1907 Hendrika Willemina 28 October 1909 Gerdina Hendrik 28 October 1909, overleden 22 Januarie 1911 Hendrik Jan Gerrit 21 Maart 1914
Noten:
[1] Dit is H.J. Wijers (1871-1950), zoon van H.O. Wijers en Johanna Beumer.
[1] Is geboren Berendina Janna den 12 April 1852 Den 19 Meij 1856 is haar een dode zoon geboren. Den 22 Januarij 1858 is geboren Gerrit Jan, overleden den 1 Februarij maar negen dagen out geworden. Den 8 Januarij 1859 is geboren Gerrit Jan. Den 27 November 1860 is geboren Evert Jan Gerrits. Den 6 Meij 1863 is geboren Egberta Joanna. Den 20 December 1864 is geboren Egbert.
Harmina Wijers, geboren den 11 November 1829, gehud den 21 November 1856 met Gerrit Jan
Wijers, gaan woonen in Dorp Steenderen.
Kinderen:
Hendrik Egbert, geboren den 13 December 1857.
Bernard Herman, geb. den 6 Augustus 1862.
Herman Judius, geb. den 11 Junij 1864.
1893: 13 December Gerrit Jan Wijers overleden in den ouderdom
van ruim 66 jaar.
1895: 17 September is onze lieve vader Harmen Otto Wijers
zacht en kalm overleden in den ouderdom van ruim 70 jaar.
Jan Henderik Wijers, geboren den 19 Januarij 1831, gehuud den
28 November 1856[3] met Gerritjen
Beeker uit Brummen, gaan woonen in de Emmer onder
Steenderen.
(bijgeschreven) Den 24 November 1874 de Emmer verlaten en is gaan woonen naar Brummen op haar geboorteplaats in een ziekelijken toestand.
Den 19 Juli 1892 is
J.H. Wijers te Brummen overleden.
1869: de 27 Maart 's morgens den 8 ½ uur is mijn
grootvader Egbert Wijers zacht en kalm ontslapen in den ouderdom
van 70 jaren en ruim tien maanden. Op 31 Maart daaraanvolgende
des woensdags heeft de begrafenisplechtigheid plaatsgehad.
Noten:
[1] Kinderen van Evert Addink en Jenneken
Wijers, d.v. Egbert Wijers Jzn
[3] tr. 26.11.1856 (andere dag)
In jaar 1798 den 16 Meij ben ik Egbert Wijers geboren.
In jaar 1797 den 9 November is geboren Berdina Addink.
In jaar 1821 den 8 Junij zijn wij zaam in den egt getreden.
In 1849 den 17 September is mijne dierbaarste smorgen om acht
uuren overleeden.[2]
Kinderen:
In 1822 den 8 Maart is geb. Jan Gerrit Wijers, gehuud den 29
October 1847 met Joanna Hendrika van den Brink uit Hummelo, gaan
woonen naar Steenderen in 't Dorp.
Kinderen:
den 23 April 1849 is geboren Egbert
den 5 September 1853 geboren Henderik
den 6 Maart 1859 is geboren Bernad Alebert
(in de kantlijn) 1871 den 19 April is Jan Gerrit Wijers overleden; 1873 den 30 December is zijn vrouw Johanna Hendrieka overleden.
In jaar 1823 den 30 September is geboren Evert Wijers,
gehud den 16 Meij 1856 met Kortrina[1]
Wilhelmina Wolthuis, uit Rijssen, gaan woonen naar Zutphen in de
Klok.
Kinderen:
Den 13 September 1858 is geboren Egbert Bernad.
Den 11 November 1859 is geboren Martijn Herman, den 21 November
1860 is Martijn Herman overleden.
Den 3 November 1861 is geb. Matilde Harmina, den 3 December 1862
is Matilde Harmina overleden.
Den 26 September 1864 is geb. Harmina Mathilde, den 10 November
is Harmina Mathilde overleden, maar 45 dagen.
Den 18 Augustus 1865 is geboren Everdina Hendrika Wilmina, den 17
September overleden, maar 30 dagen out.
Den 13 December 1866 is geboren Harmina Matilda 1868 Den 26 Juli
geboren Everdina Hendrika Willemina overleden in den ouderdom van
20 maanden den 18 Maart 1870.
Noten:
[1] Hendrika
[2] Zie ook p.23.
1893 den 3 Mei is H.O. Wijers met zijn vrouw en 3
kinderen den Spaansweert verlaten en is op den
bouwplaats Winthoeve(?) te Heeteren gaan woonen.
1895 den 30 Mei[2] is hun geboren
Johanna Lamerdiena
1898 5 Februari is hun geboren
Egbert
1902 22 Januari is hun geboren Johan Harmen
Otto
Den 1 Juli 1879 is hier op den Spaansweerdt mijn schoonmoeder Aaltjen Hoogenkamp de wed. H.O. Addink overleden in den ouderdom van bijna 88 jaar waarvan ik bijna 26 jaar als kind in huis ben gewees.
Den 19 April 1871 is Jan Gerrits Wijers overleden naar een langdurig doch geduldig lijden in den ouderdom van ruim 49 jaren na eene gelukkige echtvereening van 23 jaren.
Gebooren en overleden kinder van Evert Wijers te Zutphen
1868 den 27 Juli is geb. Everdiena Hendrika Wilhelmina.
Overleden 18 Maart 1870
1866 den 13 December is geb.
Hermina Mertilda. Overleden 16 December 1870
1871 23 December is geb. Hermiena Martilda Everdiena.
Overleden 31 December 1872. Welk kind blind was
geboor...
Den 1 Januari 1814 zijn ... de Klok
verhuis naar de Bornhovenstraat.
1887 Den 16 Maart is
hun laatsten zoon Egbert Bernad oveleden in den
ouderdom van ruim 28 jaren diep betreurt door zijne
beide ouders en zijn aanstaande Johanna Meijer te
Holten en de geheele familie.
1894 April[1] is E. Wijers door een kortstondige ziekte
overleden te Zutphen in den ouderdom van ruim 71 jr.
Noten:
[1] overl. 28.03.1894 (andere maand)
[2] geb. 31.05.1894 (andere dag) als Harmina
Lamberdina
Den 21 Februarij 1825 is geboren Herman Otto Wijers. Gehuud den 14 December 1855 met Jenneken Addink uit Spaansweerd, gaan woonen in Spaansweert onder Steenderen.
(in de kantlijn) Den 2 December 1884 ben ik H.O. Wijers met mijn vrouwe en 5 kinderen gaan woonen op den Hekerenskolk Steenderen.
Kinderen:
Den 21 October 1856 is geboren Egbert
Den 11 Augustus 1858 is geboren Harmen Otto
Den 2 September 1866 smorgens om 8 uure is zijn huisvrouw
Jenneken Addink overleden.
(in de kantlijn) Weer gehuwd op den 12 Junij 1868 met Johanna Beumer uit Drempt.
Den 28 Juni 1869 is gebooren Jenneken.
Den 16 December 1871 is geboren Henderik Jan.
Den 29 October 1875 is gebooren Gerit Albert.
Den 4 Februari 1877 is gebooren Bernat Herman.
(in de kantlijn) 1877: 11 Maart is Bernard Harman overleden.
Den 8 Januari 1879 is geboren Bernat Herman.
Den 14 December 1826 is geboren Jan Judius Wijers, geheud den 14
Augustus 1851 met Hendrika Joanna Elsken Wijers uit Steenderen,
gaan woonen naar Voorst in 't Dorp.
Kinderen:
Den 24 September 1852 Egberta Berendina twee dagen out.
Den 26 Augustus geboren Egberta Berendina, overleeden den 12
Maart 1855.
Den 18 Augustus 1857 geboren Hendrik Egbert.
(in de kantlijn) Op ... de 11 Novemb 1867 is Hendrik Egbert overleeden.
Den 13 Januari 1871 is zijn huisvrouw Hendrika Johana Elsken Wijers overleden.Den 12 September 1880 is hier op Spaansweert
geboren Gerit Jan Wijers, zoon van H.O. Wijers en J.
Beummer. Overleden 7 Juni 1881.
Den 20 Januari
1882 is gebooren Gerit Jan Wijers.
Den 13 Junij 1828
[1] is geboren Jenneken Wijers,
gehud den 27 Junij 51 met Evert Addink, gaan woonen
op den Eekerkolk te Steenderen.
Kinderen:
(niet ingevuld)
1895: 1 October is Evert Addink overleden in den ouderdom van bijna 74 jaar.
Noten:
[1] geb. 11.06.1828 (andere dag)
1872: Mei wert het guste vee de slegste kwaalietijd tegen 25
a 30 ct per pond ingekocht. Voor koeijen van 400 pond tegen 100 a
120 gulden. Nazomer bleven zij bij prijs, zoo die vroeg gekocht
had veel verdiende.
1873: Tegen 30 a 35 ct per pond.Dragende beesten duur. Kalver
van 8 dagen oud 20 a 25 gulden. Paarden duur. Anderhalfjarige
[..] paarden tot 300 gulden toe, meriepaarden tot 350 gulden,
vulles tot 200 gulden en vette paarden tot 700 gulden toe. In den
nazoomer het vette vee veel minder, zoodat er niet veel weigeld
overschoot.
1874: Het dragende en gus vee veel minder. Vette paarden van
700 tot 900 gulden. Jonge varkens 60 tot 100 ct per week. Boter
160 tot 60 ct per pond. Weite 14 tot 15 gulden. Rog 10 gulden het
mud.
1874: Mei het guste vee duur. Jarige ossen 50 tot 70 [...].
Koeijen 20 tot 30 ct bereken per pond. Nazomer [...]dragende
prijshouden, maar minder van prijs. 1½jarige ruins 200 tot
300 gulden. Verkens 30 [...]. Weite 10 rog 8 gulden. Hooi
duur.
In 1875 werd het hooi hier op stam verkocht tegen 40 a 45
gld de 1000 halve Ned ponden. Men [...] voor 150 gulden op een
wagen. Dien zomer heel veel droogte weinig groeizaam en weinig
gras. Vee duur. Eerste kwalitijt 80 ct per kielo. 1½jarige
paarden gemidelt ƒ200 a 250 gld. Het kooren flaauw.
1876: Dien zomer veel droog.
1870 werd de beste weilanden tegen 3000 gulden de bunder verkocht, goed bouwland tegen 2000 gulden de bunder. Het beste weiland brag van 150 tot 200 gulden op aan heelgras en 25 a 30 gulden aan naweiden, alles per bunder. De bunder bouwland wert verhuurd aan de suikervabrieken voor 250 gulden om suikerwortels in te zetten, gewoon bouwland in percelen 150 tot 500 gulden de bunder.
In dit jaar een hooge waterstand den heelen winter meesten tijd hoog water. Den 12 Februarij was bijna de heele gemeente van Steenderen overstroomd geweest en al dien tijd met 't water geplaag geweest. Den 10 April weer een nieuwe was ten hoogte te Keulen van 15 voeten 3 duim. Ons weilanden is in een zee verandert. Ons bouwlanden staat onder te loopen. In de maand April bijna alle daagen donder en onweer. Met veele reegen en een heevigen storm. Daar zijn bij veel menschen dien aardappels verdronken dien vroeg gepoot hebben. 't Water hield vervolgens ten hoogte dat een meenigte van bouwlanden en weilanden overstroomd bleef. En al het vee op de stallen moest blijven en bij de meeste boeren geen foeracie meer dat was op. Daar kwam een hongersnood voor 't vee. Hooi, stroo was voor geen geld meer te koopen. 't Winterkoorn was verdronken en zoomerkoorn konde niet gezaaid worden alle[...] staat onder [...] water. Daar heerste een groot gebrek daar worde houd van de wilgen gehouden om aan vee te voeren. Bij ons noet alleen maar op verscheidene plaassen. 't Water hat nog op den 6 Meij te Keulen ten hoogte van 17 voet 10 duim den 7 dito een weinig val. Den 1 Junij ten hoogte te Keulen van 12 voet. 't Weiland was totaal verrot. [...] en 't beste weiland was bedorven. Voor dien tijd konde men geen vee in dezelde doen. Volgens een groote droogte 't zoomerkoorn konde niet opgaan en veel bouwland konde niet meer omgeploeg worden. [...] streeken van Doesburg, Angelo, Lathum, Westervoort langs den IJssel nog erger als bij ons. In veel weiland konde in Junij nog geen vee in de weilanden gedaan worden. Hooi word niet verboud.
De droogte hield vervolgens voor tot in de 't laaste van
Julij een weinig regen, maar niet zooveel als 't konde helpen als
ons boulan beploeg konde worden. Ons koorn oosten wij alles
binnen in de maand van Julij door de felle doogte hoorde veel van
branden van veen en bos branden den 27 en 28 Julij.
Te plaassen 's Heerbergen is bijna totaal is as gelegd 28
huizen, twee schuren en den tooren de kerk is behouden
gebleven.
Den 10 Augustus 't dorp Vollehoeven bij Zwol is voor groots
gedeelte in as geleg. In vroeger morg omstreeks 4 uuren is door
een donderslag een boederij op de Koving onder Steenderen bewoond
en toebehoord aan Nad... Smits totaal in as geleg door de eerste
slag de twee paarde die op stal zig bevonde gedood. Door de twee
slag en koe die zig ook op stal bevood en 't heele kuis en
schur en berg met koorn heel in as geleg. De verkens zijn gered
en 5 [...] koeijen ook. Maar al hare meubels totaal
verbrad.[1]
Men leesde in het [H]andelsblad van 11 en 12 Augustus [...]weerd dat
in de provincie Drente als in die provincie niet mind dan 30
plaassen brand is onstaan door onweerden. In begin van Septemb te
Amersvoort de [...] is brand onstaan door onvoorzigtigheid 190
paarden van de Rijnatlerij verbrand. Vervolgens in Septemb een
milden regen ons gezaaisel konde best opgaan. 't Knollen gezaaisel was
sleg op. Spurri[2] bleef kort. Hooi bij veel boere niet veel.
De rog en weite [...] goed
't zoomerkoorn sleg verbouw, dus weinig voerazij voor de
winter.
Noten:
[1] Addink schrijft hierover: “1868 Aug. Een boerenwoning op de Covik door de bliksem getroffen. 's Morgens om 5 uur, geheel afgebrand, met bijna alles wat zich daarin bevond, inboedel, 2 paarden, schuur enz. met den voorraad koren, stroo en hooi. De gebouwen waren tegen brandschade verzekerd. Was voor een paar jaren nieuw gebouwd. (huis van Smit)” (Oudheden, p.115; later bijgeschreven)
[2] Spurrie.
In den morgen van 6 December woeid een gedugten storm uit 't
Noordweste bij dien strom veel schade aangericht van van
omverwaaijen van huizen, bergen enz. Veele moolen zijn bij dees
storm getijsterdt geworden tussen Keulen en Rotterdam. De
heewisten bij menschen heug heb ik aan geteeken zie op bladzij 141. Bij dien zelden storm zijn op de Rijn 30
schepen en acken in de grond gezonken in den avond van den 28
December woeide nog een fellender storm aals voorrige keer 't
smorggens bijna een verwoestig bij al de huisem schuren bergen
enz. De kerktoorn van de Roomsche kerk is [...] omver
gewaaid.
Versders heeft men in de voorwinter heeft men een zagte
winter bijgewoond tot op den 17 Januarij 1869 een weinig worst
zooveel als de rivier dig vroor voor een paar dagen vervolgen
weer zacht warm weer op de aavond van de eersten Februarij een
zwaare onweer voornamelijk in en bij de stad Zutphen Daar de
huizen veel geleden hebben van afwaaijen van schoorsteenen en
pandakken.
1873 Een zagten winter. Een kout voorjaar. Laag water. Het hooi werd verkocht van 120 tot 190 gulden de morgen, weite ƒ14, rog 10 gulden het mud. Veel zwaar weer en men hoorde veel van brand.
1874 Een zagten winter. Het water bijzonder laag. Een kout voorjaar, zoo dat in Mei veel rogge is bevrooren en tusschen den 20 en 21 Juni op al de hogeplaatsen de boekweite geheel en aardappels gedeeltelijk door de nagvorst is vernielt. Een kouden schralen zoomer, zoo dat het nagras niet veel gaf en de beesten niet vet werden. Goed gras werd verkocht tegen 190 gulden de morgen of 220 gld de bunder. Mooijen warmen nazomer. Veel stroo en zaadgewassen en mooi binnengekoomen. October tot December laag water, zoo dat de gehele scheepvaart belemmert was. Op den 12 Mei 1874 was door geheel Nederland alle steeden dorpen en buurtschappen een groot feest. Duurde 3 a 4 dagen. Duizende van guldens werden er te koste geleg, de straaten geheel met eerebogen groene dennen vlagen en winpels geplaatsd, omdat de Koning Willem III zijn 25 jarige feest als koning had. Het vee veel minder in prijs. Men hoorde in Maart in het geheel geen prijs van dragend vee. In 1874 en 75 een langen winter, maar niet veel koude. In December veel sneeuw. Februari water zoo dat hier ons bouwland overstroomt is. Toen vorst tot op den 6 Maart. Een kouden drogen zoomer en weinig gras, zoo dat de beesten gebrek leden in de weiden. Het hooi werd verkocht tegen 40 a 65 gld de 500 kielo, gras na [...] 50 gulden per bunder en het verdroogde veel. In begin van Augustus eenige warme dagen dog weinig gras. In November veel regen en een was in het water, zoo dat de gehelen Spaansweerd overstroomde. Den 27 November vallende eenige dagen felle koude. Alles onder het ijs. In begin van Januari 1876 heel mooi weer. Later eenige dagen vorst en goed weer, zoo dat den 19 en 20 Februari een straffe was in het water het wassen te Keulen in drie dagen 6 a 8 [...], zoo dat den Emmerdijk en den Eurendijk overstroomden.
Men hadde in die dagen fellen storm alle dagen. Hoe langer hoe slimmer zoo dat er over al veel ongelukken gebeurd zijn. Hier in deze gemeente van Steenderen veel menschen haar woonigen hebben verlaten. 16 Maart het water beginnen te vallen. Het weer beter. Is langzaam weggevallen. Het kooren overal kapot. Wij hadden in de maand Mei altijd schraal en koud zoo dat de beesten overal gebrek leden. Het winterkooren overal even sleg. In begin van Juni meer warmte maar droog. Den 18 tot den 26 Juni een felle was in het water zoo dat er veel laag weiland overstroomde. Het was te Keulen 5,44 M. En verder veel droogte zoo veel dat de beesten overal gebrek leden. Het hooi overal sleg. Men lade voor 80 a 90 gulden op een wagen van 1000 kielo en dan nog slegte kwalitijd. Het zomergewas kort en dun en alles even weinig zoo dat de bergen overal ledig bleven staan en voor het vee een slimmen winter tegemoet ging. 25 Augustus September veel nat weder zoo dat geregen schade [...] Donderdag den 28 September 3 a 4 zwaare onweersbuijen zodat te Doetichem des midagens om 12 uur een zwaare hagelbui kwam die de heele stad beroofde van al de glasruiten en hofvruchten en des avonds een bui die te Dremp op 2 plaatsen kort bij elkander brand veroorzaakte. Vervolgens een zachten winter maar buiten gewoon veel regen zoo dat in Februarij van 1877 het water begon te wassen zoo dat den geheelen Spaansweerdt overstroomenden. Het tekende te Keulen 6 el 99 duim. Langzaam vallen, veel regen en wind en dan weer wassen. Het winterkooren hier alles en overal veel kapot. Een kout schraal voorjaar. In het laats van Mei eeniger dagen groeizaam en vervolgens weer veel droogte zoo dat het weigras over al opging en het geel gras kort bleef. Het werdt verkocht tegen 30 a 40 gulden de 1000 KG. In midden van Juli milde regen. Het water beginnen te vallen en vervolgens groeizaam zoo dat er in een korten tijd veel gras wassen. Het jong hokvee wert duur verkocht. Een zachten herfst en winter zoo dat wij begin van Februari de paarden buiten lieten en 6 weken later voor de derde maal onder water
Het water wegvallen veel groeizaam weer zoo dat voor [...] het
vee overal in de weide gingen en in het midden van [...] zoo veel
gras was als van menschen heugen. Klaver bij [...] weite goed,
rogge tamelijk. Vee hard duur. Boter goedkoop. Rogge ƒ7.50 a
8. Weite ƒ10 tot 11 gulden. De maand van Mei al het lage
weiland onder water. Den [...] Mei langzaam beginnen te vallen.
Vervolgens 4 a 5 [...] zoo dat er ontzaggelijk veel weiland onder
water stond en [..] hooi verloren raakte. Het beste hooi werd
verkocht tegen 10 a 11 de 1000 ll daar heel veel van de grond
kwam. In het midden van Juli het water beginnen te vallen. Een
mooi groeizaam weer. In Augustus een zwaare pesziekte onder de
varkens waarin 14 dag al onze varkens 21 in getal stierven.
Vervolgens een goeden nazomer en [...] voor winter tot begin van
1879 een [..] was in het water zoo dat den gehelen Spaansweerdt
er onderstroomde en toen alles dig vroor zoo dat wij 4 dagen
opgeslooten waren.
In het laats van Januari het ijs weggedooit. Het water weer
beginnen te wassen. Ons bouwland weer onder water toen geval.. Den
21 Februari de weg en [...] weer bloot. Toen weer een felle koude.
Vervolgens wispeltuurig weer. Een laat voorjaar met weinig gunstig
[..] in het laats van Mei en half Juni gunstig en groeizaam zoo
dat er in een korten tijd veel hoi en stroo waste. Vervolg veel koud en nat weer. In de laaste helf van Juli een felle was in het water zoo dat ons geheele plaats bouw en weiland over stroomde zoo dat de meeste paarden en beesten op stal moesten en op de hooge streeken gevoert moesten worden. En men hoorde op de Maas en Waal veel van ongelukken en heel veel hooi verdronken. Hier tegen over bij den Gelderschen Tooren misschien wel 80 voet. Allen droog aan oppers onder water geloopen. Wij hadden het net binnen. Vervolgens groeizaam weer maar gewoonlijk veel regen. Een groeizaam nazoomer tot het laats van November 1879. Een [..] koude die duurde tot 28 December. Een fele dooi tot 4 a 5 Jan 1880. Overal watersnood en veel ongelukken gebeurd op de Maas en Waal bij Bommel, Poederooijen, Os en die streeken. Een doorbraak hier. Ons bouwland overstroomt en met een fele val in 8 dagen weer binnen den IJssel. Het voorjaar veel droogte zoo dat de maand van Mei zoo koud en droog was en alles even koud en schraal dat er veel gebrek aan gras was en nog veel haver gezaait moet.
Op den 27 Februari 1876 berg[...] het water aan de pijlschaal te Zutphen eene hoogte van 8,28 M boven Amsterdams pijl. Ofschoon nadien tijd weder eenigszins gedaald doen de voorduurende berigten van nieuwen was in Duitsland velen de met veel zorg de toekoms tegemoet zien. Intusschen is genoemde waterstand in deze eeuw reeds herhaaldelijk overschreden het water is in
Januari 1809 tot 9,13 M boven AP Doesborg[...] Februari 1809 .. 8,92 .. .. .. 1882 waterhoog[...] Februari 1814 .. 9,24 .. .. .. 10,55 M + AP Januari 1820 .. 8,55 .. .. .. Januari 1832 .. 8,32 .. .. .. Maart 1838 .. 8,66 .. .. .. April 1845 .. 8,52 .. .. .. Februari 1846 .. 8,42 .. .. .. Februari 1850 .. 8,62 .. .. .. Maart 1855 .. 8,72 .. .. .. Doesborg 15 Ma[...] Februari 1862 .. 8,34 .. .. .. 1876 waterhoogte Februari 1867 .. 8,40 10,42 Meter + AP 17 Maart 1876 .. 8,65 .. .. ..
Na dien tijd tot nu onlangs heeft den IJssel de hoogte van 8 M niet meer berijkt. De buitengewoone stand van 1855 was een gevolg van ijsgang, die van 1862 en 1867 kwam echter met open water voor. Waterstand boven de 9 M + AP zijn vroeger door den slegten toestan[...] der revieren herhaaldelijk geweest. Zoo had men behal[..] de reeds vermelde in 1799 een stand van 9,20 en in 1784 zelfs van 9,70 M boven AP. De hoogste bekend is 9,82 M in 1651. Door de veel verbetering op den Bovenrijn het afsnijden van bochten en vellen van bosschen berijkt ons het water tegenwoordig wel veel sneller dan vroeger, maar de voortduurende verbetering aan onze [...] revieren aangebracht en voor al sedert 1860 ook op den IJssel toegepast makende dat het veel geregelder en spoediger kan worden afgevoerd en dat waterstanden van 9 M en daar boven hoe langer hoe zeldzamer zullen worden.
Volgens de Zutphensche Courant van den 9 Maart 1876.
In de maanden van Maart, April, Mei en Juni veel koud schraal droog wester zoo dat het bouwland overvloedig bewerk kon worden en in het midden van Juni bijna hongersnood voor het vee vervolgens milde regen en gunstig weer zoo dat er onmidelijk overvloed van gras was en buiten verwachting veel hooi werd verbouwt het koste ƒ120 tot ƒ160 per bunder. Zoomervruchten, haver, bonen, aardappels buitengewoon goed. Vervolgens een heele gunstige zoomer tot de helft van October over veel regen en een volle was in het water zoo dat de laaste dagen van October onze plaats geheel overstroomde tot het hoogste bultjen toe en al onze paarden en beesten naar stal moest en overal nog veel zaat gezaait moest worden. Langszaam weggevallen en nog weer gewassen tot over de brug. Weggevallen tot middelbare rievier tot midden December een velle was zoo dat het zoo erg woeiende dat den E...dijk en den Emmerdijk overstroomde. In de laatste dagen van December langzaam vallen. Eenige dagen in Januari 1881 een felle vorst zoo dat het elke nachten een felle koude en veel pompen toevrooren. In het laats van Januari dooiweer. Begin van Februari de rievieren allen los en een felle was in het water zoo dat voor de vierde keer ons bouwland overstroomde. Den 8 Februari het ijs verdweenen. Water vallen zoo dat we de brug weer konden paseren. Den elfden dito water weer wassen zoo dat voor de vijfde maal ons bouland over stroomden. Eenige dagen later vallen tot binnen den IJssel. 4 a 5 Maart veel regen zoo dat er weer was in het water kwam en ons bouwland voor de zesde maal overstroomde. 21 Maart de brug weer bloot.
Ander treurige berichten over den watersnood bij Vlijmen, Nieuwkuik en verder dorpen op 1 Januari 1881 volgens het bijvoegsel van den Arnhemsche Courant van 5 Januari 1881 hier bewaard.
Vervolgens het voorjaar uitmunten droog en koud zoo dat de grond goed kon bewerkt worden. In midden van Juni koud en schraal bijna hongersnood voor het vee. Weinig hooi. Sleg zaat. Augustus een milde regen zoo dat er in een korten tijd veel gras kwam. In September meer dan overvloedig veel regen, zoo dat er veel bedorven zaat is binnen gehaald. De 6 September velle was in het water zoo dat er veel weiland overstroomde. Wij bleven hier voor den dijk bewaard. Den 11 September val, zoo te Keulen 5,68 Duim. Zutphen 3 M 61 cm.
Het water langzaam was vallen tot de gewoone rievier. Den heelen [...]zomer veel nat weer zoo dat den 13 en 14 October een felle storm [..] veel schade aanbrachten. Vervolgens heel mooi droog weder. In November veel koud [...] weer. Betrokken lug zoo dat het vooruitzich van opstallen was voor het vee. Veel jong vee goedkoop verkocht. [...] en overal weinig hooi en stroo, zoo dat men tegen de winter aan lag. En vervolgens veel droog weer met geen vors of kouw en in het geheel geen sneeuw. Het water bijzonder laag zoo dat te Aanheim aan de brug in deze euw niet zoo laag is gewees. Nog lager als in 1857. Den 15 Februari 1882 tekende de pijl [...] Keulen 1 el 42 D en te Zutphen 0,50 D en steeds nog vallen. Een bijzonder gunstig voorjaar. Begin van Maard veele dagen warm en groeizaam. In het midden van Maard heb ik 16 kalvers en 8 paarden buitengelaten. Nu eenige dagen koud en schraal. In het midden van April alles buiten. Het bouwen gedaan. Het winterkooren prachtig schoon. Veel gras. [...] Mei het vee [...] duur zoo dat men voor het slegte vee nog meer betaalde als in Maart voor het goede. Een geweldigen groeizaamen zoomer van droogte en regen. Veel hooigewassen. Het koste 10 a 13 Guldens a 500 Kielogram. Rog zwaar. Stroo en zaat weite middelmaatig. Nu en dan zulk een geweldigen regen met straalen uit de lucht. In het laats van Juli een was in het water zoo dat den 3 Augustus de pijlschaal te Keulen 4,39 M en te Zutphen 3,35 M en vervolgens een goede val.
In het laas van September een fele was in het water zoo dat den 23 September de pijlschaal te Keulen 6,67 M + AP 42,52 en te Zutphen 3,50 M + AP 6,21 M zoo dat den geheelen Spaansweerde overstroomde. en gaan vluchten moest met 94 paarden en beesten paarden de beesten gedeeltelijk op stal. Ongeveer 50 beesten op een ander in de weide. Eenige dagen al weer gewassen, val, nog weer gewassen tot 20 September. 10 November een nieuwe was in het water, 17 dito. Te Keulen 7,38 M A.P. of D 3,23 [...] was en veele ongunstige tijden. [...] zoo dat het te Keulen eene hoogte kreeg [...] 9,5 M +AP [...] de hoogste waterstand in deze eeuw. Te Doesborg 10,55 boven noodpijl. Den [...] tussen den 2 en 3 December [...] beginnen vallen. Altijd goed weer met stille wind. Het water is zoo ver gevallen dat wij enige dagen [...] 20 December weer beginnen te wassen en dan 1 Januari 1883 [...] eerst beginnen vallen. Het was hier op Spaansweerdt zoo hoog
dat het bijna achter op de deel kwam. Eenige duimen [...] in December. Het is hier zedert 1868 niet zoo hoog geweest [...] toen was het doorbraak. 2 Januari 1883 waterhoogte te Keulen 8,94 M + AP 44,19. 4 Januari Doesborg 10,58 M. Langzaam val. Men hoorde overal veel van ongeluken. Volgens de Zutphense Courant van vrijdag den 5 Januari de Rijn bij Wiesbaden begon maandag te vallen maar de Main rees (wasten). Van M[...] tot Manheim in Worms is 't land 10 voet overstroom. 5 Dorpen zijn verwoest, 250 huizen ingestort en duizend menschen van alles beroofd. 't Is zeer moeijelijk voorraad te brengen. Te Keulen werken 1400 menschen aan den dijken. Het weer is zacht. Van het nieuws van de dag 6 Januari uit de overstroomde gemeenten van Duitsland koomen [...] steeds treurige berichten. Te Frankenthal (Beieren) en omstreeken zijn minstens 9000 menschen van onderkoomen beroofd. Friesenheim is bijna geheel verwoest. Te Neuburg Weier (Baden) is bijna geen huis meer bewoonbaar. De inwoonders werden daar zondag door leden der roeiclub van Karlsruhe en later door pionniers in bootjes [...] en naar Morsch gebracht. Een aantal mannen uit [...]derheim[1] hebben getracht den Neckaroverdijk bij Mannheim, de eenige bescherming van die stad tegen een overstrooming van den Rhijn, door te steeken en het water van den ander oever af te wenden. Dit opzet werd gelukkig nog juist in tijds verijdeld. Op verschillende plaatsen hebben laaghartige dieven van de ramp gebruik gemaakt om velaaten huizen te plunderen. Door het doorbreeken van de dijk bij Bellegarde is de rechtstreeksche spoorweg verbinding tusschen Parijs en Geneve voor geruimen tijd gestremd. Deventer en Nijmegen is ook weer armoede gewees. Het water langzaam wegvallen zoo dat wij bijzonder mooi weer hadden in Januari en Februari. Maart en April veel koud en schraal en het werd zoo bijzonder droog dat er veel kooren niet opging wegens de droogte. Met Mei de beesten in de weide en geen gras. 10 Mei regen. Het winterkoorn alles verdronken. Hooger straten sleg in het laats van Februari nog veel gezaait. Het winterkooren over het algemeen sleg. Zomer rog en zomer [...] middelmaatig. Boonen sleg. Aardappels goed. Hooigras sleg en weidegras heel sleg zoo dat er veel beesten gebrek [...] en niets geen bloothooi kwam het heel grashooi kort en dun. Wert duur verkocht zoo dat men voor 100 op de wagen konde laten tot midden July kou en droog
Noten:
[1] Heidenheim? Maar dat ligt in de Zwabische Alb, niet aan de Neckar.
In het midden van Juli regen zoo dat alles ontwikkelde en spoedig gras kwam. Het maaijen van de laate rog viel niet tegen en goed geladen. Na zomer veel regen. Het water laag. Vee duur 35 a 40 ct varkens 22 tot 26 ct per ll en het midden van November het vee op stal. 18 December was in het water tot op de hoogte 6 el 28 Duim te Keulen. Langzaam wegvallen het laats van December eenige dagen veel storm uit het noordwesten, zoo dat er dan veel ongelukken zijn gebeurd op zee en het eiland Markel, Uitdam, Zunderdorp, Ransdorp en Durgerdam. In zonder van het doorbreken van den polder Kerkhoven (pro Gronigen) eene landbouwer die zavens met moeite zijn vrouw en drie kinderen op zolder kon reden. Zijn paarden hebben zig zelfs gered en zijn vee alles verdronken de schade aan vee is 15 a 20 duizend gulden.
Begin van Januari 1884 mooi weer. Weer eenige daagen storm zoo dat er nog al huizen en schuuren in waaijen en dak en pannen vernield werdt. Water langszaam wassen. Ons bouw- en weiland overstroomde spoedig wegvallen den geheelen winter mooij weeder zoo dat zich alles ontwikkelde en in begin van April veel vee in het weiland ging. 13 en 14 April Paasschen en toen 14 dagen een felle kouwe wind en der machte hard vriezen zoo dat de vruchboomen en hofvruchten veel leden. Mei regen vervolgens koud en droog Begin van Juli zwaare hitte zoo dat wij een mienigte zwaare schoers knegen met veel stortregen en veel ongelukken van brand vervolgens mooi groeizaam weer een droogen nazomer buitengewoon laag water in December veel regen en wassent water.
In 1885 winters een beetjen vriezen en snee en water alles op zijn tijd. Maart en April koud en schraal. Mei veel koude regen. Het zaad goedkoop, weite ƒ9, rog ƒ6, boter 35 a 40 ct per ½ kielo, aardappels gevraag, verkens 25 ct ll, fokvee en weivee graag, dragtig vee en vet goedkoop. Den geheelen zoomer veel koud schraal weer, zoo dat in de maand van Augustus verscheiden nachten gevrooren heeft en heel veel schade is gebeurdt aan de hofvruchten. In de nazoomer veel regen een heele daling in hetvee zoo dat de weijerij heel weinig opbracht veel jong vee op toe gegeven. December water en sneeuw en vorst.
Dien winter veel vorst en sneuw. Zoo dat op den 20 Maart het weer omsloeg met regen en vervolgens koud en schraal. tot midden Mei. De rogge en weite buitengewoon sleg. Het kooren zonder handel. Rog ƒ 6, weite 7, aardappels ƒ 2,25, beesten goedkoop, verken schoon 23 ct. Een groeizaamen herst.
Den winter van 1887 redelijk goed weer. Mei schraal, zoo dat alles laat aan de gang was met het groeijen. In het begin van Juni een fele was in het water, zoo dat er in een korten tijd veel weilnad en hooiland onder water stond. Het tekende in Keulen 41.91 Meter. Wij hebben onzen zoomerdijk met moeite behouden. De schade was aanziendelijk root. Spoedig gevallen. Vervolgen heel veel droote, zoo dat overal gebrek was voor het vee. De laagten verdonken en de hoogten verdroog. Het hooi werd duur verkocht en weinig verbouwt. Rog en stroo buitengewoon goed, haver redelijk, aardappels goed en veel doorgewassen. Herfst veel regen, midden November drie dagen hard vriezen, zoo dat ook veel schade was. Het vee zoo bijzonder goedkoop. Een goede pinkos van 60 tot 70 Gulden, die voor twee a drie jaar 120 a 150 Gulden koste. Paarde, verkens, kooren, alles goedkoop. Boter van April tot Juni van 35 tot 50 ct ½ K.Gram., later 60 tot 75 ct.
Een fellen kouwden winter met veel sneeuw, overal in ons werelddeel, zoo dat 3 maal over de rivieren zijn dig gevroren. In het midden van Maart dooiweer met eenige daagen veel regen, zoo dat een was in het water en een menigte weiland overstroomde. Den 15 Maart waterhoogte te Keulen 6,86 M of 42,71 + AP. Val 12 Dm. Den 17 Maart Westervoort 12,92 + AP. Val 3 Dm.
Nog van sneeuw. Weer koud en sneeuw.
Den 19 Maard Deventer [...] paardemark. De nacht veel binnen het huis gevroren en den geheelen dag sneeuw en storm. Het was [...]verig om buiten te zijn. Het voorjaar eers veel regen en later veel koud schraal weer. De maan Juli veel regen, zoo dat het er treurig uit zag met het hooi. Zondag 5 Augustus 1888 bijzonder veel regen bij mijn en menschen heugen niet zoo veel als zondag en des nachts. Al het weiland binnen en buiten dijk was onder geregend.
Zelfs het bouwland langs de Berkel en den Ouden IJssel waar nog aardappels en hofvruchten onder water staan. Waterhoogte te Keulen 9 Augustus 5,14 M 40,99 langzaam vallen met veel regen. Wij hebben onzen zoomerdijk met moeite behouden, maar binnen en buiten even hoog. Het hooi tamelijk gras duur verkocht en veek bedorven binnen gekomen. Koste 130 a 185 Gld de bunder. De tweede snee heel verloren. Nazoomer gunstig.
20 November en 21 dito ider dag zware schoers met veel regen, maar geen ongelukken. Verder een mooijen zachten winter. In het laats van November gingen de jongelui eenige dagen op het ijs. En in Februari 1889 ook eenige dagen schaatsrijden. Weinig hoog water, zoo dat met Mei de beesten in het gras liepen. Het winter koorn staat schoon. Vet vee weinig vraag. Wevee duur. Verkens graag. Een bijzonder groeizaamen maand Mei en heel veel gras.
12 en 13 mei werd in ons geheele Nederland alle steeden en dorpen en vlekken, zelfs in Steenderen, op 5 plaatsen feest geviert. Het veertigejaarigen jubelfeest aan onzen Koning Willem III. Duizenden van gulden versnoep en vervlogen in vuurwerk. De Meimaand was zoo bijzonder groeizaam als menschen heugen. Maand Juni het hooijen gedaan. De prijs is van 60 tot 130 gulden per bunder van 10 a 12 duizend pond. Alles voorspoedig gehooid. Veele weidens [...]. 2 juli ben ik begonnen rog te maaijen en den laasten juli de weite overal af. Rog en weite bijzonder veel stroo. Middelmaatig gel[...]den. Aardappels, zuikerwortels, magel en gele wortels, knolgroen, alles bijzonder goed. Zoo veel dat er veel voer kwam. Het vee duur. Varkens schoon 29 ct [...] 27 ct per [..] pond.
Een deugzaamen winter, geen strenge vorst, weinig water en weinig sneeuw. Mei veel gras. Kooren staat goed. Beesten [...] en verkens wonder duur. Nuchteren [...] kalven 30 gulden. Jonge keuyens tot ƒ 2,50 ct per week.
Een groeizaamen zoommer gehad veel hooi en kooren verbouwt. Het vee goed ontwikkeld maar weinig weigeld. Nazoomer de verkens 21 a 22 cent [..] en meenigte vertrokken naar Pruisen. Nazoomer goed weer. Midden November veel regen en vroeg vorst zoo dat van knolgroen, knolrabie en geel wortels veel over [..] gegaan en hebben een [..] winter gehad zoo dat het streng door vroor tot midden (of eind) Februari.
Een koud schraal voorjaar het winter kooren veel geleden de wiete veel dood gevrooren rog en klaver veel dood en sleg aardappels en wortels veel in de grond en kelder bevrooren. De jonge keuijes dien winter onverkoopbaar of voor 150 ct het paar. Beesten veel minder [...] en vroeg in de weide door gebrek aan hooi en stroo. Midden van Mei nog koud en schraal en weinig groeizaame dagen gehad. Den gehelen zoomer koud nat wer, zoo dat het hooijen moeijelijk ging. Het laage weiland onder water dat het moeijelijk om af te koomen is. Veel hooi is blijven staan. Het werd vree[...] duur verkocht en sleg gewonnen. 180 Gld de bunder [...] de bunder die ½ of 1/3 onder water stonden. Het [..] rog midelmatig, koste ruime 6 Gld de vim. Weite sleg [...] boonen buitengewoon mooi maar sleg binnengekoomen. In Augustus veel reegen en wind. Op den 3 September savonds tot 12 uur snachts vreed [...] weer den geheelen tijd een vuurzee van licht zoo als van menschen heugen niet gebeurd is. Van regen en hagel veel ongelukken. Van brand daar wij onder Steenderen nogal verschoont ben gebleven.
(knipsel in de tekst geplakt)
Het onweer en de ijsregen van Donderdagavond hebben ook tusschen Deventer en Wilp, op den Poll en aan De Pessink groote verwoesting aangericht. Alle boomvruchten zijn hier en daar geheel bladerloos, en een groote menigte vogels en zelfs hazen zijn doodgehageld.
Men meldt o.a., dat nabij den Vlietberg op het Borrenland bij Deventer, niet minder dan 450 doode spreeuwen en kieviten werden opgeraapt, die alle door den hagel waren gedood.
(naast het knipsel geschreven) In 1832[1] heb ik zelf hier in Emmer in de Luur [...] eksters helpen vangen. H.O. Wijers.
In begin van September [...] dagen bijzonder mooi warm weer gehad. Veel mooijer als geheel den zoomer. De winter van 1892 redel goed, maar veel droogte en den geheelen zoomer schraal en [...] zoo dat tusschen den 15 en 16 Juni zoo heeft gevooren,
Noten:
[1] H.O. (geb. 1825) was toen 7 jaar oud.
zoo dat op veel plaatsen hier in deze streeken Brummen op de Veeluw, Steenderen, Vorden, Hengelo, Zelhem en over al zoo veel rog, aardappels, boonen zijn bedorven ons boekweide overal is verongeluk en alle zoo schraal en droog dat er veel beesten de geheelen zoomer honger moesten lijden tot zelfs op de beste weilanden geen gras of water te krijgen was. Hooi duur weinig verbouwt en de grond niet veel op [...] zoo dat het vee zich slegt ontwikkeld werde en het weigeld gering is [...] niets. In onze streek rog goed en goed van zaad. Aardappels buitengewoon goed ook van kwalietijd. Zederd de aardappeleziekte van het jaar 1844 niet zoo goed.
De winter van 1893 redelijk goed maar veel droge vorst Maart mooie warme dagen April onverandering (?) koude nachvorsten en een [...] drogte zoo dat het den 16 Mei veranderde tot milde regen tot toe veel beesten gebrek leden [...] en hofvrugten sleg.
Donderdag 18 Mei is door een onweer het huis van mijn schoonzuster wed. G. Wijers-Beker[1] te Brummen afgebrand achter huis twee schuuren twee bergen tien kalveren tien verkens 2 dorsmasienen met spoor wagens en karen EZV Bewoond door haar broer H.M. Wagenvoort. De droote hield dien zoomer aan tot midden Julij zoo dat er weinig hooi [...] is en duur verkocht werdt verders milde regen en alles groeizaam zoo dat er overvloedig veel gras kwam en heel veel gehooit werdt tot in het laats van September toe. Hier in onze streek is ons verbouw niet tegen
gevallen. Rogge midelmaatig stroo doch zwaar van zaad. Weite
middelmaatig het zoomerkooren heeft zich in het laats van
September zig vel veel ontwikkeld maar sleg van zaad. Aardappels
en tuinvrugten goed. Appels zoo overvloedig veel en mooi dat ze
bijna onverkoopbaar waren op de mark niets voor het fabrik 85 ct
a 120 [...] De winter van 1893 tot 94 heel gunstig volstrek geen
water. Midden April het vee allen in de weide met veel gras het
vee en verkens duur jonge [...] 150 ct per week. Aardappels en
koorn onverkoopbaar.
Noten:
[1] Gerritje Beker (1835-1917), weduwe van Jan Hendrik Wijers (1831-1892).
Zie ook pagina 206.
voor Mei buitengewoon moeizaam. Later veel droog zodat het hooyen buiten gewoon spoedig ging. Hooi midelmaatige prijs. Zaad op het land buitengewoon goedkoop. Rogge van 2 tot 4 Gld de [...] Julij en Augustus heel veel regen en zwaare [...] en veel hooi verrot binnen gekoomen en op veele plaatsen onder water September droog en [...]
Den winter van 1895 veel koud en lang vriezen. Maart koud en sleg, April buitengewoon warm zoodat voor Mei de beesten in de weide kunnen veel hooi en het zaad gewas buitengewoon.
(Harmen Otto Wijers overlijdt 17 september 1895)
1595 Is het eerste hier een Hervormde predikant bekend Joh. Weete 1757 Was een zware pestziekte onder Steenderen in Spaansweert, stierven 39 beesten[1] 1758 Een hoogzomer water, den Lurnendijk over en het gehele Steenderveld onder water 1762 Verbranden alhier 20 huizen 28 huisgezinnen werden daar door in armoede gedompeld[2] 1770 Verbranden te Bronkhorst 21 huizen 2 schuuren en 13 beesten 1782 Verbranden te Steenderen kerk ende schoolhuis en nog 3 andere wooningen 1783 Nog weer drie huizen in 't dorp 1784 Zeer hoog Rhijnwater 1816 Zeer hoog zomerwater de schade begroot op 52514 guldens 1832 Zware hagelslag de schade begroot op ƒ 80083 van nootlijdende 26183 ----- 1774 Was een zware pestziekte onder het rundvee, onder deze gemeente behalve Bronkhorst en Olburgen stierven 1701 stuks vee in Spaansweert alleen 38 a 39 en maar 7 a 8 die er aan beterden[3] 1571 Was te Steenderen Pastoor Johan Arnoldi reguliere kannunik van Deutekom<[4] 1459 Was Wichmond een parochiekerk waar onder de kapel in de [...] was in 1571 pastoor Goossen van Daalen deze kerk is in den IJssel bij het Scheepke verslonden. In Toldijk bij den Bremer heeft ook eens kapel gestaan.[5] 1838 Verbranden twee huizen in het dorp.
Noten:
[1] Addink schrijft hierover: “1757 was een zware pestziekte onder het rundvee, in Spaansweert stierven er 39 stuk en 3 die beterden.” (Oudheden, p.21)
[1] Addink schrijft hierover: “1762 den 27 April middags om 1 uur ontstond alhier in het Dorp Steenderen een aller verschrikkelijkste brand in het huis van de winkelier Coel (..) die zoo ijselijk de overhand nam, dat in minder dan 1½ uur alle de huizen die aan de oostzijde in een halve maan om de kerk heen stonden wierden in de assche gelegd. De in puinhoop veranderde woningen waren 20 in getal, 28 famielien wirden daardoor in de uiterste ellende gestort. (..) De oorzaak van de brand is onbekend.” (Oudheden, p.31)
[2] Addink schrijft hierover: “1774 weer een zware besmettelijk ziekte onder het rundvee, zijnde toen er onder het Richterambt Steenderen (alszijnde Bronkhorst en Olburgen daar toen nog niet onder begrepen) 1700 stuks. Bij de boeren in den Emmer, de een minder de ander meerder, bij ieder 35 a 40 stuk en weinig die er door kwamen.” (Oudheden, p.21)
[3] Addink schrijft hierover: “In het jaar 1571 wierd de pastorije bekleed door eenen Johan Arnoldi, zijnde een reguliere kanonnik en te Deutekom geboren.” (Oudheden, p.19)
[4] Addink schrijft hierover: “Wichmond is in 1459 ook een parochiekerk geweesd, waaronder de Kapel van de Brunsbergen (die thands vervallen is) heeft gehoord. In 1571 was hier pastoor Goossen van Daalen. (..) Hieruit blijkt dat in 1574 de Kerk te Wichmond nog gestaan heeft, die voor de Herberg het Schaepken, in den IJssel verzwolgen is. (..) In Toldijk schuins over het Huis den Bremer (..) heeft zeer waarschijnlijk een kapel gestaan.” (Oudheden, p.20) De opmerking over de verzwolgen kerk is een commentaar van Addink op een passage die hij ontleende aan H.V.R. uit een boek uit 1725 dat hij 'op het Stadhuis te Zutphen' heeft 'afgeschreven in het jaar 1800' (Oudheden, p.17).
Januarij 1802 waren er in de Gemeente Steenderen 466 paarden 2127 stuks rundvee Januarij 1818 1817 rundvee 476 paarden Meij 1811 2187 rundvee 313 paarden Julij 1840 2218 rundvee 444 paarden
De gemeente is groot 4995 bunder 48 roeden 63 ellen zijnde 5863 oude morgens 435 roeden. Hieronder is 1904 bunder bouwland, 2208 broek/weiland Maakt 2593 Rhijnl. morgens. In 1817 is opgegeven 2720 Morg. weiland.
In 1819 waren 1451 Geref. 1317 Rooms 11 Joden zaam 2779 zielen 1830 1568 1458 - 3026 1840 1621 1476 Luth. 10 Joden 3 3110 Dog de miliciens 38 zijn [..] niet bijgerekend dus 3148
De gemeente Steenderen is in omtrek groot 14.999 ellen tegen de Wichmondse beek 6.493 idem tegen Hengelosche beek 5.924 idem tegen Zehem 26 idem tegen [...] 4.368 idem Keppel Drempt 4.235 zamen 36.045 ellen
Men rekend 5.500 ellen voor een uur gaans dog naukeurig gerekend is 5.555 ll een uur gaans Alzoo 1 uur is 5.555 el. Hoeveel 36.045 el. Komt 6 48/100 of 6½ uur gaans in omtrek. Langs den IJssel 1 uur --- 5555 el --- 14.999 el Antwoor 2 72/100 [...] 2 uur 3 kwartier [...]
Aangetekend door mij, ondergetekende H. Addink Steenderen, Augustus 1840 oud 76 jaar
In 1831 waren de grondlasten of verponding van den gebouwde en ongebouwde gronden te zamen 14.755 gl. 27 cent. Komt op ongeveer ruim 14 cent van de Ge[...]waarde.
231 * scan
(Krantenknipsels Zutphense Courant 1888)232 * scan
(Krantenknipsels Zutphense Courant 1888)233 * scan
(Brief met boterbestelling 2 Oct 1867)[...] Wed. H.O. Addink[1]
te Steenderen
af te geven aan E. Wijers[2]
in de Klok
te Zutphen
[...]
Noten:
[1] Aaltje Hoogenkamp (1792-1879), weduwe van Harmen Otto Addink (1792-1850),
de schoonmoeder van Herman Otto Wijers.
[2] Evert Wijers (1823-1894), broer van Herman Otto Wijers.
234 * scan
(Brief met boterbestelling 2 Oct 1867)Amsterdam, 2 Oct. 1867
Mejuffrouw!
Deze is dienende ... toezending van het botervat. Wij wensch,
dat U het zelve vuldet, met goede boter, die gedurende de winter en
voorjaar goed blijft en ons ...
zoo spoedig zulks kan terug te zend.
Wij hopen dat u deze in welstan moge ontvangen, gelijk wij ons mogen
bevinden. Doch bij mijnen vader aan ... is zulks het geval niet, daar
vader bedlegerig is, souffreert aan dikke beens, en
... slijm en zenuw... aan de keel. Hij verkeert in zorgwekkende toestan.
... wij berusten in Gods wil, die altijd goed is.
In afwagting ... J.J. van Duuren
Overtoom (Levendig...
Bladzij Jaaren 1 ... van 1784 tot .. . . . . . . . . . . . . . . . . .1813 2 Van de overstroomingen de zomer . . . . . . . . . . .1816 3 Van jaars 1818 tot en al. . . . . . . . . . . . . . .1823 4 Van de goedkoope tijden in. . . . . . . . . . . . . .1824 5 Van 't verdrinken van 't koorn in . . . . . . . . . .1823 6 Van overstrooming van zomer.... . . . . . . . . . . .1830 7 Van hoogwater in 31 en den hagelslag in . . . . . . .1832 8 Van 't verdrinken van koorn in 33 en in . . . . . . .1834 9 Van de prijs van 't koorn en 't vee in. . . . . . . .1834 10 Van sterven van vee in. . . . . . . . . . . . . . . .1835 11 Van storm en onweeder in. . . . . . . . . . . . . . .1836 12 Van een overstrooming in. . . . . . . . . . . . . . .1837 13 Van een overstrooming in. . . . . . . . . . . . . . .1838 14 Van eene ziekte van 't vee in . . . . . . . . . . . .1839 15 Van de jaaren in 40 en in. . . . . . . . . . . . . .1841 16 Van een felle droogte in 42 en in . . . . . . . . . .1843 17 Van een overstrooming in. . . . . . . . . . . . . . .1844 18 Van een strenge winter in . . . . . . . . . . . . . .1845 19 Van een overstrooming en verrotting van aardappels. .1845 20 Van een overstrooming en verdronken van koorn in. . .1846 21 Van een duurte van alle levensmiddelen in . . . . . .1847 22 Van een zomer water in Meij in. . . . . . . . . . . .1848 23 Van het sterfte van menschen en vee in. . . . . . . .1849 24 Van de prijs van alle produkten in. . . . . . . . . .1851 25 Van een storm op de Zuiderzee . . . . . . . . . . . .1853 26 Van 't jaar 53 en in. . . . . . . . . . . . . . . . .1854 27 Van een strenge winter in . . . . . . . . . . . . . .1855 28 Van een watervloed in 't zelde jaar . . . . . . . . .1853 29 Van een watervloed in 't zelde jaar . . . . . . . . .1854 30 Van een overstrooming in . . . . . . . . . . . . . .1856 31 Van een overstrooming in 't zelde jaar. . . . . . . .1856 32 Van mijn vertrek naar den Heeckerenskolk in . . . . .1856 33 Van een drooge zoomer in. . . . . . . . . . . . . . .1857 34 Van de leege water stand in zelde jaar. . . . . . . .1857 35 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . . 800 36 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1045 37 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1500 38 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1574
Bladzij Jaaren 39 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1580 40 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1590 41 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1621 42 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1650 43 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1666 44 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1672 45 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1688 46 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1799 47 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1810 48 Van de geschiedenis van ons vaderland . . . . . . . .1811 49 Van Napoleon in Rusland . . . . . . . . . . . . . . .181. 50 Van de omwenteling in ons Nederland . . . . . . . . .1814 51 Van de slag bij Waterlo . . . . . . . . . . . . . . .1815 52 Van den tiendaagschen veltog. . . . . . . . . . . . .1831 53 Van de overstrooming van bouwland den Grooten Emmer 54 Van de overstrooming van 't weiland den Grooten Emmer 55 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1824 56 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1826 57 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1829 58 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1831 59 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1833 60 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1839 61 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1842 62 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1846 63 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1849 64 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1851 65 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1852 66 Waarborg voor runderen. . . . . . . . . . . . . . . .1855 67 Schaarde van de paarden . . . . . . . . . . . . . . .1823 68 Schaarde van 't vee . . . . . . . . . . . . . . . . .1824 69 Aan paarden verkocht. . . . . . . . . . . . . . . . .1824 70 Aan koorn verkocht. . . . . . . . . . . . . . . . . .1820 71 Aan koejens verkocht. . . . . . . . . . . . . . . . .1823 72 Aan ossens verkocht . . . . . . . . . . . . . . . . .1823 73 Aan verkens verkocht. . . . . . . . . . . . . . . . .1823 74 Aan boter verkocht. . . . . . . . . . . . . . . . . .1823 75 Aan hooigras verkocht . . . . . . . . . . . . . . . .1845 76 Aan koorn op den Heeckerskolk verkocht. . . . . . . .1829
Bladzij Jaaren 77 Aan paarde, koorn ... verkocht. . . . . . . . . . . .1823 78 Herbergen in ons rijk in. . . . . . . . . . . . . . .1855 79 Middelprijzen van alle produkten. . . . . . . . . . .180. 80 Middelprijzen van alle produkten. . . . . . . . . . .183. 81 Middelprijs van . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185. 82 Staat van veestapel . . . . . . . . . . . . . . . . .1855 83 Gewigte van vee . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1855 84 Lijst van navolgende steeden en dorpen. . . . . . . .1855 85 Lijst van navolgende steeden en dorpen. . . . . . . .1855 86 Lijst van navolgende steeden en dorpen. . . . . . . .1855 87 Volkstelling in November. . . . . . . . . . . . . . .1849 88 Bevolking in. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1795 89 Bevolking in. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1795 90 Bevolking in. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1795 91 Volkstelling in heel Europa November. . . . . . . . .1849 92 Bevolking in Frankrijk November . . . . . . . . . . .1849 93 Bevolking in Rusland November . . . . . . . . . . . .1849 94 De krooning des keizers op de 8 September . . . . . .1856 95 Over den stad Londen in . . . . . . . . . . . . . . .1766 96 Over den brand in . . . . . . . . . . . . . . . . . .1842 97 Naamlijst der predikanten . . . . . . . . . . . . . .1595 98 Naamlijst van kerkmeesters en voorzangers . . . . . .1635 99 Iets bijzonders in de oudedaagen in . . . . . . . . .1172 100 Iets bijzonders in de oudedaagen in . . . . . . . . .1401 101 Schoolen in Nederland . . . . . . . . . . . . . . . .1849 102 Bevolking der Godsgezinten 19 November. . . . . . . .1849 103 Over besmettelijke ziekten van vee in Friesland . . .1850 104 Iets over den eigendom in . . . . . . . . . . . . . .1855 105 Iets over de dijken in. . . . . . . . . . . . . . . .1854 106 Iets over de vesting Sebastopol in Rusland in . . . .1855 107 Staat der gemeentens deze provincie . . . . . . . . .1856 107a Vervolg van H. Wijers en Egen. Wageningen[1] 108 Staat der gemeentens deze provincie . . . . . . . . .1856 109 Staat der gemeentens deze provincie 110 Staat der bevolking 111 Bevolking van Duisland in . . . . . . . . . . . . . .1850 112 In de oude daagen in. . . . . . . . . . . . . . . . .166. 113 In de oude daagen in. . . . . . . . . . . . . . . . .14.. 114 Marktberigten in. . . . . . . . . . . . . . . . . . .185.
Noten:
[1] Niet in de bladwijzer vermeld.
Bladzij Jaaren 115 Prijs van koorn op de voornaamste markten . . . . . .1857 116 Middelprijs van 't koorn in jar van . . . . . . . . .1858 117 Iets over den brand in. . . . . . . . . . . . . . . .1840 118 Iets over den brand in. . . . . . . . . . . . . . . .1820 119 Iets over den brand in. . . . . . . . . . . . . . . .1772 120 De lege waterstand in 't jaar van . . . . . . . . . .1858 121 De lege waterstand in 't jaar van . . . . . . . . . .1858 122 Den jaar 1858[1] 123 Staat van geformeerden bevolkin van jaar. . . . . . .1857 124 Staat van den burgerlijken stand van jaar . . . . . .1857 125 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . . 738 126 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1556 127 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1315 128 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1573 129 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1686 130 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1740 131 Iets bijzonders in vroeger jaaren . . . . . . . . . .1775 132 Iets bijzonders in vroeger jaaren 133 Iets over de prijs van 't vee in jaar van . . . . . .1858 134 Iets over den drooge zoomer in jaar van . . . . . . .1858 135 Iets over den konijnen teelt in jaar van. . . . . . .1856 136 Iets over de bouwplaast den Grooten Emmer 137 Iets over de bouwplaatsen in vroeger jaaren 138 Iets ovder de zoomer in jaar van. . . . . . . . . . .18.. 139 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .1859 140 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .1859 141 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .1860 142 Iets een mededeling in vroger jaaren 143 Iets over de krijsmacht in Frankrijk Januarij . . . .1859 144 Iets over de krijsmacht in Oostenrijk Januarij. . . .1859 145 Iets over de volkstelling in de gemeente. . . . . . .1859 146 Iets over vroeger jaaren 147 Iets over de Geldersche landbouw. . . . . . . . . . .1859 148 Iets over de bevolking van de heele wereld 149 Iets over de volkeren in Engeland 150 Iets over de colera in vroeger jaaren 151 Iets in vroeger jaaren 152 Iets over 't draagen van 't vee 153 Iets over de veldslagen in deze eeuw
Noten:
[1] Niet in de bladwijzer vermeld.
Bladzij Jaaren 154 Iets over de groote veldslagen in deze eeuw 155 Iets over de volkstelling op den 31 December. . . . .1859 156 De volkstelling op Java op den 31 December. . . . . .1859 157 Ramp en de stad Leiden in jaare . . . . . . . . . . .1635 158 Eene kleine mededeeling 159 Over de zeven provincien in ons Nederland 160 Over het jaar den hevigen storm op Pinster. . . . . .1860 161 Over het jaar den hevigen storm op Pinster. . . . . .1860 162 Over het jaare. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1860 163 Middelprijs van 't koorn in jaar. . . . . . . . . . .1861 164 Iets uit de stad Parijs 165 Iets over 't Vaderland in 't jaar . . . . . . . . . .181. 166 Iets over de zeven wonderen der wereld 167 Iets over de zeven wonderen der wereld 168 Over 't jaar over den watervloed in . . . . . . . . .1860 169 Over 't jaar over den watervloed in . . . . . . . . .1861 170 Iets over een brand in jaar . . . . . . . . . . . . .1632 171 Over den watervloed in Nederland in jaar. . . . . . .1861 172 De middelsprijs van 't koorn in jaar. . . . . . . . .1861 173 Over den watervloed in Nederland in . . . . . . . . .1861 174 Iets over de stad Amsterdam 175 Iets over de jaare in . . . . . . . . . . . . . . . .1861 176 Iets over de jaare in . . . . . . . . . . . . . . . .1861 177 Iets over Engeland 178 Iets over de spoorwegen 179 Iets over de kosten van ons rijk 180 Iets over 't huis Bornhof te Zutphen 181 Iets over de stad Brussel 182 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .1862 183 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .18.. 184 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .18.. 185 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .18.. 186 Iets over 't jaar van . . . . . . . . . . . . . . . .18.. 187 Iets over 't grootse fabrik in Europa 188 Iets over 't jaar van 1863 en . . . . . . . . . . . .1864 189 Iets over de staat van de geboorte in Nederland 190 Iets over de brand 191 Iets over de stad Berlijn 192 Iets over de stad Zutphen
(reconstructie)
Bladzijde 193 Jaare 1864 194 Jaare 1865 195 Jaare 1865 196 Iets over Engeland 197 Jaare 1865 198 Jaare 1865 199 Jaare 1865 200 Jaare 1866 201 Jaare 1866 202 Jaare 1866 203 Iets over pestveeziekte 204 [1] 205 Tot aandenkink 205a Iets over 't jaar 1867 206 - 207 - 208 Tot aandenkink 209 Tot aandenkink 210 - 211 Tot aandenkink 212 De durte van het vee 213 Durte van de grond en opbrengs 214a Iets over 't jaare 1867 214b Iets over jaare 1868 215 Iets over jaar 1868 216 - 217 - 218 - 219 - 220 1880 221 1881 222 1883 223 1883 224 1886 225 1888 226 1890 227 1892 228 1894-95
Noten:
[1] Ontbreekt.
Bijlagen 229-230 Twee bladen met aantekeningen van Harmen Addink, Augustus 1840 231-232 Krantenknipsels Zutphense Courant 1888 233-234 Brief met boterbestelling 2 Oct 1867
Eindhoven, mei 2000 (laatst herzien en aangevuld augustus 2009)