Johannes de Quant (1893-1975)

 

Deze kwartierstaat is onderdeel van een reeks kwartierstaten van Bandoengse hoogleraren en lectoren.

 

Ik stel het op prijs als u mij attendeert op geconstateerde fouten. Ik houd mij aanbevolen voor aanvullingen. Dat kan per e-mail aan: hjmwijers AT hotmail.com

 

H.J.Michiel Wijers

Eindhoven, maart 2018 (laatst herzien februari 2020)

 


 

[1] Johannes de Quant, geb. Pandeglang (Res. Bantam) 10.08.1893, propaedeutisch examen Delft 1920|a|, kandidaatsexamen Delft 1922|b|, ingenieursexamen werktuigbouwkunde Delft 1923|c|, tijdelijk belast met de waarneming der betrekking van leeraar 2de klasse en geplaatst b/d Gouvernements M.T.S. te Soerabaja” (1941)|d), directeur M.T.S. te Soerabaja (1947)|e|, lector werktuigbouwkunde Bandoeng (1947-na1950/51)|f|, “oud-wetensch. hoofdambt. A T.H.D, oud-lector T.H.B., tijd. lector T.H.D.” (1971)|g|, “oud-suikerplanter op Java, gep. hoofdambtenaar T.H. Delft” (1975)|h|, overl. ’s-Gravenhage 09.03.1975, crem. 13.03.1975, tr. Klaten 04.10.1923|i| Hermine Adrienne Hofland, geb. ’s-Gravenhage 17.11.1894, overl. ’s-Gravenhage 14.05.1992|j|, d.v. George Lodewijk Hofland (1858-1938) en Johanna Quirina Augustina Loth (1860-1942).

 
– GLH z.v. Pieter Willem Hofland en Hermina van Keulven, kwartieren [4]/[5] in Kwartierstaat Willem Hofland (1889-1938), lector Bandoeng.

 

Noten: |a| De Telegraaf 19.06.1920; |b| De Tijd 26.06.1922; |c| Delftsche courant 03.02.1923; |d| Soerabaijasch handelsblad 20.08.1941; |e| Nieuwe courant 16.03.1948; |f| Programma voor het studiejaar 1950-1951, Universiteit van de R.I.S., Faculteit van Technische Wetenschap te Bandoeng, p.4; |g| Naamlijst van ingenieurs, KIVI, 1971; |h| De Telegraaf 14.03.1975; |i||j| De Indische Navorscher 20 (2007) no.1 p.46.

 

[2] Pieter Christiaan de Quant, geb. Soerakarta 28.11.1864, controleur B.B. te Tjitjalengka (1901), assistent-resident van Meester Cornelis (1912), overl. Batavia 22.01.1912, tr. Bandoeng (Res. Preanger Regentschappen) 12.08.1890
[3] Elisa Heijting, geb. Pati (Res. Japara) 08.07.1864, overl. na 1937.

Uit dit huwelijk:

1.                   Sophia Christina de Quant, geb. Karanganjar (Res. Bagelen) 20.07.1891, overl. Pandeglang (Res. Bantam) 09.08.1893.

2.                   Johannes de Quant, geb. Pandeglang (Res. Bantam) 10.08.1893; volgt [1].

3.                   Herman de Quant, geb. Pandeglang (Res. Bantam) 09.01.1895|c|, werktuigkundige, tr. Deventer 14.05.1918 Henriette Aleida du Bois, geb. Malang (Res. Pasoeroean) 27.04.1896, d.v. Alie du Bois, leraar en Grietje van de Graaf.

4.                   Elisa Anna Carolina de Quant, geb. Pandeglang (Res. Bantam) 17.01.1897.

5.                   Pieter Christiaan de Quant, geb. Bandoeng (Res. Preanger Regentschappen) 29.06.1900, suikerplanter, Japanse internering 08.03.1942|a|, overl. Toowoomba (Queensland, Australië) 15.10.1968, tr. Laura Vonck, geb. Blitar 05.06.1900.

6.                   Christina Hendrika de Quant, geb. Bandoeng (Res. Preanger Regentschappen) 30.09.1902|b|.

 

Noten: |a| geb. Padalarang (Java); |b| geb. Tjitjalengka (Bevolkingsregister ’s-Gravenhage); |c| geb. 09.01 (Bataviaasch nieuwsblad 14.01.1895) & geb. 05.01 (RA 1896 p.315).

 

[4] Johannes de Quant, geb. Dordrecht 23.04.1841, onderwijzer derde rang op de gouvernements eerste lagere school te Soerakarta (1864), overl. Soekaboemi 18.11.1890, tr. Soerakarta 23.02.1864

[5] Christina Hendrika Reijgers, geb. Soerakarta 21.04.1844, overl. Bandoeng 09.07.1919.

Uit dit huwelijk:

1.                   Pieter Christiaan de Quant, geb. Soerakarta 28.11.1864; volgt [2].

2.                   Johannes Hendrik de Quant, geb. Soerakarta 24.11.1866, luitenant der infanterie (1889), gep. majoor tit. der inf. (1912), overl. Bandoeng 15.07.1927, begr. Bandoeng 16.07.1927, verloofd Meester Cornelis 22.10.1889, tr. Meester Cornelis (Res. Batavia) 19.05.1890 Christine Caroline Augustine Ruempol, geb. Fort de Kock (Res. Padangsche Bovenlanden) 14.10.1870, overl. Zeist 25.01.1959, crem. Velsen (Westerveld) 29.01.1959.

3.                   Louisa Petronella de Quant, geb. Soerakarta 28.10.1868, overl. 13.12.1925, begr. Poerworedjo (Res. Kedoe)|a|, tr. Batavia 30.03.1899 Franciscus Carolus Henricus Tuts, geb. Padang (Res. Sumatra’s Westkust) 17.03.1851, overl. Poerworedjo (Res. Kedoe) 01.02.1902, begr. Poerwordejo (Res. Kedoe)|b|.
     FCHT tr. 1e Padang (Res. Sumatra’s Westkust) 11.03.1876 Johanna Maria Heije, geb. Padang (Res. Sumatra’s Westkust) 06.10.1848, overl. Indrapoera (Res. Padangse Benedenlanden) 09.01.1887.

4.                   Christina Hendrika de Quant, geb. Salatiga (Res. Semarang) 25.11.1870, overl. Ede 20.05.1946.

5.                   Adrianus de Quant, geb. Salatiga (Res. Semarang) 18.12.1872, asprirant controleur B.B. (1898), otr. Tjilegon/Rangkas-Bitoeng 01.06.1898, tr. 1e Rankasbetoeng (Res. Bantam) 15.06.1898 Wilhelmina Cicilia Tall, geb. Soerabaja 13.08.1879, overl. Probolinggo 10.02.1911; tr. 2e Batavia 09.12.1915 Anna Jacoba Elisabeth van Driest, geb. Benkoelen 15.12.1885, overl. Sidoardjo 25.09.1920.

6.                   Johanna de Quant, geb. Bandoeng (Res. Preanger Regentschappen) 09.07.1884, overl. Rotterdam 07.11.1964, tr. Johan Karel Hubert Sax, geb. Venlo 04.11.1883, overl. Rotterdam 18.11.1961, z.v. Karel Amtoon Hubert Sax en Paulina Engels.

 

Noten: |a| Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden betreffende Europeanen op Java, dl.IV, p.312; |b| ibidem (Frans Carl Henri).

 

[6] * Jan Heijting,|a| geb. Semarang, verblijft in Delft 1846-1849, controleur tweede klasse (ben. 13.11.1856), tr.

[7] NN

Uit dit huwelijk:

1.                  

2.                   Elisa Heijting, geb. Pati (Res. Japara) 08.07.1864; volgt [3].

3.                  

 

Noten: |a| RA 1863 p.59.

 

[8] Pieter de Quant, geb. Gouda ca. 1815, zakkendrager (1841), overl. Zevenhuizen 30.05.1901|b|, tr. Dordrecht 27.01.1841

[9] Pieternella Anna Haassis, geb. Dordrecht 30.03.1812, overl. Zevenhuizen 18.03.1894.

Uit dit huwelijk (moeder ook geschreven c.q. gelezen als Haasjes):

1.                   Johannes de Quant, geb. Dordrecht 23.04.1841; volgt [4].

2.                   Jacob de Quant, geb. Zevenhuizen 24.01.1843, overl. Rotterdam 22.05.1909, tr. 1e Heerjansdam 20.05.1869 Neeltje Vrijhof, geb. Heerjansdam 02.11.1846, overl. Rotterdam 23.04.1889, d.v. Bastiaan Vrijhof en Adriana van den Honaart; tr. 2e Rotterdam 29.05.1895 Pieternella Digna Kloeg, geb. Vlissingen 29.10.1846, overl. Rotterdam 13.02.1907, d.v. Johan Balthasar Kloeg, timmerman, en Wilhelmina Clara Jacoba Neeteson.
     PDK tr. 1e Rotterdam 17.05.1865 Adrianus Visser, geb. Kralingen 24.11.1839, overl. Rotterdam 26.04.1891, z.v. Adrianus Visser en Johanna van Dijk.

3.                   Adrianus de Quant, geb. Zevenhuizen 04.12.1844, overl. Zevenhuizen 15.11.1845.

4.                   Adriana de Quant, geb. Zevenhuizen 11.03.1846, overl. Zevenhuizen 18.05.1846.

5.                   Wilhelmina de Quant, geb. Zevenhuizen 11.03.1846, overl. Rotterdam 07.01.1931, tr. Rotterdam 17.03.1875 Cornelis Breedveld, geb. Zevenhuizen 08.01.1843, overl. Rotterdam 10.11.1926, z.v. Cornelis Breedveld en Jannetje Mulder.

6.                   Adriana de Quant, geb. Zevenhuizen 04.12.1847, overl. Den Helder 16.08.1924|a|, tr. Zevenhuizen 03.02.1871 Johannes Hermanus Josephus Reekers, geb. Delfshaven 04.12.1840, machinist-stoker (1898), overl. Den Helder 11.04.1926, z.v. Johannes Gerardus Antonius Reekers en Catharina Ressenaar (1818-1901).

7.                   Pieter de Quant, geb. ca. 1850, overl. Zevenhuizen 19.03.1850.

 

Noten: |a| moeder Haussis (overl.akte Den Helder 1924 no.166); |b| wedr Haasjes.

 

[10] Christiaan Hendrik Reijgers, geb. ca. 1819, kwekeling op de gouvernements lagere school te Passaroeang (1835,1837), 
temporair onderwijzer derde rang op de gouvernements lagere school te Pesoeroewan (1840), waarnemend onderwijzer derde rang op de gouvernements lagere school te Tagal 1841), waarnemend tweede onderwijzer derde rang op de gouvernements lagere school te Soerakarta (1842,1845), tweede onderwijzer derde rang op de gouvernements lagere school te Soerakarta (1849,1864), secretaris van de afdeling Soerakarta van het Nederlandsch-Indisch Onderwijzers Genootschap (1854,1857), diaken en kassier van het armenfonds te Soerakarta (1858,1864), wijkmeester te Soerakarta (1861), gep. onderwijzer (1899), overl. Soerakarta (Res. Soerakarta) 04.04.1905; tr. 2e Soerakarta 07.10.1889 de Inlandsche vrouw Tiemoos; tr. 1e Soerakarta 06.07.1842

[11] Olijmpia Louisa Alexandrina van Motman, overl. Soerakarta 09.10.1868; tr. 1e Semarang 19.03.1830 Johan Jacob Keller, overl. Banjoemas 01.08.1834.

Uit dit huwelijk:

1.                   Christina Hendrika Reijgers, geb. Soerakarta 21.04.1844; volgt [5].

2.                   Louisa Caroline Reijgers, geb. Soerakarta 05.10.1845, tr. Soerakarta 17.06.1865 Leonard Nicolaas Lehnkering, geb. Arnhem 12.08.1833, overl. Soerakarta 26.02.1886, z.v. Jan Willem Lehnkering (-1881), expediteur, en Susanna Aletta Westendorp;
     LNL tr. 1e Soerakarta 16.02.1861 Susanna Emelia Schultz, geb. Soerakarta 01.06.1843, overl. Soerakarta 05.12.1862.

3.                   Christiaan Hendrik Reijgers, geb. Soerakarta 02.12.1847, overl. Soerakarta 07.07.1849.

4.                   Armand Alexander Reijgers, geb. Soerakarta 21.11.1849, overl. Soerakarta 31.12.1854.

5.                   kind, over. Soerakarta 28.02.1853.

6.                   Hendrik Adolph Reijgers, geb. Soerakarta 01.05.1854, overl. Wonogiri (Res. Soerakarta) 29.12.1897.

7.                   Christiaan Frederik Reijgers, geb. Soerakarta 09.04.1866, overl. Soerakarta 24.04.1883.

8.                   Louisa Sophia Albertina Reijgers, geb. Soerakarta 18.02.1868, tr. Soerakarta 17.11.1888 (echtsch. Tjiandjoer (Res. Preanger Regentschappen) 01.12.1892|a|) Wilhelmus Henricus Nicolaas Carolus van Garrel, overl. Malang (Res. Pasoeroean) 26.05.1893.

Kinderen (erkenning):

9.                   Casper Reijgers, geb. Weroedalem (Res. Soarakarta) 02.09.1880, overl. Soerakarta 18.04.1942, tr. Soerakarta 08.11.1902 Jeanne Emelie Cornelis, geb. Soerakarta 29.05.1880.

10.               Julius Reijgers, geb. Weroedatem (Res. Soerakarta) 12.07.1884, overl. Soerakarta 24.11.1938, tr. Soerakarta 31.07.1912|a| Albertina Wilhelmina Charpentier, geb. Soerabaja 04.11.1889, overl. Middelburg 04.10.1968, d.v. Henri Charpentier en Augusta Eliza Hess.

 

Noten: |a| van Ganel (RA 1894 p.291).

 

[12] Heijting

[13]

 

[14] NN

[15]

 

[16] Johannis de Quant, Jan, geb. Reeuwijk ca. 1791/1792/1793, turfschipper (1817,1826), schipper (1828), winkelier (1835), schippersknecht (1849,1855), overl. Brielle 24.05.1875|a|, z.v. Pieter de Quant en Petronella Oppelaar (zie Bijlage A); tr. Gouda 11.05.1814|c|

[17] Adriana Hardijzer, geb. Bloemendaal (ZH) xx.06.1790, mutsenmaakster (1849), naaister (1852,1855), overl. Brielle 13.05.1855, d.v. Machiel Hardijzer en Adriana Kol.

Uit dit huwelijk:

1.                   Pieter de Quant, geb. Gouda ca. 1815; volgt [8].

2.                   Machiel de Quant, geb. Brielle 28.01.1817.

3.                   Adriana de Quant, geb. Brielle 22.02.1818, overl. Brielle 05.08.1826.

4.                   Petronella Maria de Quant, geb. Brielle 27.03.1820.

5.                   Johannes de Quant, geb. Brielle 13.09.1821, kwekeling bij het loodswezen, tr. Brielle 20.06.1851 Jacoba Vermaas, geb. Brielle 16.07.1822, d.v. Hendrik Vermaas, broodbakker, en Elisabeth Pelkman.
     JV tr. 1e Brielle 08.01.1846 Martinus Verschoor, geb. Brielle 16.08.1824, varensgezel (jan1846), matroos aan boord vanhet Nederlandse stoomschip Batavier (okt1846), overl. (overboord gevallen en verdronken op de Noordzee) 23.10.1846|n|, z.v. Martinus Verschoor, schipper, en Adriana de Snaijer.

6.                   Cornelis de Quant, geb. Brielle 01.10.1823, timmerman, overl. Brielle 09.10.1912, tr. Brielle 29.12.1849 Lena van der Schoor, geb. Brielle 04.05.1828, overl. Brielle 05.07.1903, d.v. Thomas van der Schoor, stadsbaas, en Anna Moerman.

7.                   Hugo de Quant, geb. Brielle 24.03.1826, matroos bij  het loodswezen, overl. Rotterdam 17.04.1898, tr. Brielle 01.09.1852 Lena Rosman, geb. Brielle 02.04.1829, overl. Rotterdam 07.12.1892, d.v. Coenraad Rosman, veerschipper, en Lena Steehouwer.

8.                   Adriana de Quant, geb. Brielle 20.09.1828, overl. Brielle 28.01.1832.

9.                   Adrianus de Quant, geb. Brielle 07.08.1835, matroos bij het loodswezen, overl. Rotterdam 15.07.1925, tr. Brielle 21.04.1859|d| Huigje Hoogvliet, geb. Brielle 02.05.1835, overl. Rotterdam 31.07.1931, d.v. Leendert Hoogvliet en Jacomijntje Emmerzaal.

 

Noten: |a| oud 82 jaar (overl.akte Brielle 1885 no.48); |b| overl.akte Brielle 1846 appendix no.8a; |c| moeder Pieternella IJpelaar (huw.akte Gouda 1814 no.30, wiewaswie); |d| 21.04.1924 herdenking 65-jarige echtvereniging (annonce collectie CBG).

 

[18] Jacob Haassis, tr.

[19] Willemina Raatgeep, geb. Besoijen ca. 1774, overl. Dordrecht 02.12.1816|a|, d.v. Philippus Raadgeep en Pieternella Kolster.

Uit dit huwelijk:

1.                   Pieternella Anna Haassis, geb. Dordrecht 30.03.1812; volgt [9].

 

Noten: |a| Wilhelmina Raadgeep, aangifte door de directeur en een bode van ‘het gasthuis dezer stad’ (overl.akte Dordrecht 1816 no.1).

 

[20] * Theodorus Reijgers, opziener van ‘s Lands Gebouwen (1834), gedetacheerd te Buitenzorg (1836,1840), ingenieur derde klasse bij de afdeling Batavia van de Administratie van den Waterstaat en ’s Lands Gebouwen (1841,1843), Europees wijkmeester van Tanabang, later Tana-Abang en kerkhof (1849,1854), overl. Batavia 26.04.1856, tr.

[21] NN

Uit dit huwelijk:

1.                   Christiaan Hendrik Reijgers, geb. ca. 1819|a|; volgt [10].

 

Noten: |a| overleden C.H. Reygers, 86 jaar, Solo (Haagsche courant 05.05.1905).

 

[22] van Motman

[23] NN

Uit dit huwelijk:

1.                   Olijmpia Louisa Alexandrina van Motman; volgt [11].

 

[24]

[25]

 

[26]

[27]

 

[28]

[29]

 

[30]

[31]

 


Bijlage A

 

[32] Pieter de Quant, overl. Reeuwijk voor 1830, tr.

[33] Petronella Oppelaar, geb. Woerden ca. 1766, overl. Gouda 19.03.1832|a|.

– 1796: “Uit de hand te koop: Een hegte en florisante scheepmakerij; met zijne hellingen, schuuren, lootsen, en verdere opstal; benevens een woon en zomerhuis, ruime werf, en verders wat een compleete scheepmakerij behoord, geleegen in de Ambagte van Reewijk, bij de vier Essen, in het midden van een florisante veenderije, drie quartier uurs van de Stad Gouda; de koopers kunnen volstaan met de helft der kooppenningen contant te betaalen, en de andere helft op custing{?} te houden, tegens een redelijke intrest; te bevraagen bij den burger Pieter de Quant, aan de Reeuwijkse Brug, als eigenaar der gemelde scheepmaakerij. De koopers kunnen gemelde scheepmakerij, met den eerste maart 1796 aanvaarden.”|d|

Uit dit huwelijk:

1.                   Wilhelmina de Quant, geb. Reeuwijk 14.04.1791, tr. Reeuwijk 30.12.1824 Gijsbert van Leeuwen, geb. Waarder 07.02.1801, overl. Alphen 16.03.1863, z.v. Sara van Leeuwen.
     GvL tr. 2e Gouda 04.03.1846 Adriana Zwets, geb. Werkendam 18.10.1817, overl. Broek 01.09.1861, d.v. Jan Zwets en Adriana den Haan.
     AZ tr. 1e De Werken en Sleeuwijk 18.05.1842 Cornelis van Driel, geb. De Werken en Sleeuwijk 27.11.1819, overl. Hardinxveld 12.10.1843, z.v. Arie van Driel en Anna Visser.

2.                   Johannis de Quant, Jan, geb. Reeuwijk ca. 1791/1792/1793; volgt [16].

3.                   Sijtje de Quant, ook Sophia/Fijtje, geb. Reeuwijk ca. 1796, overl. Gouda 26.01.1888, tr. Reeuwijk 18.04.1816 Salomon Bokhoven, geb. Gouda ca. 1794, overl. Gouda 25.11.1883, z.v. Willem Bokhoven en Maria de Jong.

4.                   Albert de Quant, geb. Reeuwijk ca. 1797/1798, overl. Dordrecht 04.12.1856, tr. 1e Reeuwijk 08.04.1819 Pietertje Mul, geb. Reeuwijk ca. 1801, overl. Dordrecht 28.01.1845|c|, d.v. Pieter Ariese Mul en Alida Vermeij; tr. 2e Dordrecht 12.11.1845 Neeltje van de Merwe, geb. ‘op de Merwede’ ca. 1811, overl. na 1856, d.v. Mels Korneliszn van de Merwe en Kornelisdr van Waard.

5.                   Anna de Quant, geb. Reeuwijk ca. 1801, kroeghoudster (1870), overl. Dordrecht 24.06.1870|b|, tr. 1e (echtsch. voor 1834) Pieter van Es; tr. 2e Gorinchem 01.02.1834 Willem Sikkens, ged. Groningen (Der Aa-kerk) 25.06.1806, overl. Dordrecht 15.08.1866, z.v. Willem Willems Sikkens en Frouke Onnes Woltman.

6.                   Abraham Oppelaar de Quant, geb. Reeuwijk ca. 1801/1802, overl. Dordrecht 09.07.1838, tr. Dordrecht 03.02.1830 Geertruij van Wijk, geb. Dordrecht ca. 1785, overl. Dordrecht 28.01.1859, d.v. Eedlof Simon van Wijk en N van Os.

7.                   Marritje de Quant, geb. Reeuwijk ca. 1806, dienstbaar (1830), overl. Dordrecht 28.03.1880, tr. Papendrecht 14.05.1830 Bastiaan van der Esch, geb. Papendrecht ca. 1793, scheepstimmermen, overl. Papendrecht 05.10.1869, z.v. Willem van der Esch, scheepstimmerman, en Leentje van der Esch.

 

Noten: |a| geen ouders vermeld (overl.akte Gouda 1832 no.180); |b| wede Sikkes, vader overl. Ouderkerk aan den IJssel, moeder overl. Reeuwijk (overl.akte Dordrecht 1870 no.429); |c| e.v. De Kwant, ook overl.akte Reeuwijk 1845 no.2; |d| annonce collectie CBG.

 


terug naar Kwartierstaten Bandoengse hoogleraren